Menu

Premium

5. Het geven en krijgen van feedback

Feedback krijgen is voor een spreker een noodzaak om goed en zelfs steeds beter te kunnen functioneren. Zowel positief als negatief commentaar is nuttig.

Als iemand nooit iets hoort over zijn functioneren, neemt zijn prestatiemotivatie af. Als iemand alleen negatieve dingen hoort, gaat hij eerst harder en beter werken. Daarna laat hij de moed zakken. Als iemand alleen maar positieve dingen hoort, neemt zijn prestatiedrang toe, maar is er geen kwaliteitsverbetering. Als iemand én positief én negatief commentaar krijgt, stijgt de prestatiemotivatie en de kwaliteit van het product.

Met ‘positief commentaar’ bedoel ik het benoemen van de dingen die goed gedaan zijn. Met ‘negatief commentaar’ bedoel ik het benoemen van de dingen die fout gedaan zijn, dus het aanwijzen van verbeterpunten. Dat is dus ook positief bedoeld en getoonzet. Je zou ook kunnen zeggen dat het commentaar uit ‘top!’s’ en ‘tips’ moet bestaan, wil je iemand verder helpen.

Twee soorten feedback

Niet alle feedback is hetzelfde. Er is spontane en evaluatieve feedback. Spontane feedback geef je onmiddellijk. Terwijl een ander spreekt, geef je direct commentaar of indirect via je gelaatsuitdrukking of lichaamshouding. ‘Ik begrijp je niet’, is daarvan een voorbeeld. Vragend kijken, is ook een voorbeeld. Een spreker of gesprekspartner kan zich dan onmiddellijk corrigeren. Spontane feedback is meestal functioneel. Je kunt je echter ook wel voorstellen dat een spreker of gesprekspartner erdoor van zijn stuk gebracht wordt. Uiteraard is het geven van spontane feedback tijdens lezingen of overdenkingen beperkt. Toch kan het publiek ook duidelijk zijn zonder woorden te gebruiken. Een spreker die de ene na de andere luisteraar ziet gapen, weet vermoedelijk wel waar hij aan toe is. Een joelend, klappend, fluitend of stampend publiek probeert de spreker ook iets te vertellen.

De evaluatieve feedback betreft het commentaar achteraf. De spreker en de commentator (stagebegeleider, partner, kritische collega) nemen bewust een aantal aspecten van het gehouden verhaal door.

Als je evaluatieve feedback geeft, let dan op een aantal dingen:

  • Bied je kritiek zo mogelijk als een ‘sandwich’ aan: begin met positieve opmerkingen, laat vervolgens de negatieve horen en eindig opnieuw met de positieve. Dit kan overigens gekunsteld overkomen en sommige mensen irriteren. (‘Zeg nou maar direct dat je het niet met me eens bent!’) Meestal werkt het echter prima.
  • Vergeet dus niet om waardering te uiten; mensen gaan kwijnen als ze geen vitamine A, B en C krijgen: aandacht, belangstelling en complimenten.
  • Spreek bij negatieve kritiek bescheiden in de ik-vorm en niet beschuldigend in de jij-vorm. ‘Ik vind jouw appel onduidelijk’, laat meer ruimte voor gesprek dan ‘Jij moet duidelijker appelleren!’
  • Spreek bescheiden, maar niet al te voorzichtig met duizend verontschuldigingen. Dan komt de feedback niet over.
  • Spreek vriendelijk en niet scherp of hatelijk. Dat drukt de ander in een verdedigende houding.
  • Geef opbouwend commentaar. Noem zaken die werkelijk verbeterd kunnen worden. (Dus niet: ‘Je neus staat scheef.’) Je doel is de spreker verder te helpen op concrete punten.
  • Spreek niet in het algemeen maar met voorbeelden. ‘Je uitstraling is niet plezierig’, is te vaag. ‘Deze uitspraak (citaat) vind ik hoogmoedig klinken’, is concreet.
  • Geef feedback zo snel als mogelijk of noodzakelijk is. Het is niet functioneel om na zes jaar tegen een predikant te zeggen, op de dag van zijn afscheid, dat hij warrig preekt. Dat had eerder gemoeten.
  • Geef feedback aan de spreker zelf en in principe niet over de spreker aan anderen.

Als je feedback krijgt of wilt krijgen, bedenk dan het volgende:

  • Als je geen commentaar krijgt op je verhaal, denk dan niet dat de mensen het waardeloos vonden. Het is nu eenmaal zo dat mensen steeds minder feedback geven, naarmate ze je vaker gehoord hebben. Geen commentaar kan ook een positief teken zijn. ‘Geen bericht, goed bericht!’ is een prima uitgangpunt. Als je dat zeker wilt weten, kun je gewoon om commentaar vragen. Gedachten lezen is riskant, meestal ben je dan te negatief over jezelf. Kijk uit voor het stiekem naar complimenten vissen.
  • Het is goed dat je commentaar krijgt op je functioneren. Je kunt het erdoor verbeteren. Stimuleer anderen dus om feedback te geven, ook als je tegenover hen door je functie ‘in hoogheid gezeten’ bent. Juist dan is het belangrijk. Stimuleer anderen tot eerlijke feedback. Als mensen je alleen maar stroop om de mond smeren, ga je in een waanwereld leven. Als je een beginnende spreker bent, is het aan te bevelen om een vaste coach te zoeken, iemand die bijvoorbeeld enige keren met je meegaat om naar jou te luisteren. Of je geeft een persoon altijd het recht om commentaar te geven als hij je heeft horen spreken, ook al heb je al voldoende ervaring.
  • Neem in principe alle commentaar serieus, al hoef je niet alles (direct) over te nemen. ‘Ik heb het zelf zo niet ervaren, maar ik ben blij dat u het zegt. Ik zal erover nadenken!’ Als je commentaar niet serieus neemt, zul je er alleen maar meer van krijgen of mensen zeggen het niet meer in je gezicht.
  • Reageer op commentaar niet met een defensieve houding. Ga niet in de tegenaanval. Doe niet uit de hoogte. (‘Wie ben jij wel snotaap, dat jij mij, een belangrijk man, onder kritiek durft te stellen!’) Dat gedrag berust op angst en neemt de ander niet serieus. Bovendien kan het de ander (heimelijk) boos maken.
  • Verontschuldig je niet aan alle kanten alsof jij niet zelf verantwoordelijk bent voor gemaakte fouten. Erken eventuele fouten of verbeterpunten ronduit. ‘Daaraan heb ik inderdaad niet gedacht.’
  • Geef de commentator niet de kans om zomaar over je heen te lopen met uitdrukkingen als: ‘Ja, ik ben een kluns in die dingen’, ‘Dat kan ik ook niet hoor’, ‘Ik heb er geen verstand van.’ Reageer neutraler: ‘Ik neem dat mee naar huis’, ‘Daar zit, denk ik, wel iets in, als ik het jou zo hoor vertellen.’
  • Voel je door de feedback niet gepakt op je persoon. Je hoeft er dus niet terneergeslagen van te worden. (‘Ik kan er niets van, ik houd nooit meer een spreekbeurt!’)
  • Bedenk dat degene die feedback geeft, het op dat moment misschien wel net zo moeilijk heeft als jij.
  • Reageer enthousiast als je complimenten krijgt. Doe niet te bescheiden door complimenten te kleineren (‘Ach, het stelt niets voor!’) of af te wimpelen (‘Ik kan niet in de schaduw van de andere spreker staan, mevrouw!’). Te bescheiden sprekers willen dubbel geprezen worden: één keer vanwege hun goede verhaal, één keer vanwege hun bescheidenheid.
  • Laat het je niet verwarren als je tegenstrijdig commentaar krijgt. Dat onderstreept de zekerheid dat je het nooit iedereen naar de zin kunt maken en toch altijd sommigen of velen wel. Ga dus je eigen weg bij het verwerken van de feedback. Wees ook maar blij met de tegenstrijdige feedback: kritiek bewaart je voor arrogantie, complimenten bewaren je voor moedeloosheid. Zo blijf jij in evenwicht.

Jij kunt anderen feedback geven. Anderen kunnen jou feedback geven. Jij kunt ook jezelf feedback geven. Werk bij de voorbereiding kritisch naar jezelf toe. Doe dat ook bij de terugblik op je spreekbeurt. Verguis jezelf niet, maar wees ook niet te snel tevreden over je prestaties. Het mooiste is als je aan alle feedback die binnenkomt, een supervisorisch gevolg kunt geven. Je vraagt je dan af wat de feedback te maken heeft met jou als persoon (in verleden en heden) en wat jouw reactie op de feedback zegt van jou als mens. Dan ga je nadenken over je allergieën, je kernkwaliteiten, je valkuilen en je uitdagingen. Dan wordt het (leren) spreken nog boeiender.

Schema’s voor feedback

Hier volgen nu drie schema’s voor het geven van feedback. Ze slaan respectievelijk op de vertelling, de lezing en de meditatie of preek. De punten die aan de orde komen zijn niet willekeurig gekozen, maar er hadden ook andere (bij) kunnen staan. Vergeet niet dat spreekbeurten ook inhoudelijk beoordeeld kunnen worden. Dat doen wij hier niet. Hier gaat het alleen om de aspecten van spreekvaardigheid.

De bijbelvertelling

Naam van de beoordeelde:

Beoordeeld door:

Onderstreep wat van toepassing is en zet er ter verheldering eventueel een opmerking bij.

De vertelling

Er is een/geen leuke/niet leuke inleiding/voorgesprek.

De opbouw is niet/wel duidelijk.

Het vertelperspectief is niet/wel duidelijk.

De verteller tekent de personen onvoldoende/voldoende stevig;

bouwt de spanning onvoldoende/voldoende op;

gebruikt geen/te weinig/voldoende stiltes.

De verteller gaat wel/niet tactisch/ontactisch in op reacties tijdens het verhaal;

toont geen/wel emotionele betrokkenheid bij wat hij zegt.

Er is een/geen, duidelijk/onduidelijk, ingevlochten/apart (nagesprek) appel.

De vertelling duurt te lang/te kort/lang genoeg.

Stem

De verteller spreekt (articuleert) duidelijk/een beetje duidelijk/onduidelijk;

legt geen/weinig/voldoende accenten door een gevarieerd stemgebruik;

heeft een/geen goed stemvolume.

Lichaamstaal

De verteller heeft oogcontact met de hele/een deel vande/niemand van de groep;

toont zinvolle/zinloze/geen mimiek;

maakt passende/vreemde/stereotiepe/te weinig/geen gebaren;

straalt rust/zenuwachtigheid uit;

zit gesloten/open; staat stijfjes/natuurlijk; loopt te veel/te weinig/genoeg.

Taalgebruik

De woordkeus is niet/wel op het niveau van de kinderen.

De verteller verheldert geen/enige/alle moeilijke begrippen;

spreekt niet/wel voldoende in dialogen met directe rede;

spreekt in de verleden tijd/tegenwoordige tijd;

gebruikt geen/wel stopwoorden (welke?).

Het taalgebruik is abstract/aanschouwelijk/dramatisch.

Algemene beoordeling (aankruisen)

ODe verteller/ster is een natuurtalent

OHij/zij kan goed vertellen

OHij/zij vertelt aardig maar moet nog wel wat verbeteren

OHij/zij vertelt matig en moet nog veel leren

O Hij/zij vertelt slecht en moet nog heel veel leren

De lezing

Naam van de beoordeelde:

Beoordeeld door:

Onderstreep wat van toepassing is en zet er ter verheldering eventueel een opmerking bij.

De lezing

Er is een/geen niet/wel passende inleiding.

De centrale vraagstelling is niet/wel duidelijk.

De opbouw is niet/wel duidelijk.

De spreker maakt de overgangen niet/wel duidelijk;

gebruikt geen/te weinig/voldoende stiltes.

De lezing bevat te weinig/te veel/genoeg informatie.

Er is een/geen duidelijk/onduidelijk aansprekend/irritantappel.

Aan het einde is er een/geen duidelijke/onduidelijke samenvatting.

De lezing lijkt niet/wel goed voorbereid te zijn; duurt te lang/te kort/lang genoeg.

De lezing wordt niet/wel zinvol ondersteund door audiovisuele middelen.

Stem

De spreker articuleert duidelijk/een beetje duidelijk/onduidelijk;

legt geen/weinig/voldoende accenten door een gevarieerd stemgebruik;

heeft een/geen goed stemvolume; spreekt wel/niet op vlotte toon.

Lichaamstaal

De spreker heeft oogcontact met de hele/een deel van de/niemand van de groep;

toont zinvolle/zinloze/geen mimiek;

maakt passende/vreemde/stereotiepe/te weinig/geen gebaren;

pakt papieren/katheder niet/wel/te veel vast;

staat in de open ruimte/afgeschermd; loopt te veel/te weinig/genoeg.

Taalgebruik

De woordkeus is niet/wel op het niveau van het publiek.

Het taalgebruik is (een beetje) helder/wollig/sober/fraai/abstract/aanschouwelijk.

De spreker verheldert geen/enige/alle onduidelijke begrippen;

hanteert schrijftaal/spreektaal;

spreekt de luisteraars niet/wel direct aan;

gebruikt geen/wel stopwoorden (welke?);

spreekt (een beetje) saai/boeiend.

De spreker

De spreker komt niet/wel sympathiek over;

draagt voor deze doelgroep niet/wel passende kleding;

toont naar de luisteraars een boven/onder/samen/tegenhouding;

vertoont geen/wel imponeergedrag;

leest alles voor/spreekt vrij van papier/spreekt uit het hoofd;

voegt geen/wel/te veel persoonlijke opvattingen of ervaringen in;

toont geen/wel emotionele betrokkenheid bij wat hij zegt;

komt niet/wel gemotiveerd over;

maakt een zenuwachtige/ontspannen indruk.

De meditatie of preek

Naam van de beoordeelde:

Beoordeeld door:

Onderstreep wat van toepassing is en zet er ter verheldering eventueel een opmerking bij.

Meditatie/preek

Er is een/geen, niet/wel passende inleiding.

Er is een/geen duidelijk thema.

De opbouw is niet/wel duidelijk.

De spreker maakt de overgangen niet/wel duidelijk; gebruikt geen/te weinig/voldoende stiltes.

Aan het einde is er een/geen duidelijke/onduidelijke samenvatting.

De meditatie bevat te weinig/te veel/genoeg tekstuitleg.

Het appel is niet/wel helder en is niet/wel gekoppeld aan de bijbeluitleg.

De meditatie lijkt wel/niet goed voorbereid te zijn.

De meditatie (preek) duurt te lang/te kort/lang genoeg.

De meditatie wordt niet/wel zinvol ondersteund door audiovisuele middelen.

Stem

De schriftlezing wordt te langzaam/te snel/in het goede tempo gelezen.

De schriftlezing wordt niet/wel goed op toon gelezen.

De spreker articuleert tijdens de meditatie duidelijk/een beetje duidelijk/onduidelijk;

legt geen/weinig/voldoende accenten door een gevarieerd stemgebruik;

heeft geen goed/een goed stemvolume; spreekt wel/niet op vlotte toon.

Lichaamstaal

De spreker heeft oogcontact met de hele/een deel van de/niemand van de groep;

toont zinvolle/zinloze/geen mimiek;

maakt passende/vreemde/stereotiepe/te weinig/geen gebaren;

pakt papieren/katheder/bijbel niet/wel/te veel vast;

staat in de open ruimte/afgeschermd; loopt te veel/te weinig/genoeg.

Taalgebruik

De woordkeus is niet/wel op het niveau van het publiek.

Het taalgebruik is (een beetje) helder/wollig/sober/fraai/abstract/aanschouwelijk.

De spreker verheldert geen/enige/alle onduidelijke begrippen;

hanteert schrijftaal/spreektaal;

spreekt de luisteraars niet/wel direct aan;

gebruikt geen/wel stopwoorden (welke?);

spreekt (een beetje) saai/boeiend.

De spreker

De spreker komt niet/wel sympathiek over; komt niet/wel gemotiveerd over;

draagt voor deze doelgroep niet/wel passende kleding;

toont naar de luisteraars een boven/onder/samen/tegen houding;

vertoont geen/wel imponeergedrag;

leest alles voor/spreekt vrij van papier/spreekt uit het hoofd;

voegt geen/wel/te veel persoonlijke opvattingen of ervaringen in;

toont geen/wel emotionele betrokkenheid bij wat hij zegt;

maakt een zenuwachtige/ontspannen indruk.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken