< Terug

Palmboom

palmtakken

Het Nederlands landschap wordt niet gesierd door palmbomen. Ons klimaat is ongeschikt om deze bomen tot volle wasdom te brengen. Toch vieren we in het vroege voorjaar Palmzondag of Palmpasen. Die naam hebben we niet aan het klimaat, maar aan de bijbel te danken. Geïnspireerd door het verhaal over de intocht van Jezus in Jeruzalem lopen op deze laatste zondag voorafgaande aan het Paasfeest kinderen in kerken rond met stokken die versierd zijn met kleurrijke slingers – bij gebrek aan echte palmbladeren – en soms met lekkernijen. In de antieke wereld was een palmtak het symbool van de overwinning. In onze taal herinnert daaraan de uitdrukking ‘de palm wegdragen’: dat wil zeggen de overwinning behalen; uitmuntend zijn of boven anderen uitstijgen.

Grondtekst

Het Hebreeuwse woord tamar betekent ‘dadelpalm’. Het komt in het Oude Testament slechts op een bescheiden aantal plaatsen voor (Ex. 15:27; Num. 33:9; Lev. 23:40; Ps. 92:13; Hoogl. 7:7-8; Neh. 8:15; Joël 1:12). Een drietal vrouwen in het Oude Testament heeft de naam Tamar gekregen: een schoondochter van Juda (Gen. 38:6-24; Ruth 4:12; 1 Kron. 2:4; Mat. 1:3); een dochter van koning David (2 Sam. 13:1-32; 1 Kron. 3:9); en een dochter van Absalom (2 Sam. 14:27). Het woord timorah is te vinden in beschrijvingen van de tempel: een ornament dat een palmtak uitbeeldt (1 Kon. 6:29,32,35; 7:36; 2 Kron. 3:5; en 13x in Ez. 40:16-41:26). In de beschrijvingen in de vier evangeliën van de intocht van Jezus in Jeruzalem spreekt alleen het evangelie van Johannes nadrukkelijk over ‘palmtakken’ (Joh. 12:13). Het Griekse woord foiniks is verder alleen nog in het laatste bijbelboek te vinden – eveneens in het meervoud (Op. 7:9).

Letterlijk en concreet

a.In de landen rondom de Middellandse Zee komen palmbomen veelvuldig voor. Hoge, rechte bomen met grote takken en bladeren. Ze zijn populair. Ze bieden schaduw en vruchten, dadels. Het was de gewoonte van de profetes Debora zittend in de schaduw van een grote palmboom die tussen Rama en Betel stond, recht te spreken. Afbeeldingen van palmtakken sierden de muren van de tempel van Salomo (1 Kon. 6:29,32). Zij worden ook genoemd in de beschrijving van de ideale tempel in de slothoofdstukken van het boek van de profeet Ezechiël (Ez. 40:16-41:26).

b.Op hun tocht door de woestijn arriveert het volk Israël spoedig na de verrassende doortocht door de Schelfzee (Ex. 13:17-14:31) in een oase die Elim wordt genoemd en als volgt wordt beschreven: ‘een plaats met twaalf bronnen en zeventig palmen, en zij legerden zich daar bij het water’ (Ex. 15:27). De getallen ‘twaalf’ en ‘zeventig’ geven te denken. Naar alle waarschijnlijkheid hebben zij een symbolische betekenis: twaalf bronnen voor twaalf stammen; zeventig duidt op volheid en overvloed.

Beeldspraak en symboliek

a.Jericho stond bekend als de Palmstad (Deut. 34:3; Richt. 1:16). Een vruchtbare oase aan de oever van de Jordaan. Op zijn pelgrimstocht naar Jeruzalem trekt Jezus door Jericho (Mar. 10:46; Luc. 19:1-10). Korte tijd later houdt hij zijn opzienbarende intocht en brengt hij een bezoek aan de tempel (Mar. 11:1-11). De naam Palmzondag komt uit het vierde evangelie: ‘De volgende dag hoorde de menigte feestgangers dat Jezus toch naar Jeruzalem kwam, en in groten getale trokken ze Hem met palmtakken tegemoet…’ (Joh. 12:12). Matteüs spreekt in algemene bewoordingen over takken: ‘Zeer veel mensen spreidden hun kleren uit op de weg, anderen sneden takken van de bomen en legden die op de weg’ (Mat. 21:8). Marcus en Lucas zwijgen over takken: ‘Velen spreidden hun kleren uit op de weg, anderen deden hetzelfde met twijgen die zij op het veld gesneden hadden’ (Mar. 11:8).

b.Zwaaien met palmtakken gold als een teken van vreugde en blijdschap. Het volgende verhaal kan dat illustreren. Na de succesvolle opstand van de Makkabeeën in 164 v.Chr. bleef de burcht ten noorden van het tempelcomplex nog geruime tijd in handen van Syrische troepen. Eerst in de lente van 141 v.Chr. slagen de Joden er in onder aanvoering van Simon, de Hasmoneeër, de burcht te veroveren en de Syriërs te verdrijven uit geheel Jeruzalem: ‘En op de drieëntwintigste dag van de tweede maand van het jaar honderdeenenzeventig hielden de Judeeërs er hun intocht onder gejuich en het wuiven met palmtakken, onder het spelen van citers, cimbalen en lieren, en onder het zingen van lof- en dankliederen, want een grote vijand was uit Israël verdreven’ (1 Makk. 13:51).

c.Met palmtakken werd ook gezwaaid tijdens de viering van het Loofhuttenfeest: ‘Haal op de eerste dag citrusvruchten, palmtakken, twijgen van loofbomen en wilgentakken bijeen en wees vol vreugde voor de Heer uw God, zeven dagen lang’ (Lev. 23:40; vgl. Neh. 8:15-16). De overwinning van de Makkabeeën in 164 v.Chr. maakte het mogelijk de tempel te reinigen van heidense afbeeldingen. Vervolgens werd uitbundig feest gevierd: ‘Vol vreugde vierden ze acht dagen lang feest, zoals dit voor het Loofhuttenfeest gebruikelijk is. Ze dachten daarbij terug aan het Loofhuttenfeest dat ze kortgeleden gevierd hadden, toen ze nog in grotten in de bergen huisden, de verblijfplaatsen van de wilde dieren. Daarom droegen ze met loof versierde stokken, groene takken en palmen en zongen ze lofliederen ter ere van Hem, die hun plan om zijn tempel te reinigen had laten slagen’ (2 Makk. 10:6-7).

d.In het laatste bijbelboek worden de palmtakken opnieuw genoemd als een feestelijk teken: ‘Daarna zag ik een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en voor het Lam, in witte kleren en met palmtakken in de hand’ (Op. 7:9).

e.In het bijbelse liefdeslied wordt de schoonheid van de jonge vrouw door haar geliefde als volgt beschreven: ‘Hoe mooi ben je, mijn liefste, hoe bevallig en bekoorlijk! Je gestalte is zo slank als een palm, je borsten zijn als druiventrossen. Ik dacht bij mijzelf: ik klim in die palm en pluk de dadels … ‘ (Hoogl. 7:7-8).

f.Met het bovengenoemde is de symboliek van de palmboom nog niet uitgeput. Zo zingt een van de psalmisten: ‘De rechtvaardige groeit als een palmboom op, hij schiet omhoog als een ceder van de Libanon. Geplant in het huis van deHeer en opgegroeid in de voorhof van God blijven ze zelfs in hun ouderdom welig en sappig en groen. Zo melden zij: “De Heer is rechtvaardig, de Heer is mijn rots; geen ongerechtigheid is er in Hem”‘ (Ps. 92:13-16). Jezus Sirach past het beeld toe op Simon de hogepriester omringd door de overige priesters (Sir. 50:11-15).

Praxis

a.Liederen:

Liedboek: Psalm 24; 72; Gezang 60; 109; 117; 120; Alles I: 25; III: 21; IV: 28; Bijbel I: 71; II: 71; Eva I: 5; 10; Gezangen: 621A; 621B; Gezegend: 224; Honderd: 72; Hoop: 40; Mond: 54; ZAD I: 24; Zing: 11; Zingend III: 11; Zleven: 18; 19; 21.

b Poëzie:

Hans Bouma, Mijn God, Kampen 1997, blz. 71: ‘De Heer die een knecht is’; 173: ‘Wonend bij de mensen’. Muus Jacobse, Het oneindige verlangen, Nijkerk 1982, blz. 194: ‘De intocht te Jeruzalem’ (ook te gebruiken als lied). Huub Oosterhuis, Levende die mij ziet, Kampen/Tielt 1999, blz. 51: ‘Een grote menigte was hem gevolgd…’ 60: ‘Gegaan recht op jou af, Jeruzalem…’.

c Verwerking:

De thema’s die de palmboom en de palmtakken oproepen zijn onder andere: overwinning, vreugde, eerbetoon, feest, liefde. Gelet op deze thema’s is het begrijpelijk dat in de christelijke tradities wereldwijd de palmboom van grote betekenis is. Een paar voorbeelden. Een palmtakje wordt wel gebruikt bij het moment van het gedenken van de overleden geliefde. Het symboliseert de blijvende liefde en zege en het geloof in de overwinning. De palmtak kan in allerlei situaties als symbool dienen: het groen wijst in het voorjaar op het doorgaande leven, ook al leek in de winter alles dood; de tak wijst naar de hoop die ons kracht geeft om in moeilijke tijden voort te gaan; de wuivende tak als vorm van begroeting symboliseert de liefde voor de ander. In streken waar palmbomen groeien nemen gelovigen takken mee naar de kerk op Palmzondag. De kerk is helemaal versierd en de kleur groen -teken van leven en overwinning – overheerst. Omdat de palmtakken ook de zegen ontvangen, nemen de mensen ze mee naar huis.

Verwijzing

De palmboom heeft raakvlakken met ‘boom‘ in het algemeen. Verder met ‘ezel‘ en ‘koning‘.

< Terug