Menu

Premium

Preekschets 1 Samuël 1:17 – 12e zondag van de zomer

12e zondag van de zomer

‘Ga dan in vrede,’ antwoordde Eli.
‘ De God van Israël zal u geven waar u om hebt gevraagd’.

1 Samuël 1:17

Schriftlezing: 1 Samuël 1 (je kunt overwegen de lofzang van Hanna erbij te lezen tot 2,11).
Thema: Er gaat wat gebeuren…

Het eigene van de zondag

De zomer- en herfsttijd, van juni tot advent, is een tijd waarin over het algemeen aandacht wordt besteed aan discipelschap, maar ook aan Israël. Het is een tijd waarin er ruimte is om aandacht te geven aan het Oude Testament. Dat gebeurt ook in de vrije stof die in deze en de volgende preekschets aan de orde komt, tweemaal I Samuël. Een (veel) langere serie is denkbaar, de stof leent zich er uitstekend voor.

Uitleg

In de Tenach worden Rechters en Samuël direct na elkaar geplaatst. De constatering aan het einde van Rechters is dat iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was – er was immers nog geen koning. Wil Israël een staat worden waarin geleefd wordt met de Here, dan is dat vrijwel onmogelijk zonder een koning. Samuël gaat vervolgens over de komst van de koning. Het geeft daarmee antwoord op de dringende vraag uit Rechters.

Maar waar moet de koning vandaan komen? In onze Bijbel zit tussen Rechters en Samuël het boekje Ruth. Daar wordt voor een deel antwoord gegeven op die vraag. Het vertelt over rechtvaardige mensen die de wil van de Here doen. En het boekje eindigt met een kort geslachtsregister dat eindigt met David. Voordat David echter komt en koning wordt, moet er eerst iets anders gebeuren. Israël moet terugkeren tot de Here. Om Israël daarin voor te gaan, komen allerlei mensen uit onze tekst in aanmerking (vs. 1-8): Elkana (vroom en een goede stamboom), Pennina (krachtige, vruchtbare vrouw), Eli, zijn zonen (priesters). Allemaal lijken ze menselijk gezien geschikt. Maar als we beter lezen, dan voldoen ze toch niet. Elkana begrijpt het verdriet van Hanna niet en zegt dat ze aan hem toch genoeg moet hebben, terwijl hij zelf aan Hanna niet genoeg heeft… Pennina is een vrouw die bouwt en vertrouwt op haar kracht en zich daarop voor laat staan. Eli is weliswaar de priester die nog min of meer zijn best doet, maar zijn blindheid is ook een aanduiding voor hoe hij er geestelijk gezien aan toe is. Hij houdt meer rekening met een dronken vrouw in het heiligdom dan met een vrouw die werkelijk oprecht de Here zoekt (vs. 13). Als Eli geschikt was, dan lang geleden: hij is ingedut en zelfs niet in staat zijn eigen zonen te corrigeren. Want Chofni en Pinechas zijn helemaal ongeschikt, zie hoofdstuk 2.

Allerlei geschikte mensen voldoen niet. Ze zijn niet zoals we op het eerste gezicht denken. En hetzelfde geldt voor Hanna, die op het eerste gezicht ongeschikt is. Ze is immers onvruchtbaar… Maar onvruchtbaarheid maakt dat je Bijbels gezien op het puntje van je stoel gaat zitten (vgl. Genesis 11,30; Rechters 13; Lucas 1). We zien hier hoe de Here in Israël wil werken. Alle anderen vallen af en dan leren we Hanna kennen in vs. 9-16. Zij gaat met haar verdriet naar God en legt alles bij hem neer.

Het is bijzonder om te zien hoe deze vrouw volhardt bij haar geloof. Helemaal in een tijd waarin ook bij de El-godsdienst en in de Baälcultus allerlei oplossingen waren te vinden voor kinderloosheid. Een kind kon ‘gekocht’ worden, of in elk geval werd dat geloofd. Hanna kan niet terecht bij de mensen om haar heen (Pennina kwetst haar, Elkana neemt haar verdriet niet serieus en Eli beschuldigt haar onterecht) en komt tot rust bij de Here. Die geeft haar vrede en zegen die uiteindelijk via Eli worden doorgegeven (vs. 17).

De Here werkt niet door mensen, hoe geschikt ze op het oog ook lijken. Als Israël klaargemaakt wordt voor de komst van een koning, dan grijpt de Here hier zelf in. Het is geen werk van mensen, maar al in de geboorte van Samuël wordt duidelijk dat het de Here is die werkt. Het voortbestaan en de redding van Israël komt via deze wonderlijke geboorte tot stand.

Iets hiervan komt uit in de naam van Samuël die waarschijnlijk te vertalen is met God heeft gehoord. Het is de triomf van Hanna’s volhardende geloof in de Here, in weerwil van de spot van haar vijand. Zij belijdt dat de Here waarlijk God is: zij heeft immers om dit kind gevraagd en hij heeft het haar gegeven. En Hanna geeft haar kind aan de Here terug, zoals ze heeft beloofd. In het gesprek met Elkana (vs. 21-23) lijkt het alsof Elkana bang is dat de Here van zijn belofte terugkomt (zou Samuël dan sterven?). Het lijkt eerder de vrees in te houden dat Hanna van haar belofte aan de Here terugkomt als ze haar kind langer bij zich houdt. Maar dat is niet aan de orde. Als Samuël na drie of vier jaar de borst is ontgroeid, gaat hij, zo jong als hij is, naar Silo om daar de Here te dienen. Dit werk van de Here zorgt ervoor dat Eli knielt en zich verootmoedigt.

Aanwijzingen voor de prediking

Het gaat in deze tekst over de Here die werkt. Er gaat iets gebeuren in Israël. Het is nog nauwelijks zichtbaar, want de werken van God in deze wereld beginnen vaak zo klein en kwetsbaar dat je er geen oog voor hebt. Maar het is het werk van de Here en Hij zal zijn zegen erover geven. In de preek zal het gaan over hoe de Here werkt. Niet in de eerste plaats door de mensen die wij daarvoor geschikt achten, maar juist door het kleine en kwetsbare heen werkt God in deze wereld.

Het lijkt me nodig om de preek te beginnen bij een schets van de tijd waarin de tekst zich afspeelt. Een korte uitleg van de duisternis die de tijd van de Rechters kenmerkt en hoe Israël steeds weer bij de Here vandaan gaat. Er zijn wat dat betreft genoeg overeenkomsten met onze tijd waardoor de tekst dichtbij komt. Er is een koning nodig, maar voordat die komt moet er eerst iets anders gebeuren. Hoe komt het volk weer bij de Here? Daarvoor is het nodig dat God zelf werkt.

Maar wie is geschikt? Door wie gaat God heen werken? Elkana, Pennina, Eli, Hofni en Pinechas hebben uiterlijk gezien eigenschappen waar de Here bij aan kan knopen. Maar wat menselijk gezien geschikt is, is voor de Here ongeschikt.

Dan gaat de focus op Hanna. Zij is menselijk gezien niet geschikt, maar dat maakt haar in Gods ogen juist geschikt. In geval van de Here is maar enkel geloof en vertrouwen in de Here.

Want dat is wat boven alles in dit hoofdstuk duidelijk wordt. Het zijn niet mensen die hier uitkomst geven. Het is de Here zelf die werkt. Hij grijpt in: in het leven van Hanna en daarmee grijpt Hij beslissend in voor Israël. Dat wordt hier nog niet volledig zichtbaar, maar zal uiteindelijk een groot en schitterend werk worden. Hier wordt een lijn zichtbaar naar de Here Jezus. Ook daar was het God zelf die werkte in deze wereld door schijnbaar ongeschikte vrouwen (Elizabeth, Maria) die geloofden en op de Here vertrouwden. Ook in de komst van de Here Jezus begon het werk van God in deze wereld in het kleine en kwetsbare. Maar het is uitgegroeid onder de zegen van de Here.

Daar is ook op verschillende niveaus toe te passen. Net als in de tijd van I Samuël is ook vandaag vertrouwen nodig. Als wij te maken hebben met verdriet en nood – dan is het niet de oplossing om naar de afgoden van deze tijd te gaan en daar alles van te verwachten. Alleen de Here kan uitkomst geven. Hij wil door ons heen werken wanneer wij enkel en alleen op hem vertrouwen en ons hart bij hem uitstorten. Dat is genade. Onverdiend, maar door God gegeven.

Liturgische aanwijzingen

Qua Psalmen valt te denken aan 142 of 143. Ook Psalm 113:3 kan een plaats in de dienst krijgen.
Gezangen: LB 9 (loflied van Hanna, NLB 152); LB 322: 3,4,5,6 (NLB 364).

Suggesties voor kinderen

Het spelen met de vraag wie geschikt is en wie niet spreekt kinderen op een heel basaal niveau aan. Het is een mooie manier om bespreekbaar te maken hoe de Here in de Bijbel meestal niet de mensen kiest die wij zouden kiezen. Hierbij denk ik altijd aan die reclame van de landmacht (inmiddels alweer wat lang geleden?). Wie is geschikt, ongeschikt om het leger in te gaan? Wie is geschikt om in dienst van de Here te staan? Niet wie van alles kan, maar wie vertrouwt.

Geraadpleegde literatuur

  • P.K. McArthur (Anchor Bible)

  • A.H. van Zijl (Prediking Oude Testament).

  • W. Bruegemann (Interpretation)

  • Smelik (Verklaring van de Hebreeuwse Bijbel).

  • F.O. van Gennep (School voor Koningen, monografie)

  • H. de Jong (Twee Messiassen)

  • C.M.A. van Ekris, (‘Nicht Gott fern’ in Theologia Reformata 54-3)

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken