Menu

Basis

De kerk -waar gaat dat over?

Veel Nederlanders denken bij ‘kerk’ aan een gebouw, zondagmorgen en een priester of dominee (als ze het onderscheid nog weten). De kerk is daarnaast een instituut, en ‘instituten’ hebben geen goede naam. De beelden over de kerk zijn ook nogal eens negatief: knellende regels, oordelen, (machts)misbruik.

Mw. drs. N. Dijkstra-Algra is prdikant in algemene dienst, verbonden aan het Landelijk Dienstencentrum Utrecht, als specialist Missionair Werk

Tijdens de Koningsnacht was de Jacobikerk in Utrecht open. Meer dan 1000 mensen liepen even binnen, want de kerk ligt middenin het drukste punt van de vrijmarkt. Je kon er een kaarsje aansteken. Er waren foto’s van gemeenteleden op een schildersezel met een korte tekst over wat ze in de kerk vinden. De reacties waren overweldigend. Er waren tranen. ‘Ik voel me zo alleen, en nu kan ik een kaarsje opsteken, samen met anderen, het maakt me zo gelukkig’. Anderen vertelden dat ze de kerk niet binnen durfden te lopen omdat ze dachten dat het alleen voor gelovigen was. ‘En nu kan het zomaar!’

Twee belevingen over de kerk: negatief, op afstand én opeens overweldigend positief. ‘Wat is er veel verlangen en gebrokenheid’, verzuchtte een gemeentelid van de Jacobikerk.

De kerk: wie zijn we en wat hebben we te bieden?

Kern van kerk-zijn

Ook veel gemeenteleden denken bij ‘kerk’ aan het gebouw, de predikant, de kerkenraad en zondagmorgen. We meten meelevendheid af aan het zondagse kerkbezoek. Als je dat hardop zegt, realiseren velen zich onmiddellijk dat ‘kerk’ méér is dan dat. Kerk is vooral de kerkgemeenschap, op zondagmorgen, maar zéker ook door de week.

Het gaat om mensen, die zich verzamelen rondom de Bron, het Evangelie, Jezus Christus. Kerk is daar waar twee of drie mensen in zijn Naam bijéén zijn (Matteüs 18).

De kerk is daarbij geen initiatief van ons, maar van God. Hij roept mensen samen. Kerk hangt dus ook niet van ons af, van onze prestaties of inzet. Zoals Lied 975 het verwoordt: ‘Jezus roept hier mensen samen, die in woord, gebed en lied Gods aanwezigheid beamen…’

Vervolgens is de kerk een gemeenschap van mensen: we zijn elkaar gegeven. Tenslotte zijn we er niet alleen voor onszelf, maar ook voor de wereld om ons heen, in wederzijdse betrokkenheid, in dienst en getuigenis. Drie kernen van kerk-zijn dus: betrokkenheid op God, elkaar en de wereld.

Wat vinden mensen in de kerk? In Matteüs 18 gaat het over vergeving. Een schaars goed in een samenleving waar je wordt afgerekend op al je fouten en je zelden een tweede kans krijgt. Andere bijbelteksten spreken over gebed, lied, het lezen van de Schriften en doop en avondmaal. Gelovigen delen de maaltijd, hun dagelijks leven en blijven permanent leerlingen van Jezus. Dát is de kern van de kerk.

Vele vormen

Dat kan vervolgens op vele manieren vorm krijgen. Een gebouw is niet altijd beschikbaar of zelfs nodig. Tegelijk zijn we dankbaar voor de monumentale kerken als die van de Jacobi, omdat ze unieke mogelijkheden bieden om mensen te ontvangen. Hóe kerk vorm krijgt, is mede afhankelijk van de mensen ter plekke, de context en wat die te bieden heeft. Dat maakt ‘kerk’ dynamisch. De Geest van God heet ‘kracht’, dunamis, waar ons woord dynamiek en dynamiet vandaan komt. Dat is niet statisch, daar zit groei en vernieuwing in. Zo zijn er in de hele geschiedenis bewegingen geweest, die naast of vanuit de kerk vernieuwing brachten. Gebedsbewegingen, bewegingen voor sociale gerechtigheid, heiligingsbewegingen, charismatische bewegingen en reformatorische / evangelische bewegingen: ze vragen om (hernieuwde) aandacht voor verschillende aspecten van het kerkelijk leven.

Naast de bestaande kerk ontstaan ook nu nieuwe vormen van kerk-zijn. Pioniersplekken, maar ook groepen, die naast de kerkdiensten op zondagmorgen een spoor trekken (zoals de Kliederkerk). De geschiedenis leert dat, als beide groepen van elkaar leren, er veel vrucht is. Als ze elkaar op afstand houden of gaan verketteren, gaat er veel mis. Bewegingen worden sekten, de kerk krimpt.

Wederzijds leren

Het is dus belangrijk om goed te luisteren naar de bewegingen die ontstaan. Je hoeft daarbij niet alles goed of inspirerend te vinden, zolang je ziet, dat het voor ánderen wél een weg is naar de Bron. Ruimte maken dus. Dat sluit niet uit, dat je elkaar kritisch kunt bevragen. Binnen en vanuit plaatselijke gemeenten gebeurt veel goeds en moois, zowel ‘diaconaal’ als ‘missionair’ (in de praktijk zijn dat geen gescheiden terreinen meer). Er is jarenlange ervaring, die van betekenis is voor nieuwe vormen van kerk-zijn. Omgekeerd gebeurt er in die nieuwe vormen veel wat voor de gevestigde kerk een les is.

Faaltastisch

De kerk. Het gaat lang niet altijd goed, dat weten we maar al te goed. Onheilige conflicten, groot falen, blunders en missers. Er lopen mensen rond, die zwaar gekwetst zijn door de kerk. Iemand noemde de kerk ooit ‘faaltastisch’. Er zijn prachtige verhalen te vertellen over de kerk, over liefde en betrokkenheid op elkaar, over inzet voor de samenleving, de armen en de zieken, over strijd voor gerechtigheid. Fantastisch. Er zijn ook de andere verhalen. Van verdriet en pijn. Van falen. Kerkmensen zijn geen betere mensen dan anderen. Toch verwachten veel mensen wel iets van de kerk en de manier waarop we met elkaar omgaan. Je mág ook iets verwachten van de kerk: een schuilplaats, waar je je verhaal kwijt kunt, waar vergeving is en een nieuwe kans, waar je jezelf mag zijn en tegelijk wordt uitgedaagd om te groeien en verder te kijken dan je neus lang is. Tegelijk weten we dat het ook mis kan gaan. Dan is het goed om eerlijk te zijn. Zoals de gemeenschap van St. James Church in Londen. Deze kerk eindigt zijn ‘mission statement’ met de zin: ‘We don’t manage it all the time, so we try again’. Het lukt ons niet altijd, dan proberen we het opnieuw.

Gespreksvragen

• Wat is ‘kerk’ voor u? Kunt u momenten noemen waarop u de ervaring had: ‘dit is hoe de kerk bedoeld is’?

• Wat is voor u onopgeefbaar als het om ‘kerk’ gaat?

• Kent u bewegingen / nieuwe vormen van kerk-zijn naast de bestaande? Wat valt daar te leren?

• Zing en bespreek met elkaar lied 975 uit het nieuwe Liedboek.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken