Menu

Basis

Zie de mens

Bijschrift

Kijk om je heen en zie hoe en hoeveel er geleden wordt. Hoe dat lijden in al zijn vormen wordt ondergaan en hoe het wordt aangedaan. Een niet-aflatende stroom van woorden en beelden trekt aan ons voorbij en roept eveneens een niet-aflatende stroom aan vragen op. Als Pilatus Jezus aan het volk toont zegt hij: ‘Ecce homo, zie de mens’, of zoals de nieuwe vertaling zegt: ‘Hier is hij, de mens’ (Johannes 19:5). De met doornen gekroonde en geslagen mens doet iets met ons, ook al weten wij vaak niet wat we met onze verwarring daarbij moeten doen. Als Pilatus echter niet deze geslagen mens had getoond, maar de soldaten die hem vernederden, kroonden en sloegen, dan had hij ook kunnen zeggen: Zie de mens. In de kunst zijn de personen die Jezus martelen (zie de afbeelding bij dit Bijschrift en ook bijvoorbeeld Jeroen Bosch) vaak getoond met een rare, waanzinnige en boosaardige grimas op hun gelaat, zodat de toeschouwer kan denken: Zo ben ik gelukkig niet. Maar dan heeft de kunst hem toch op het verkeerde been gezet. Sinds Hannah Arendt heeft gesproken over de banaliteit van het kwaad, kun je er geen karikatuur meer van maken.

De mens, wie of wat hij ook moge zijn, toont zich in uitersten. Zet er twee bij elkaar en alles is in gevaar. Maar ook: zet er twee bij elkaar en alles is mogelijk. Hij is slachtoffer of dader – en ja, soms ook allebei tegelijkertijd. Hoe tragisch kan het zijn? Ik moet denken aan de Noorse schrijver Olav Duun, die schreef: ‘Misschien vraag je mij: Is het goed of is het kwaad om mens te zijn? Weet je wat ik dan antwoord? Dan antwoord ik: “Ja!”’

Met doornen gekroond. Vleugelaltaar uit de Stiftskerk Bad Hersfeld. Meester van Erfurt, rond 1460/70. Hessisches Landesmuseum.

Al heel lang had ik de wens om Is dit een mens (1947) van Primo Levi te lezen. Ik deed het onlangs en het boek (een recente uitgave in het Engels) maakte grote indruk op mij. Evenals het vervolg op dit boek: La Tregua; Het bestand of Het respijt (1963). Het is een tweeluik, zoals ook Elie Wiesel later een tweeluik zou schrijven. Op zijn boek over de holocaust La nuit; De Nacht (1958), volgde later l’Aube; De Dageraad (1962). In deze boeken lees je over ‘het leven’ en vooral het ‘niet-leven’ in en na Auschwitz op een wijze die je niet loslaat en die te denken geeft.

Om ver weg te blijven van enige vorm van sensatiezucht, zal ik hier de gruwelen waarover geschreven is niet herhalen. Wie een beeld wil krijgen van de holocaust, zal zich de moeite moeten getroosten om Levi en Wiesel zelf te lezen. Wel haal ik hier wat regels aan waarin Levi het ook over de Bijbel heeft.

In zijn eerste boek schrijft hij over de ontmoeting met een Pool in het kamp.

Hij vertelde mij zijn verhaal, en ik ben het nu vergeten, maar het was zeker een bedroevend, wreed en bewogen verhaal; want zo zijn al onze verhalen, honderdduizenden, allemaal verschillend en vol van een tragische, ontstellende onontkoombaarheid. ’s Avonds vertellen we ze aan elkaar en ze vinden plaats in Noorwegen, Italië, Algerije, Oekraïne, en ze zijn even eenvoudig als onbegrijpelijk – zoals de verhalen in de Bijbel. Maar zijn ze dan ook niet de verhalen van een nieuwe Bijbel?

Cover van If this is a man / The truce, van Primo Levi

Het is overigens wel de moeite waard om te zien hoe Levi’s boek in het Nederlands is vertaald. De oorspronkelijke, Italiaanse titel is: Se questo è un uomo. De eerste Nederlandse uitgave (1963) luidde: Eens was ik een mens. De heruitgave (1987) had de titel: Is dit een mens. Wonderlijk, want de letterlijke vertaling van de Italiaanse titel is: Als dit een mens is. Die letterlijke titel kan uitsluitend gelezen worden als een zin die niet is afgemaakt. Je moet dan denken: Als dit een mens is… dan… Dan moet er nog iets volgen om tot een complete zin te komen. Vul maar iets in… Als dit een mens is, dan is de wereld absurd. Of: dan is het onmogelijk om een goed mens te zijn, of: dan kan het ondanks alles nog alle kanten op, misschien zelfs de goede. Levi laat alle kanten zien, maar de aanvulling op de titel laat hij open. Toch biedt hij (in uitersten en hoe pijnlijk ook) een niet te miskennen blik op onszelf.

Datzelfde herken ik in de Bijbel. Als we onszelf willen leren kennen, dan kunnen we niet om de Bijbel heen. Als verzameling teksten is dat namelijk niet alleen een boek vol uitersten, maar ook een boek met perspectieven. Daarom is het zinvol – en in mijn ogen noodzakelijk – om die Bijbel niet allereerst of bovenal te lezen vanuit de vraag naar God, maar vanuit de vraag naar onszelf. Dan en daar – ik weet niet waar elders zo sterk – komen we onszelf tegen en kunnen we misschien aanvullingen vinden op de vraag: ‘Als dit een mens is… dan…’

Gerard van Broekhuizen is theoloog en kunstenaar.

Literatuur

Primo Levi, If this is a man / The truce. Survival in Auschwitz. Abacus, London, 2023.

Olav Duun, Ettermæle, 1932.


Lijden
Schrift 2023, nr. 2

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken