Menu

Basis

Nieuwe luxe is een omkering in je denken

Theologe Jeanine Vermeulen over de wendingen in haar leven

Jeanine Vermeulen (1951) is opgegroeid in een groene omgeving en dat heeft haar uiteindelijk bij de Groene Kerk gebracht, waar zij als theoloog aandacht vraagt voor bewust omgaan met de natuur en met elkaar. Daar is niet veel rijkdom voor nodig, wel bewust keuzes maken en de moed om wendingen in je leven toe te laten. Wanneer mensen werkelijk op elkaar betrokken zijn, vertelt ze, gebeurt er iets dat groter is dan henzelf.

‘Ik groeide op in een boomkwekersgezin als oudste van vijf kinderen. Wij woonden helemaal midden in de polder en leefden dus in de rust van de natuur. Toen ik in de vijfde klas zat, ben ik bij het oversteken van de weg door een motorfiets aangereden en dat heeft een behoorlijke impact gehad op mijn leven. Ik lag zes weken in het ziekenhuis met een zware hersenschudding en hersenletsel. School werd ineens een probleem en ik kon niet doorleren. Maar ik was handig en ik ging naar het Voortgezet Gewoon Lager Onderwijs (VGLO). De zusters Ursulinen hadden dat ingevoerd voor meisjes. Daarna ben ik in een modewinkel gaan werken. Op een gegeven moment had ik dat werk wel gezien en wilde ik wat anders. Ik ben het kappersvak ingegaan waar ik ook een opleiding voor gevolgd heb en na mijn trouwen ging ik naar de moedermavo, want ik wilde toch wel doorleren.

Toen mijn kinderen naar de lagere school gingen, kwam ik in de catechesegroep van de kerk terecht. Ik heb daarvoor een toerustingscursus, de pastorale school, gedaan. Dat was heel interessant! Twee mensen uit die catechesegroep gingen theologie studeren in Amsterdam aan de Katholieke Theologische Universiteit. Ik dacht dat ik daar te weinig opleiding voor zou hebben. Ik was zeer geïnteresseerd in die opleiding, alleen was ik niet zo voor dat hele katholieke, ik heb altijd meer een oecumenische insteek gehad. Via ander werk, dat ik voor jongeren deed, kwam ik in contact met een lerarenopleiding in Diemen met een speciale tak voor pastoraat en gemeenschapsopbouw. Na een toelatingsexamen ben ik aan die pastoraal-theologische lerarenopleiding begonnen.’

Consequenties

‘Nadat ik klaar was met de HBO-opleiding heb ik een baan gekregen bij het jongerenpastoraat in het dekenaat Leiden. Later ben ik toch naar de Katholieke Theologische Universiteit in Amsterdam gegaan. Daar heb ik mijn doctoraal gehaald. Wie had na dat ongeluk gedacht dat ik dat ooit nog eens zou kunnen! Het was een heel groot schakelmoment. Er gebeurde in die jaren veel tegelijk.

Op een gegeven moment werd het jongerenpastoraat helemaal gereorganiseerd, waardoor vernieuwingen teruggedraaid werden. Om die reden heb ik hier een punt achter gezet. Ik was via dit jongerenpastoraat met een collega naar Honduras geweest om ontwikkelingswerk te doen met een jongerengroep. Dat opende mijn ogen voor de wereld en ik wilde graag meer zien. Later ben ik daar nog eens drie maanden geweest. In die periode heb ik ook meer van het land gezien. Zo kwam ik in het bestuur van de Stichting Ontwikkelings Projecten Honduras (SOPH). Ik had mijn baan in Nederland opgezegd en leefde in Honduras van mijn spaargeld. Dat gaat natuurlijk wel hard als er niets bijkomt. Ik heb wel vaker mijn werk opgezegd omdat ik dacht: zoals het nu gaat, wil ik het helemaal niet. Een paar keer zijn er van die grote wendingen geweest in mijn leven.

Of dat nieuwe luxe is weet ik niet, maar ik heb het mijzelf wel gepermitteerd om zonder baan te zitten met de consequenties die erbij hoorden. Als ik een goeie baan had, kon ik wat sparen en kon ik makkelijker dingen kopen. Heb ik het geld niet, dan kan ik ook op een houtje bijten en met heel weinig toe. Ik kan met heel weinig leven en gelukkig zijn. Of dat luxe is, is maar de vraag, want het is ook een beetje armoede. Daar zit ook ergens de grens.’

Franciscaanse milieubeweging

‘In mijn periode in Leiden kwam ik in contact met de franciscaanse milieubeweging die een communiteit hadden in Verbum Dei. Ze wilden een grote moestuin en alles wat ze kweekten en zaaiden heel dicht bij de natuur houden. Die plek in Leiden was daar niet geschikt voor. Ze gingen op zoek en kwamen in Stoutenburg terecht. Daar hebben ze tot oktober 2017 het Franciscaans Milieuproject gehad voor mannen en vrouwen.

Omdat ik daar mensen kende, volgde ik het. Wat doen zij daar? Wat gebeurt daar? Ik ben er verschillende keren geweest. Het kwam zelfs zover dat ik dacht dat ik er wel zou willen wonen, want het is zo dicht bij hoe ik in het leven sta. Ik vind het prachtig om buiten te zijn. Om de natuur te zien groeien en bloeien. Zelf je eten te kweken. Maar ook om met elkaar te wonen en te delen wat je hebt. Dan gaat het niet om het delen van financiële maar geestelijke rijkdom. Het was een prachtige locatie en er woonden daar fijne mensen samen. Natuurlijk weet ik wel dat samen in een groep wonen ook zijn moeilijke kanten heeft. Om diverse redenen ben ik daar uiteindelijk niet gaan wonen.’

Onvoorstelbare luxe

‘Nadat ik terugkwam uit Honduras had ik dringend een baan nodig. Dat lukte al snel. Daarna heb ik nog op twee andere plekken gewerkt. Toen het bisdom waarin ik werkte een andere bisschop kreeg, kon ik mij niet vinden in zijn beleid. Daar moet je als pastoraal werker toch een beetje naar luisteren. Ik realiseerde mij dat ik hier een punt achter moest zetten als ik nog enigszins gezellig verder wilde leven. Ik kreeg een klein pensioentje en daar kon ik net de huur van betalen. Ik wilde geen uitkering aanvragen, dat is mijn eer te na. Dus ben ik die periode tot de AOW uiteindelijk met heel weinig geld doorgekomen. Ik had tijdens mijn laatste baan een nieuwe auto gekocht en daar was ik hartstikke trots op. Maar ik bedacht mij dat als ik hem verkocht, ik weer een paar duizend euro op de bank zou hebben. Bovendien had ik dan ook geen kosten voor wegenbelasting en verzekering meer. Daar heb ik wel even over na moeten denken. Want het is wel een goed idee, maar je moet dan toch iets loslaten van je eigen bezittingen en van de luxe. Mijn vriendin zei meteen, als jij geen auto meer hebt, dan mag je die van mij wel lenen. Ook mijn moeder zei dat ik haar auto wel mocht gebruiken. Dus ik was één auto kwijt, maar ik had er twee bij! Ik vind dat eigenlijk wel een soort onvoorstelbare luxe, tenminste zo noem ik het dan.

Ik zoek een paard en ik zit er op!

Als ik de auto van mijn moeder nodig had, ging ik eerst op de fiets naar mijn moeder toe. Dan vroeg ik haar of ik bijvoorbeeld op donderdag de auto kon gebruiken. We maakten meteen even een praatje. Als ik op donderdag weer kwam om de auto op te halen, was ik weer even bij haar en hadden we weer een praatje. Dat gebeurde ook bij het terugbrengen van de auto. Ik had gedacht dat ik iets ging doen waar ik minder van werd, maar ik kreeg er ook weer zoveel voor terug! Ze zeggen wel eens, je doet een deur dicht en er gaat een raam open. Dus ja, wat is nieuwe luxe? Nieuwe luxe is een omkering in je denken. Niet geld is het belangrijkste, maar dat je genoeg hebt om te leven en dat je ook daardoor een bijdrage levert aan de medemens en aan de natuur.’

Prioriteiten stellen

‘Ik ben lid van een tuingroep, die de Vroegelingen heet. We zijn een groep die biologische groenten kweekt voor eigen gebruik. Het is op de tuin van mijn broer en dat is een heerlijke plek. Het is een beetje zoals Stoutenburg. Toen het niet doorging dat ik daar op Stoutenburg ging wonen, bleef wel de gedachte dat ik zo’n groentetuin zo mooi vind. Maar ik woonde in die tijd in Leiden op een bovenverdieping zonder tuin. Mijn broer heeft echter al jaren een biologische groentetuingroep op zijn tuin. Ik was daar en realiseerde mij ineens: ik zoek een paard en ik zit er op! Dat is toch geweldig! Opeens viel het kwartje. Dat soort dingen gebeurt soms. Je krijgt de geest of ineens inspiratie. Vanaf dat moment ben ik lid geworden. Het kon niet mooier.

De aarde moet gewoon niet uitgeput raken en dat gebeurt met kunstmest en snelle kweek wel, bovendien kweek je groente waar veel water in zit. Het krijgt niet de tijd om te groeien. Een mens moet prioriteiten stellen, dat is belangrijk. Boodschappen in een biologische winkel, of in een gewone supermarkt waar ze ook biologische producten verkopen, zijn wat duurder. Maar door die te kopen, draag je wel bij aan het bestaan van mensen die daarvan moeten leven en die leveren aan de biologische winkel en de supermarkten. We moeten een omslag maken en nadenken over waar wij ons geld aan willen uitgeven en wat er gebeurt als we dat niet doen.’

Way of life

‘In de geloofsgemeenschap Joannes de Doper in Boskoop ben ik samen met anderen bezig met de Groene Kerk. De protestantse kerk heeft dat oecumenisch opgezet en in de Groene Kerk willen wij het milieu ook als onderdeel van ons geloofsleven zien. Er zijn ongeveer honderd kerken in Nederland, protestantse kerken veelal maar ook katholieke kerken en zelfs een moskee, die meedoen. We werken met de groene bijbel. Het is de gewone Bijbeltekst, maar die wordt steeds afgewisseld met verhalen van mensen, een prachtige plaat of een spreuk. Waar het maar enigszins betrekking heeft op de natuur of het milieu of de verbondenheid van mensen staat in de kantlijn een groene streep.

In de Groene Kerk denk je niet alleen op de plaats waar het gebouw staat groen. Het is meer de plek waar je geïnspireerd raakt en je ervan bewust wordt dat wij onderdeel zijn van de schepping. De Groene Kerk wil inspiratie bieden van waaruit mensen kunnen leven. Bij ons is op zondag om negen uur een vroege viering en nu zijn we begonnen om na de viering koffie met elkaar te drinken. Eens in de maand of eens in de zes weken doen we ook een speciale koffieochtend. Dan nodigen we iemand uit of we laten een filmpje zien over iets dat met het milieu te maken heeft en dat proberen wij te verbinden met dat waarin wij geloven. We hebben aan het begin van het seizoen, op de startzondag, als Groene Kerk werkgroep het initiatief genomen om met de koffieochtend na die viering ook iets extra’s te doen. We hebben een rad van fortuin op de kop getikt en allemaal milieubewuste prijsjes opgezocht: zelfgemaakte jam, sapjes uit de tuin, handgemaakte dingetjes. We hebben ook nog een soort bewustwordingsenquête gehouden en we waren verbaasd hoe interessant mensen dat vonden en hoe gezellig het was. Ik zeg altijd: het moet geen strenge leer zijn, maar ook een verademing. Alles wat ik doe en wat ik gedaan heb, komt vooral toch van binnenuit. Ik weet ook niet of ik echt met ‘nieuwe’ luxe bezig ben, het is mijn manier van leven, het is een ‘way of life’, maar het blijft natuurlijk iedere keer wel weer een uitdaging.’

In de Groene Kerk is milieu onderdeel van ons geloofsleven

Omzien naar elkaar

‘Mijn inspiratiebron is Laudato Si’, een encycliek van paus Franciscus. Ik heb bijvoorbeeld dit gedeelte onderstreept: “De christelijke spiritualiteit stelt een andere wijze voor om de kwaliteit van leven te meten en nodigt uit tot een profetische en contemplatieve levensstijl die in staat is een diepe vreugde te kennen zonder door consumptie geobsedeerd te zijn. Het is belangrijk aan een oude les gevolg te geven die in verschillende godsdienstige tradities en ook in de Bijbel aanwezig is. Het betreft de overtuiging dat minder meer is.”

Ik heb hier thuis een eetgroepje dat nu uit vier vrouwen bestaat. Vrouwen die een moeilijke periode in hun leven doormaken of doormaakten. Het is begonnen met een vriendin van mij. Op een gegeven moment zei ik tegen haar dat het misschien wel leuk zou zijn als er nog iemand bij kwam. Dat was prima. En na een tijdje kwam er inderdaad nog iemand bij. Ik haal dan groenten uit de tuin. Dat is soms wat bewerkelijker, want het moet ook schoongemaakt worden. We doen de voorbereiding samen, ik kook en daarna eten we gezellig met elkaar en wassen af. Wij doen dit nu al een jaar of vier in wisselende samenstelling. We delen met elkaar.

Als nieuwe luxe al iets “kost”, dan is het de moeite die je moet doen. Je moet dat eten met elkaar organiseren, extra boodschappen halen en nadenken over wat je wilt koken. Het kost bovendien tijd, maar tegelijkertijd is het tijd die je wel investeert in iets waar je ook heel veel voor terugkrijgt. Binnen de diaconie noemen we dat: omzien naar elkaar. Dan zie ik meteen een plaatje voor me van iemand die een ander de voeten wast. Dat vind ik een prachtig voorbeeld. Twee mensen waarvan de een moe is en de ander wast zijn voeten. Maar dat kan alleen als diegene zijn voeten wil laten wassen. Als die overgave er is – want je moet ook iets van jezelf overgeven zodat de ander iets mag doen – gebeurt er iets met mensen, dat is een spiritueel moment. Daar gebeurt iets dat groter is dan mensen. Dat gebeurt ook in onze eetgroep en ik voel, als ik het theologisch duid, dat dit iets met God te maken heeft. God die niet zichtbaar is maar wel aanwezig. Aanwezig in en door mensen.’

De Groene Kerk wil een zichtbare, positieve rol spelen bij de noodzakelijke transitie om de negatieve gevolgen van onze huidige levensstijl (klimaatproblematiek, uitputting van grondstoffen, aantasting van de waardigheid van mens en dier, afnemende biodiversiteit) teniet te doen. (www.groenekerken.nl)

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken