Menu

Basis

Het intiemste thuis dat we hebben

Ons lichaam, een heilig geheim

Het lichaam is heilig, lees de Psalmen en zelfs de grondwet er maar op na. Dat verplicht anderen en onszelf om er zorg-vuldig en liefdevol mee om te gaan.
Het lichaam heiligen is een kunst. Het betekent: ook ervan houden als het ziek is of als het er niet zo uitziet als we zouden willen. Het verdient heilige aandacht.

Tijdens mijn nachtelijk verblijf in dromenland verplaats ik mij gewichtloos, zonder grenzen en beperkingen. Ik kan vliegen, buitelen en rennen en onverwachts kom ik zowel op zonnige stranden als in duistere en lange tunnels. Na zo’n droom ben ik opgelucht als ik wakker word. Het is heerlijk om na een gekke of beangstigende nacht in mijn eigen veilige en warme bedje te ontwaken. Ik ben dan dankbaar omdat ik weer in het bekende hier en nu ben aangeland.

Dit is mijn lichaam

Vanaf dit ontwaken, tot op het moment dat ik ’s avonds in slaap val, ervaar ik mijn lichaam. ’s Morgens vind ik het heerlijk om nog wat behaaglijk warm en ontspannen onder mijn dekbed weg te kruipen. Ik geniet dan van het zomaar liggen, het nog niet hoeven, het er zomaar zijn. Gevoelens van dankbaarheid dringen zich als vanzelf aan mij op. Erkentelijk ben ik dan voor mijn bestaan en voor het lichaam waarin ik mij veilig en thuis voel. Alles aan mij voelt na zo’n verblijf in dromenland zo concreet, tastbaar en aanraakbaar.

Totdat dit heerlijke moment bruut door het gepiep van de wekker wordt verstoord, dat ding dat zich genadeloos aan mij opdringt, hij roept mij toe: de wereld buiten je comfortabele bed wacht op jou!

Het dekbed schuif ik terzijde en op mijn tocht naar het toilet voel ik de stijfheid van datzelfde lichaam; spieren en gewrichten hebben een eigen tempo van ontwaken. Ik word ouder, denk ik dan, en merk het aan den lijve. Een ochtendpijntje hier, een moeilijke teen daar, het lichaam kan zo zwaar, onwillig en ook onaangenaam zijn. Gezeten op het toilet hoor ik het geklater van mijn water. Datzelfde lichaam is een doorgangshuis van eten, drinken en lucht, hoe wonderlijk is dat!

Ochtendpijntjes, moeilijke tenen, het lichaam kan zwaar zijn

Dat mijn lichaam, ondanks wat bijzondere vergroeiingen en bochten [de auteur heeft het syndroom van Marfan, red.], toch gewoon en meestal als vanzelfsprekend functioneert, elke dag doet wat ik wil en beschikbaar is, daar sta ik veel te weinig bij stil. Meestal realiseer ik mij dit pas als zich ergens een mankement, een lastigheid, een pijntje voordoet. Te weinig realiseer ik mij dat dit lichaam een wonder is. Ik ben zo iemand die mijn lijf en leden dagelijks te argeloos als vanzelfsprekend neemt. Vaak ben ik slordig, behandel ik het lichaam als een lastdier, een broeder ezel – vrij naar Franciscus van Assisi – die naar mijn believen mijn opdrachten moet opvolgen. Het lichaam als mijn kostbare bezit verdient meer bewondering en aandacht en mag vaker gekoesterd worden.

Dit is mijn spiegelbeeld

In het appartementengebouw waar ik woon is de achterwand van de lift bekleed met spiegelende folie. Als ik alleen in deze ruimte sta, ontkom ik er niet aan dat mijn aandacht wordt getrokken naar mijn eigen spiegelbeeld. Ik inspecteer of mijn haar goed zit en mijn kleding naar wens is geschikt. Onbewust stel ik mijzelf de vraag: is dat wat ik aan mijzelf minder mooi vind voldoende aan het oog onttrokken? Als mijn jasje goed zit, lijkt mijn buik wat slanker. Heb ik verder, wat ik liever verborgen wil houden voor anderen, vakkundig gecamoufleerd en weggestopt? Kijkend in die spiegel lach ik mijzelf beminnelijk toe, soms geef ik mijzelf een knipoog. Meestal ben ik tevreden met wat ik daar zie, vind ik die dame waarnaar ik kijk aardig, die stoere meid. Even flitst de vraag door mijn hoofd: is dit de weer-gave zoals anderen mij zien?

Dat er een verschil is tussen het spiegelbeeld en de waarneming door anderen werd mij in de afgelopen maanden op pijnlijke wijze duidelijk. Omdat ik deelneem aan het theater-project Predikers en cabaretiers werd ik door een professioneel filmteam een middag gevolgd. Nieuwsgierig naar het eindresultaat open ik mijn computer. De bestanden stromen binnen, ze ontvouwen zich op het beeldscherm. Ik zie de vrouw die ik geworden ben. Ik zie mijzelf lopen door de gangen van het dominicanenklooster in Huissen. Later zit ik in een stoel en vertel ik een verhaal. Als de tuindeuren openslaan wandel ik naar buiten. Een boomstronk laat mij een moment mijn evenwicht verliezen.

Als een toeschouwer kijk ik naar de filmbeelden. Dit kijken blijkt moeilijker te zijn dan ik had verwacht. Veel van wat ik zie, is wat ik eigenlijk liever niet wil zien. Het is mijn lijf, mijn lichaam dat mij overvalt, het imperfecte. Ik bedoel: het kromme van mijn rug, het scheve als ik loop, en dan ook nog een onderkin! Bedroefd sla ik mijn computer dicht. Ben ik dit? Is dit hoe anderen mij zien? Ben ik zo oud, stijf en ook nog grijs?

Dit kijken naar mijzelf roept onverwachte emoties op. Ik voel schaamte, zowel voor wat of wie ik daar op die beelden zie als voor de oordelende manier waarop ik naar mijzelf kijk. Het filmpje duurt maar drie minuten. Ik ben opgelucht als de beelden stoppen. Een tweede keer kijken lijkt mij overbodig. In de stilte die volgt stel ik mijzelf een aantal vragen. Waarom ben ik zo geschokt? Waarom kijk ik zo negatief naar dat lichaam dat ik ben? Waarom ben ik zo hard?

Nu we weer wat verder in de tijd zijn, moet ik bekennen dat de normen en de beelden van onze cultuur ook van invloed zijn op mijn eigen manier van kijken, denken en oordelen. We zijn beland in een beeldcultuur waarin we het jonge, vitale en perfecte misschien wel te veel waarderen.

Dit lichaam wordt getroost

Ik sla mijn bijbel open bij Psalm 139:13-14.

U was het die mijn nieren vormde,

die mij weefde in de buik van mijn

moeder.

Ik loof u voor het ontzaglijke wonder

van mijn bestaan,

wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt.

Ik weet het, tot in het diepst van mijn

ziel.

De woorden van de psalmist herken ik en ze bieden troost. Ze helpen om met meer zachtheid naar mijzelf te kijken. Wees welkom, lief lichaam met je mooie, stralende, unieke en perfecte kanten. Wees welkom, met je maffe rondingen, rimpels en ook met die gekke imperfecte onderkin.

Het lichaam verbindt ieder mens met al die moeders en ook vaders die ons hebben voortgebracht. Van geslacht op geslacht zijn genen, levenskunst, vreugde, verlangens en ook verdriet doorgegeven. We zijn verbonden met het geheim van alles wat leeft, alles wat zich weven laat in de buik van een moeder. Door onze lichamen zijn we via navelstrengen verbonden met de natuur, met moederschap en Moeder aarde, de schenker van alles. We zijn verbonden.

Die lichamen van ons; geen twee zijn gelijk en ze zijn allemaal op een eigen en persoonlijke manier mooi, uniek en heilig. Lichamen zijn niet bedacht door mensen. Het naakte bestaan is niet iets om je voor te schamen, veel meer is het iets om erkentelijk, eerbiedwaardig en ook dankbaar voor te zijn.

Ben ik dit? Ben ik zo oud, zo stijf en ook nog grijs?

Dit lichaam heeft rechten

Zo lang we leven, is ieder individu de beheerder, de knecht en de verantwoordelijke over het lichaam dat gekregen is. Zelfs onze grondwet wil ons helpen om deze taak van rentmeesterschap en huisbaas te vervullen. Artikel 11 van de Nederlandse Grondwet luidt:

Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.

In dit wetsartikel staat het recht op zelfbeschikking over het menselijk lichaam centraal. Bij ieder medisch handelen en bij elk medicijn dat ingenomen moet worden, is de individuele persoon, de huisbaas van het lichaam, de eindverantwoordelijke. Zij maakt uit of er in geprikt of gesneden mag worden en of er wordt geslikt.

Dat is mooi: niemand mag ‘zomaar over je lichaam beschikken’, zelfs geen stukje van je haar mag afgeknipt worden zonder dat jij daar toestemming voor hebt gegeven. Een arts is altijd verplicht om vóór een operatie zijn patiënt zowel mondeling als schriftelijk in duidelijke taal uit te leggen wat de plannen zijn, niemand is verplicht om een medische behandeling te ondergaan.

Mijn lichaam is meer dan wat de medici te zien krijgen op een scan. Meer dan met ‘meten is weten’ beoordeeld kan worden. In een operatiekamer waar ik onder narcose lig, ben ik meer dan een bloedsomloop en een zak met botten. Genezen is meer dan het volgen van een therapie. De individuele mens heeft vrijheid en de wet beschermt ons, wij zijn baas over ons eigen lichaam.

Dit lichaam wil hulp

Wat als je uit je dromen wakker wordt en je moet naar het toilet?

Maar wat als je gewrichten en spieren je lichaam niet kunnen dragen?

Wat als je dan de hulp van een ander mens nodig hebt opdat ook jij, net als zoveel anderen, op het toilet kunt luisteren naar het geklater van je eigen water?

Wat als je in bed ligt en die hulp komt niet?

Dit roept de vraag op: helpt onze grondwet ook om het lichaam te beschermen als het ontheiligd wordt door gebrek aan de meest noodzakelijke hulp?

Ik ben meer dan een bloedsomloop en een zak met botten

Ik ben lid van Koprol, een sportclub voor aangepast sporten voor mensen met een fysieke beperking. Na ons wekelijkse uurtje zwemmen, verzamelen wij ons in de hal aan een lange tafel. Terwijl onze lichamen tot rust komen na gedane inspanning drinken wij een kopje thee. Enkele sporters maken gebruik van een elektrische rolstoel. Zij zijn afhankelijk van basis-hulp, bijvoorbeeld bij het eten en de toiletgang. Daarom wonen ze in een Focuswoning, een appartement waar 24 uur per dag assistentie voor de ADL – algemene dagelijkse levensverrichtingen – aanwezig is.

Tot mijn afschuw hoorde ik dat er in die instelling een groot gebrek aan personeel is. Mijn zwemcollega’s vertelden dat er in de afgelopen drie maanden tien nieuwe personeelsleden gekomen zijn, waarvan er slechts eentje is gebleven. Om dit werk te mogen doen heb je geen opleiding in de zorg nodig, slechts een cursus van enkele dagen is voldoende om deze belangrijke en laagbetaalde arbeid te verrichten.

De sporter die zowel zijn armen als benen met moeite kan bewegen zei: ‘Doordat er personeel binnenkomt dat onvoldoende weet hoe ze mij kunnen helpen, ontstaan er regelmatig gevaarlijke situaties. In de laatste drie maanden ben ik vijf keer in de toiletruimte gevallen of bijna gevallen, om-dat de verzorger niet wist hoe zij mij kan ondersteunen en ook niet wilde luisteren naar mijn instructies.’

Alle lichamen zijn heilig

Het relaas van mijn medesporters is een hartverscheurend verhaal. Het onthouden van de broodnodige dagelijkse verzorging van het lichaam is een ontheiliging van het meest eigene thuis waarover we beschikken, zo realiseer ik me. Het is een vorm van geweld waartegen juist de meest broze mensen beschermd dienen te worden. Dit doet mij denken aan andere voorbeelden van ontheiliging van het lichaam en dus van het leven. Nu het winter is – het is koud en nat buiten – zijn er kinderen en volwassenen in Europa die geen warme, veilige en droge woningen en dus ook bedden en kleding hebben. Zij slapen aan de randen van onze samenleving, vaak afgeschermd in tentenkampen, krottenwijken en vervallen betonnen woonkazernes. Dit betreft niet alleen vluchtelingen zonder de juiste papieren, maar ook de Romabevolking in landen als Slowakije. Miljoenen rechteloze inwoners, mensen met lichamen die, verlangend naar toekomst en menswaardigheid, in afschuwelijke omstandigheden moeten leven.

Loflied op het lichaam

Ik ruik iets lekkers, mijn hand pakt één of twee koekjes van de schaal en zonder dat ik er bij nadenk verdwijnen ze in mijn mond. ‘Je bent wat je eet’, hoor ik wel eens zeggen. Ook dat is je lichaam heiligen: zorgvuldig en met aandacht voeding tot je nemen. Liefde hebben voor wie en wat je bent, is met respect je lichaam onderhouden. Mijn lichaam lijkt soms op een vat vol hormonen, schimmels, virussen en bacteriën. Cellen die door ongrijpbare chemische processen voor zowel kracht als veroudering zorgen. Je lichaam rust gunnen om te herstellen, gewoon de tijd nemen om te slapen en te ontspannen -dat is: je lichaam heiligen.

Het grootste orgaan van mijn lichaam is de huid, zij beschermt, maar wil ook gestreeld en vertroeteld worden. Dit brengt mij terug bij het uiterlijk. Het lichaam is meer dan wat ik en anderen zien. Het is meer dan een plaatje in een spiegelbeeld, een afdruk op een foto of een verbeelding op de film. Als je wilt kun je het uiterlijk op wel duizenden manieren manipuleren, er mee fotoshoppen, botoxen en erger. Je niet schamen voor je voorkomen – ook dat is het lichaam heiligen. Schuw de waarheid niet! Laat je zien en laat je horen!

Het lichaam is een geheim dat behoed en geliefd moet worden

Het lichaam heiligen, is een kunst. Het is moeilijk genoeg om eerlijk met jezelf om te gaan en met de normen die ongewild je oordelen kunnen vergiftigen. Het lichaam is het intiemste thuis waarover we beschikken. Dat vraagt van onze behandelaren, wetgevers en verzorgers respect voor de mens die in een lichaam woont.

In dat lichaam kunnen alle gedachten en dromen altijd en elke dag in alle vrijheid hun onbegrensde wegen gaan. Zelfs voor heilige woede is er een plaats.

Een lichaam is een thuis waarin we ons kunnen neervlijen, kunnen volstromen van hunkering, geaard, gekoesterd en gebaard.

Wat zou het fantastisch zijn als alle lichamen onbeschaamd en niet veroordelend kunnen helpen om leven te schenken aan gerechtigheid, menselijkheid en vrede. Ieder lichaam is daarom een bron van oorspronkelijkheid, van kunstzinnigheid, van verfijnde gevoelens en woorden, in een grote verscheidenheid aan talen en communicatie.

Dat lichaam van ons is een geheim, zowel voorspelbaar als ook geheel onverwachts, harmonieus en grillig. Daarom is het heilig en dient het zonder oordeel, zonder onderscheid des persoons beschermd, behoed en geliefd te worden.

Het lichaam,

drager van wie je bent,

verdient ons aller liefdevolle,

heilige aandacht.

Holkje van der Veer schreef:

Verlangen als antwoord, Ten Have, Utrecht, 2013.

Veer-kracht. Spiritueel leven met een bijzonder lichaam, Berne Media, Heeswijk Dinther, 2016.

Drijf-Veer, de angst voorbij, Berne Media, Heeswijk Dinther, 2019.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken