Afrikaanse ecotheologie
Student in zicht

Hoe kan theologie het probleem van klimaatverandering helpen bestrijden? Sarah Sansa stelt deze en andere vragen in haar PhD-onderzoek in Groningen. Ze heeft aandacht voor liturgie én voor haar Afrikaanse wortels.
Mijn specialisatie is ecotheologie en inspirerend voor mij was de Ghanese theoloog Kwame Bediako (1945–2008). Ik maakte kennis met zijn ideeën tijdens mijn theologiestudie aan het Akrofi Christaller Instituut voor Theologie, Cultuur en Zending. Hij hielp mij, mijn docenten en medestudenten om ons opnieuw te verbinden met onze Afrikaanse wortels. Daardoor verdiepte zich mijn waardering voor mijn identiteit maar ook voor de christelijke viering.
Toen ik ontdekte hoe belangrijk het was om mijn identiteit mee te nemen in mijn overwegingen, kwam theologie voor mij tot leven. Uitermate verhelderend was Bediako’s boek, Theology and Identity. Hij onderzoekt hierin de invloed van cultuur op christelijk denken vanaf de tweede eeuw na Christus tot hedendaags Afrika. Nog steeds is Afrikaans christendom een belangrijk referentiepunt in mijn theologie. Ook mijn huidige onderzoek is schatplichtig aan Bediako’s theologische inzichten. Als ik me bezighoud met de zorg voor de schepping, kijk ik graag naar wat Afrikaans christendom hier kan bieden. Ik werk nu aan een PhD-onderzoek met de titel Towards a Sub-Saharan Ecotheology.
Klimaatverandering
Tijdens een reis met een zendingsteam naar het noorden van Ghana en naar agrarische gemeenschappen in Burkina Faso werd ik voor de eerste keer geconfronteerd met ernstige honger en droogte. Ooit waren deze gemeenschappen welvarend dankzij de vruchtbare grond en de jaarlijks terugkerende regen. Het was ontmoedigend te horen hoe door klimaatverandering water was opgedroogd en planten niet goed groeiden. Noord-Ghana staat bekend als het heetste en armste deel van het land; die armoede wordt door klimaatverandering erger. In zijn artikel ‘Confessing Guilt in the Context of Climate Change’ citeert Ernst Conradie een uitspraak van de Wereldraad van Kerken (2005): ‘de eerste slachtoffers van klimaatverandering zullen vallen onder wie al arm, gemarginaliseerd en kwetsbaar zijn. Dat geldt ook verarmde agrarische gemeenschappen in Zuid-Afrika’ (Conradie, 2010, 124). Veel naties op het Afrikaanse continent kampen met dit probleem.
Gevoelig voor onderlinge verbondenheid
Dat klimaatverandering de situatie van de armen verergert, motiveert mij te bestuderen hoe iets kan veranderen. Hoe zit het met de macht en wijsheid van mensen in relatie tot de andere schepselen? Hoe hanteren we deze macht om onze bronnen van bestaan te gebruiken en hoe beïnvloedt dit ons klimaat? Hoe kan deze macht verantwoordelijk gebruikt worden? Andere vragen zijn: waarom zijn mensen zo ongevoelig voor het feit dat ze deel zijn van een onderling verbonden ecosysteem? Of dat een breuk in hun relatie met de aarde ook de ingewikkelde relaties tussen de verschillende levensvormen verstoort? Welke rol kan Afrikaanse christelijke theologie hier spelen? Als Afrikaans christen, voorganger en theoloog ben ik bij deze vragen betrokken.
Nederig leiderschap
Historisch hebben mensen zichzelf vaak beschouwd als de intelligentste levensvorm. Dat zou hun het recht geven om degenen op wie ze neerkijken, te controleren. Maar wanneer mensen hun macht misbruiken, beschadigen ze niet alleen de planeet maar veronachtzamen ze ook de rechtmatige plaats van alle levende wezens op deze aarde. Ze verstoren de subtiele balans van het universum. Erkenning dat we slechts een klein deel zijn van het heelal, kan zorgen voor nederigheid.
Vanuit de ecologie kijk ik of een nederig leiderschap mogelijk is. Ecotheologie kijkt naar onze relaties met het grotere geheel van de schepping en maakt theologische discussies over het milieu mogelijk. Ze onderstreept dat het gebrek aan verbinding met de aarde geleid heeft tot overexploitatie van natuurlijke bronnen. Het idee dat mensen uniek en machtig zijn, dient vaak als rechtvaardiging voor uitputting en vervuiling van de aarde om onverzadigbare verlangens te vervullen. Sommige ecotheologen analyseren daarom termen als overheersing en rentmeesterschap en staan stil bij hun mogelijk negatieve implicaties. Anderen benadrukken de positieve mogelijkheden daarvan.
Ecotheologen ontwikkelen nieuwe terminologie om traditionele begrippen te vervangen. Ze zoeken een theologie van zorg voor de schepping zonder de mens in het centrum te plaatsen. Vanuit hun oorspronkelijke tradities hebben Afrikaanse geleerden belangrijke inzichten toegevoegd aan deze ecotheologische discussies.
In mijn onderzoek wil ik de kerkdienst analyseren als het antwoord van mensen op God. Ik zal christelijke en Afrikaans-oorspronkelijke ideeën over verering en eredienst vergelijken. Zo hoop ik een visie te ontwikkelen die Afrikaanse christenen helpt te reflecteren op hun verstaan van God, de invloed van hun identiteit en hun rol binnen Gods schepping. Ook kijk ik naar de relatie tussen mensen (vereerders) en God (vereerde) in beide tradities. Hoe kan een viering onze houding tegenover het milieu, onze zorg voor de schepping, positief beïnvloeden?
Hoe kunnen vieringen onze zorg voor de schepping positief beïnvloeden?
Bewustzijn vergroten
Ondertussen veroorzaakt klimaatverandering meer overstromingen, stijgende temperaturen en hoger zeeniveau. In sommige gebieden in Afrika is toegang tot schoon water bijna onmogelijk geworden omdat rivieren en meren opdrogen.
De agrarische sector heeft behoefte aan hogere opbrengsten maar als de oogst mislukt, heersen schaarste en honger op het platteland en in de steden. Bovendien worden bossen ernstig bedreigd, bijvoorbeeld door de goudwinning in Ghana. Die leidt ook tot schoolverlating en tragische ongelukken van jongeren.
In mijn onderzoek wil ik mogelijke routes uitzetten die het Afrikaanse ecologisch bewustzijn vergroten. Door Afrikaanse christenen te betrekken in de ecologische dialoog wil ik het begrip doen groeien voor gezonde relaties tussen mens en aarde in Afrika, en tegelijk westerse geleerden academische inzichten geven. Met erkenning van de diepe religiositeit van het Afrikaanse volk stel ik een holistische benadering voor, gericht op een kritisch christelijke betrokkenheid bij het milieu en op onderlinge verbondenheid van mensen en andere wezens. Uiteindelijk wil ik hiermee bijdragen aan het wetenschappelijk gesprek over milieubehoud.
Kansen
Ik ben hartstochtelijk betrokken bij de kerk. Ik hoop dat ik behalve als oprichter van een levendige christelijke jongerendienst en als professioneel gospelsinger haar ook in andere rollen kan dienen. Liefst zou ik in een internationale organisatie werken die een einde aan de honger wil maken, hoop bieden aan de hopelozen en het milieubewustzijn bevorderen, in dienst van het welzijn van mens en planeet. Ik sta open voor kansen!
Nu de wereld een global village is geworden, moet theologie zich verbinden met perspectieven uit verschillende contexten. Dat kan oncomfortabele maar waardevolle inzichten bieden. Niemand bezit alle antwoorden en elk antwoord is slechts een fragment van een grotere waarheid. Ik zie een grote toekomst voor de theologie als ze de principes van contextuele theologie omarmt. Het is toch bijzonder dat theologie mensen in staat stelt om zich met God te verbinden door de lens van hun eigen context? Wanneer we elkaars context respecteren, is dat ook een manier om God beter en anders te begrijpen. De kerk zal zich steeds meer moeten verbinden met de wereld om ons heen. Ze zal actie moeten ondernemen bij urgente kwesties als klimaatverandering, burgeroorlogen, stammenconflicten, corrupte regeringen en rassenscheiding.
De wereld in nood vraagt van ons als christenen om een weerspiegeling te zijn van Jezus’ liefde, om maatschappelijke uitdagingen op ons nemen met hetzelfde vuur dat Christus liet zien. Christus verkondigde overal het koninkrijk van God en ging in op de behoeften en strijd van zijn tijd. We zijn geroepen om zijn voorbeeld te volgen.
Sarah Sansa is PhD-student aan de Protestantse Theologische Universiteit te Utrecht. Vert./bew. JS