Menu

Premium

Preekschets bij NLB 903

1e zondag na Trinitatis

Zou ik niet van harte zingen?

NLB 903 uit Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk

Zie ook

Het eigene van de zondag


Vandaag is het de eerste zondag na Trinitatis. Dit kalenderjaar zijn er drie zondagen na Trinitatis voordat de zomertijd aanbreekt. Dat zijn er relatief veel, ter vergelijking, vorig jaar was er één zondag na Trinitatis, volgend jaar is er geen. Dit heeft alles te maken met wanneer Pasen (en dus ook Pinksteren en Trinitatis) valt, vroeg of laat in het jaar. De eerste zondag van de zomer valt namelijk tussen 19 en 25 juni.
Er zijn geen bijzondere thema’s die bij deze zondag horen. Daarom heb ik gekozen voor een lied.

Uitleg

De vorm van dit lied met zijn karakteristieke refrein heeft Paul Gerhardt overgenomen van zijn leeftijdgenoot, de destijds beroemde Noord-Duitse dichter-predikant Johann Rist. De tekst is voor het eerst verschenen in de in 1653 gepubliceerde tweede oplage van Johann Crügers Praxis pietatis melica.

Met het oog op het Liedboek voor de kerken is het lied, dat oorspronkelijk 12 strofen kent, aanzienlijk bekort. De daarin opgenomen strofen zijn de coupletten 1, 2, 4, 8 en 12 van het oorspronkelijke lied. In het Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk is nog een couplet toegevoegd, het oorspronkelijke zevende couplet. Dit is als vijfde couplet opgenomen, waardoor het lied ook geschikt is geworden als avondlied.

De Nederlandse vertaling is van Ad den Besten, de melodie van Johann Schop.

Het thema van het lied wordt weergegeven in de laatste twee versregels waarmee elk couplet eindigt: Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid. Deze woorden herinneren aan Prediker 3 en Psalm 103 (vers 17). Het oorspronkelijke lied kun je zien als een uitwerking van Klaagliederen 3:22-36 en Hebreeën 12:5-11.

Dit is echter in de vertaling in ons Liedboek niet direct terug te zien, omdat er maar 6 van de 12 oorspronkelijke coupletten zijn opgenomen.

In het originele lied wordt een trinitarische indeling aangehouden, daarom past het ook mooi op deze eerste zondag na Trinitatis. Na de eerste, algemeen inleidende strofe worden in de volgende drie coupletten de redenen om Gods liefde te bezingen belicht vanuit Vader (vers 2), Zoon (vers 3) en Geest (vers 4). Deze trinitarische indeling wordt ook in de volgende 8 coupletten aangehouden.

In het Liedboek staan zoals gezegd de coupletten 1, 2, 4, 7, 8 en 12. Dat wil zeggen de inleiding, het couplet over de liefde van de Vader, van de Geest, nogmaals één over God de Schepper (4) en één over het werk van Jezus Christus (5), het laatste couplet gaat over het werk van de Geest.


Het eerste couplet zet in met een vraag die een bepaalde dubbelheid oproept: Zou ik niet van harte zingen Hem die zozeer mij verblijdt? Een dubbelheid, want natuurlijk is er alle reden om God de lof toe te zingen, maar tegelijkertijd zijn er ook heel veel redenen om te klagen, om het uit te schreeuwen van ellende. Er is licht en donker, blijdschap en verdriet.

Na die vraag volgt een opsomming van redenen waarom God de lof gezongen zou moeten worden: in alle dingen zie je niets dan zijn genegenheid, de liefde van de Heer is de hartslag van het leven, mensen die Hem navolgen worden door zijn liefde gedragen. En dan volgt het refrein dat in ieder couplet terugkomt: Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.

Dit refrein verwijst naar Prediker 3, het gedicht van de Prediker over de tijd. Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. (Prediker 3:1)

Alle dingen die in een mensenleven gebeuren zijn tijdelijk, het gaat voorbij, maar Gods liefde houdt eeuwig stand. Hij laat nooit los waar Hij aan begonnen is. Alleen dat is al voldoende reden om te zingen. En tegelijkertijd is dat ook een reden om juist niet blij te zijn, maar verdrietig. Wij blijven niet, het goede dat we ervaren gaat voorbij, en gelukkig ook het slechte. En in alles is God erbij.

In vers 2 worden nog meer redenen opgesomd om God de lof te zingen. Hij zorgt voor ons (voor mij staat er) zoals een vogel voor haar jongen zorgt (zie Psalm 91,4). Een prachtig beeld! Hij keert alles wat er gebeurt ten goede, is altijd bij ons, we zijn veilig in zijn hoede.

Nooit zijn we alleen geweest, staat er dan in vers 3, want Hij gaf woord en Geest. En door die Geest doet Hij ons geloven, en wordt het innerlijk licht in ons ontstoken. Dat licht kan door niets en niemand gedoofd worden.

Vers 4 gaat over de schepping, alles wat er te zien is op aarde draagt het merk van Gods beleid. De schepping is prachtig en voorziet ons van voedsel en een plek om te vertoeven.

In het vijfde couplet gaat het over de zorgen die je als mens kunt hebben. ‘Mijn zorgen zijn zijn zorgen’, we hoeven ons niet druk te maken om alle problemen die op ons drukken. Jezus deelt in onze zorgen: `Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven’ (Matteüs 11:28). Zonder de verzekering dat God naar ons omziet, zouden we ten onder gaan aan onze angsten en ellende.

Het laatste vers is eschatologisch van toon, het eindigt niet met het standaardrefrein, maar met `tot ik U na deze tijd liefheb in der eeuwigheid.’ De ik-persoon wil zich zijn hele leven en ook daarna vasthouden aan zijn vertrouwen in God, Hem dienen en eren. God doet Hem het hart branden, hij voelt zich geliefd, hij is Gods kind. Ondanks alle tegenslag, alle verdriet en ellende wil hij blijven geloven, blijven hopen. Misschien wel tegen de klippen op.

Het is een lied vol geloofsvertrouwen, God is altijd bij ons, te zien in de Schepping, Hij deelt in onze zorgen, Hij houdt van ons. Een prachtig lied dat heel veel goede dingen opsomt. Er is geen ruimte voor twijfel, of voor verdriet. Dat is tegelijkertijd de reden waarom niet iedereen dit graag zal zingen. Het is wel heel stellig.

Het lied zet in met ‘zou ik niet van harte zingen’. Zingen is een activiteit die je met heel je lijf doet. Je hebt je hoofd, je hart en je longen erbij nodig. Zonder lucht in de longen lukt het niet, zonder adem, zonder geest wordt het niets.

In de kerk zingen we vooral samen, met elkaar. Het versterkt de gemeenschap. De meeste kritiek van gemeenteleden komt niet op de preek, maar op de liederen, te moeilijk, te onbekend… Zingen is belangrijk voor veel mensen.

Zingen kan je alleen doen, maar ook samen. Eenstemmig, meerstemmig, in canon. Zingen verveelt nooit.

Door te zingen kunnen verschillende emoties de revue passeren, zing je samen en is een lied te beladen, dan zingen je buren wel voor je. Door zingen kan je boven jezelf uitgetild worden. Een lied kan een leven lang met je meegaan.

aanwijzingen voor de prediking

Zingen is belangrijk voor veel mensen, het kan heel veel bewerkstellingen. Herinneringen die bij een lied horen worden opgeroepen, en de emoties die daarbij horen. Zingen maakt vrolijk, maar je kunt er ook je boosheid en verdriet in kwijt.

In de preek (of misschien er al aan voorafgaand) kun je heel goed de vraag stellen wat reden geeft tot zingen. Waar word je blij van, wat maakt dat je het uit kunt jubelen van vreugde, of juist zachtjes voor je uit wil zingen?

Iedereen zingt wel eens, niet alleen kerkgangers. Op scholen wordt er gezongen, we luisteren naar muziek via ons mobieltje, of via de radio, er zijn talentenjachten op tv die om het zingen draaien (Idols, The Voice of Holland), mensen gaan naar concerten van hun idolen.

Lied 903 somt een heel aantal redenen op waarom we God de lof mogen zingen, Hem mogen loven en prijzen met onze stem. Redenen die stuk voor stuk legitiem zijn, maar waarbij veel mensen zich ook zullen afvragen: is dat zo? Zie ik in alle dingen Gods genegenheid? Het is toch niet alleen licht, maar ook donker in de wereld?

Het beeld van de vogel die voor zijn jongen zorgt uit couplet twee kan verder uitgewerkt worden. Zoals een vogel voor zijn/haar jongen zorgt, zo zorgt God voor ons. Een vogel die af en aan vliegt met eten voor de jongen om ze te voeden, een roofvogel die onder de jonkies vliegt als ze voor het eerst gaan vliegen. Zo zorgzaam is God ook voor ons mensen. We zien het vaak niet, ervaren het niet op het moment zelf, maar al terugkijkend kan je het vaak wel zien. Het gedicht Voetstappen in het zand zal dan bij veel mensen in het hoofd opkomen denk ik, zowel bij ouderen als ook jongeren.

Couplet vier gaat over de schepping, die is om mijn bestwil toebereid, zo staat er. En overal is het goed te wezen. Dat roept de nodige vragen op. Is de schepping altijd goed? Je kunt doodgaan van bepaalde planten, verdwalen in de jungle, sterven van de dorst in de woestijn. En er zijn natuurrampen, maar vaak heeft dat wel een oorzaak, komt het door menselijk handelen.

Natuurlijk is de schepping ook prachtig en machtig, voelen we ons klein als we naar de hemel kijken, of door de bergen wandelen. En mogen we er van genieten, ons opladen in de natuur. Rommelen in de tuin, kijken hoe iets tot bloei komt, wandelen in het bos, langs het strand, op de hei.

In de vijfde strofe wordt gesteld dat ons leven ellendig zou zijn zonder God. Ook iets dat vragen oproept. Er zijn genoeg mensen die niet geloven, maar die toch een gelukkig leven lijken te hebben. Hoe zit dat dan?

Kortom er zijn genoeg thema’s uit het lied te halen, zorg dat je er niet teveel kiest.

ideeën voor kinderen en tieners

Houden de kinderen van zingen? Hebben ze een lievelingslied (misschien kan dat gezongen worden?). Wanneer zingen ze? Zingen ze ook wel eens in hun eentje (onder de douche, met cd/youtube mee?). Vertellen dat er in de kerk altijd veel gezongen wordt, en waarom. Ook in de Bijbel werd al veel gezongen (noem een voorbeeld).

Zie ook: Kindermoment bij de 1e zondag na Trinitatis.

liturgische aanwijzingen

Bij NLB 903 kan goed Psalm 103 gelezen worden, of Psalm 118 of 136 met het terugkerende refrein: eeuwig duurt zijn trouw. Deze kunnen uiteraard ook gezongen worden. Ook Psalm 100 is heel geschikt.

Natuurlijk zijn ook Prediker 3 en Klaagliederen 3:22-36 heel geschikt bij dit lied.

Als je kiest voor het thema schepping is ook Psalm 8 of Psalm 104 passend.

Uit het Nieuwe Testament kan een lezing gekozen worden over Gods liefde, bijvoorbeeld 1 Johannes 4:11-21, of 1 Korinthe 13, het hooglied van de liefde.

Als je meer insteekt op het zingen, kan Efeziers 5:15-20 passend zijn.

geraadpleegd

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken