Menu

None

Als God hoog en laag omkeert

Gedachten bij de voorbereiding van Kerstpreken

“Kerst lukt bij Albert Heijn” zo las ik vorig jaar in de supermarkt toen ik daar mismoedig mijn lijstje kerstboodschappen afwerkte. Mismoedig, omdat de preken voor kerst maar niet wilden lukken. Deze slogan plaatste het kerstfeest zorgvuldig en pseudo-pastoraal in de sfeer van maakbaarheid (‘Toe maar, je kunt het’). En het vinden van een goede openingszin voor je preek zit vaak niet in die sfeer. Laat staan als je preekt over de geboorte van de Messias. Misschien wel daarom heb ik later nogal genoten van Schadenfreude toen ik las dat deze supermarkt een recept voor vier personen had gepubliceerd, waarin maar liefst een complete fles Grand Marnier verwerkt moest worden. Vanwege het risico op steekvlammen bij het flamberen, werd het recept ijlings herroepen. Kerst lukt, yeah right.

De hoop dat ‘kerst’ zal ‘lukken’ zit er intussen stevig in. Ook in de kerk. Een meelevend gemeentelid vertelt je tijdens het koffiedrinken na de dienst dat haar dochter dit jaar voor het eerst sinds tijden de kerstnachtdienst weer zal bijwonen. ‘Ik hoop zo dat de preek haar zal raken. Dat het op de één of andere manier iets in gang zal zetten. Want ik kan al jaren niet meer met haar over het geloof spreken.’ Zij verwoordt daarmee een authentiek en diep verlangen. Door sommige missionair bewogen figuren is dat tot strategie omgesmeed: kerst als missionaire kans! Er staat nog geen letter van je preek op papier en je staat al met 2-0 achter. Kerst lukt?

Volgens Bonhoeffer is het nodig dat wij als dienaren van het Woord ook ons denken en leren kennen in het licht van de heilige nacht stellen.

Bonhoeffer, Dietrich. Predigten – Auslegungen – Meditationen 1925-1945: Zweiter Band 1935-1945. München: Chr. Kaiser Verlag, 1985, p.345.

Het is nodig dat wij, juist wij, eerbiediger en aandachtiger het bijbelse getuigenis ‘von dem Geheimnis der Menschwerdung Gottes’ lezen en overwegen.

Idem, p.349.

En daarbij kan de kerkelijke leer van de christologie ons verder helpen. Niet dat die christologie verkondigd moet worden (vergelijk Noordmans). Maar de christologische discussie bevat begrippen die lijken op harde stenen waaruit je vuur kunt slaan. Voor wie direct met illustraties en contextualiseringen aan de gang wil – omdat dat zo vaak de dingen zijn die men onthoudt van een preek – lijkt deze weg van Bonhoeffer een omweg. Maar dat is het niet. Ik kom daar zo op terug.

Ook de prediker moet onder de indruk komen van het wonder van de kerstnacht. ‘Welcher Unverstand, als sei es die Aufgabe der Theologie, Gottes Geheimnis zu enträtseln, es auf die platten, geheimnislosen menschlichen Erfahrungs- und Vernunftweisheiten herabzuziehen! Während doch allein dies ihr Amt ist, Gottes Wunder als Wunder zu bewahren, Gottes Geheimnis gerade als Geheimnis zu begreifen, zu verteidigen, zu verherrlichen.’
[1]
Als ik dit lees, voel ik mij betrapt, want juist omwille van de missionaire relevantie wil ik begrijpen, verdedigen en verheerlijken, terwijl het resultaat maar al te vaak een preek is waarin dat Wonder van de Kerstnacht zo plat als een dubbeltje geslagen is.

Vormt het oudkerkelijk dogma een via om te komen tot verwondering over de geboorte van de Messias, datzelfde geldt voor het werk van kunstenaars van vroeger en nu. Wie kijkt naar de structuur van ‘La Nativité du Seigneur’ van Olivier Messiaen vindt in dit negendelige werk evenzoveel invalshoeken tot verwondering. Sommige delen vertolken traditionele voorstellingen uit de kerststal (De Herders, De Engelen, De Wijzen), terwijl andere delen theologische interpretaties van de kerstnacht geven. Messiaen daagt je bijvoorbeeld uit om in de kerststal na te denken over de voorbestemming van de mens (Efeziërs 1:5-6) en de God die de Lijdende is (Hebreeën 10:5,7). En dan hebben we de muziek nog niet eens gehoord.

Naast muziek, die inmiddels een onaantastbare status heeft, is er ook nog het internet. Onlangs zag ik de deze foto, die mij triggerde.

Midden in een winkelcentrum is op de vloer een 3D-tekening gemaakt. In dit geval een traditionele afbeelding van de aanbidding door de wijzen. De grap van zulke tekeningen is dat als iemand een foto neemt terwijl je op de tekening gaat staan, het op de foto net lijkt of je je in de afbeelding bevindt. Een illusie dus. En dat is nu net het verschil met ‘dwelling in the sermon’, zoals Theo Pleizier daar over schrijft.

In het luisteren verblijft de hoorder in de ruimte van de Schrift, evangelie en de tegenwoordige tijd. Voor de hoorder zijn Schrift, kerugma, en het alledaagse geen gescheiden realiteiten, maar in de waarneming van de preek komen zij bij elkaar als de ene wereld van het geloof.’
[2]
Zal het lukken zo’n preek voor te bereiden, voorbij de illusie dus?

Licht in de duisternis

In het kerkelijk jaar gaat Advent vooraf aan het Kerstfeest. Het lijkt een open deur, maar dat is het naar mijn ervaring niet. Dat kerkelijk jaar is een uiterlijke ordeningsstructuur, maar, zo betoogt Webber,het ‘organizes our internal spiritual experience and brings our everyday experience into union with Christ.’
[3]
Ook in de preekvoorbereiding gaat Advent vooraf. Met Kerst moet je voorgaan in verwondering. Maar waar haal je zelf die verwondering vandaan? Met de gestolde verwondering van anderen of die van jezelf uit vroeger jaren red je het niet. Hoe kom je zelf tot verwondering? Dat is een vraag die thuishoort bij Advent. Dat er iets van een verlangen wakker wordt: ‘A longing for a new breaking in of God’s Spirit upon us.’
[4]

Ik ontdekte onlangs een gebedenboek geschreven door Flannery O’Connor.
[5]
Van deze auteur hoef je – ook al is het in een ‘Prayer Journal’ – geen opgepoetste gladde spirituele praatjes te verwachten. Het gaat nogal vaak over ambities en zonde. Heel direct en alledaags: ‘My thoughts are so far away from God. He might as well not have made me. And the feeling I egg up writing here lasts approximately a half hour and seems a sham. I don’t want any of this artificial superficial feeling stimulated by the choir. Today I have proved myself a glutton— for Scotch oatmeal cookies and erotic thought. There is nothing left to say of me.’ En af en toe lees je een hartstochtelijke uitroep: ‘I don’t want to be doomed to mediocrity in my feeling for Christ. I want to feel. I want to love. Take me, dear Lord, and set me in the direction I am to go.’ Hier voel ik mij opnieuw betrapt. Nu door O’Connor. Ik wil niet gedoemd zijn tot ‘mediocrity’ in mijn preken, zeker niet rond de Kerst. Maar dat heeft ook met mijn ijdelheid te maken. O’Connor laat mij zien dat onder de ‘mediocrity’ van mijn preken een ‘mediocrity in my feeling for Christ’ schuilgaat. En je kunt proberen dat op ambachtelijke wijze te verhullen maar dan wordt je preek ‘a sham’. En zo helpt O’Connor mij om te bidden, om te roepen. HERE God laat mij iemand worden die op U wacht, ‘meer dan wachters op de morgen’.

Onderdeel van het voorbereiden tijdens Advent is dat we naar de werkelijkheid leren kijken met de begrippen die het Evangelie ons aanreikt. Jan Koopmans schreef: ‘Wie Kerstfeest vieren wil, zal weer wit en zwart moeten leren onderscheiden.’
[6]
Advent is de periode om dat te leren. En dat gaat niet vanzelf. Want bij het horen van al die profetenstemmen in de weken van Advent irriteer je je al snel aan precies dat zwart-wit denken van de profeten. Wat is zwart in deze wereld, wat is duisternis? En wat is daarin mijn eigen aandeel, gegeven mijn ‘onvoorstelbare talent om alles kapot te maken’.
[7]
Ik vind het steeds opnieuw een verleiding om over thema’s als duisternis, schuld en zonde in abstracte termen te spreken. Dat is veilig en makkelijk. Maar daarmee raakt het niet. Om te beginnen mijzelf al niet. Literatuur kan helpen om voorbij de abstractie te komen. De verhalen van Flannery O’Connor tonen mij bij voorbeeld een bij tijd en wijlen zo groteske wereld dat ik gedwongen word zelf opnieuw na te denken over wat duisternis in mijn omgeving, mijn leven nu precies is.
[8]

En sinister is het duister: ‘Hier is een zwarter duister bedoeld dan die, waarin de Schepper sprak: daar zij licht. Dàt was het donker, waarin nog geen licht geschenen had. Maar dit is de nacht, waarin geen geschapen licht meer schijnt. Het is de nacht des doods, die inviel over den dag der eerste zonde; die het licht der schepping voor ons oog heeft verdonkerd, ons verstand heeft verduisterd en ons hart vereenzaamd. Het is de nacht der mensengeschiedenis.’
[9]
En in precies die nacht is het licht gaan stralen. Koopmans spreekt over de komst van Christus die de duisternis ‘splijt en breekt’. Dat zijn gewelddadige begrippen die je niet meteen met Kerst associeert. Maar als die associatie verdwijnt, houd je een gezapige verkondiging over waarin het Licht van Christus verworden is tot kerstverlichting die de sfeer wat moet verbeteren. Het werk ‘Abstracte compositie’ van Kees Buurman (zie hiernaast) laat zien dat het Licht, dat het duister splijt, letterlijk ‘entsetzend’, ontstellend is. Niet gezellig dus.

Vleeswording

Ik zou nog terugkomen op de omweg van de christologie. Barth schrijft in een Predigthilfe over de twee componenten van de incarnatie zoals Johannes daar in de proloog van zijn evangelie over spreekt. Dat het Woord vlees geworden is, zegt volgens Barth ten eerste iets over God: ‘Gott ging, ohne aufzuhören wahrer Gott zu sein, vielmehr in vollem Besitz und voller Betätigung gerade seiner wahren Gottheit, indem er in seiner zweiten Person oder Seinsweise, als der Sohn Mensch wurde, in die Fremde – die doppelte Fremde der menschlichen Kreaturlichkeit und der menschlichen Verkehrtheit und Verlorenheit.’
[10]
Maar de nadruk kan in deze zin ook gelegd worden op de mens: ‘der Mensch kehrte, ohne aufzuhören, Mensch zu sein, vielmehr eben in seiner Kreatürlichkeit und Verdorbenheit von Gottes Sohn angenommen und aufgenommen – dieser eine Menschensohn kehrte heim: dahin, wohin er gehört, … in die Gegenwart und den GenuB des Heils, zu dessen Empfang er in seiner Erschaffung bestimmt ist.’
[11]
Dit zijn zinnen die mij in al hun compactheid zoveel te denken geven. Aan deze twee zinnen heb je bij wijze van spreken genoeg aan theologisch commentaar bij je exegese. Dat God niet ophoudt God te zijn. Dat de mens als méns aangenomen en opgenomen wordt. En dat beide waar is! En intussen reikt Barth je een prachtige metafoor aan als hij kernachtig (!) samenvat: ‘Gott ging in die Fremde, der Mensch kehrte heim. In dem einen Jesus Christus geschah Beides.’
[12]
Ver van huis. Terug naar huis. Back and There Again. Hoezo christologie als omweg?

Kenosis en een spiritualiteit van de deemoed

Dat wij zouden komen tot verwondering en aanbidding van dit ‘onaanzienlijk wicht’ (Gezang 149, LvdK), dat is volgens Ad den Besten niet vanzelfsprekend. En het lijkt mij dat dat benoemd moet worden in de verkondiging. De waarom-vragen die de dichter in zijn lied stelt, zijn niet uit op meer informatie. Ik lees ze als een beleefde manier om een verschil van mening onder woorden te brengen. Wij zouden anders gehandeld hebben. Wij zouden niet gekozen hebben voor de nederigheid van een ‘onaanzienlijk wicht.’ Dat het van ‘hoog’ naar ‘laag’ gaat zit ons niet in het bloed. In zijn Adventspreken benadrukt Bonhoeffer dit aspect sterk. God is dicht bij de ‘Niedrigkeit’: ‘Er liebt das Verlorene, das Unbeachtete, Unansehnliche, das AusgestoBene, das Schwache und Zerbrochene. Wo die Menschen sagen “verloren”, da sagt er “gefunden”. Wo die Menschen sagen “gerichtet”, da sagt er “gerettet”. Wo die Menschen sagen: Nein!, da sagt er: Ja!’
[13]
En volgens Bonhoeffer is door zijn keuze voor Maria en voor de kribbe God begonnen aan de complete omkering van onze wereldorde, van ‘heersende standaarden’
[14]
Hoog wordt laag en laag wordt hoog. En dat vraagt van ons om een keuze. Als God hoog en laag zozeer omkeert, dan geldt: ‘[…] wir müssen uns klar werden, wie wir angesichts der Krippe künftighin über hoch und niedrig im menschlichen Leben denken wollen.’
[15]
Kerstfeest vieren wil zeggen alle macht, eer, aanzien, ijdelheid, hoogmoed, eigenwilligheid eindelijk bij de kribbe neerleggen. En dat is een uitnodiging aan ons om in vrijheid te dienen. Ook met onze preken. Take me, dear Lord, and set me in the direction I am to go.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken