Betoverd door begeerte

De mens is al sinds het begin der tijden gefascineerd door liefde en seksualiteit. In zijn nieuwe boek Betoverd door begeerte. Liefde en lust in de wereld van Bijbel en oudheid neemt Daniël De Waele ons mee op een intrigerende reis naar de oudheid en bijbelse tijden. Hoe keek men destijds naar seksuele geaardheden, voortplanting, prostitutie en grensoverschrijdend gedrag? De Waele laat zien hoe de mensheid naar manieren zocht om de ontembare vurigheid van liefde en seksualiteit toch te bedwingen. Hoe ongeremdheid in heidense tijden aan de andere kant doorsloeg in christelijke ascese. En hoe de rabbijnen het verlangen niet als last maar als iets positiefs beschouwden.
Jozef en Maria
De evangelist Lucas vertelt hoe God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea zond, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een zekere Jozef. Haar naam was Maria. Zij schrok nogal toen er zomaar plots een engel bij haar stond, maar de engel stelde haar gerust:
‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. […] Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.
Een groot wonder was het wel, zwanger worden zonder gemeenschap te hebben met een man. Het was ook alleen maar mogelijk geworden doordat Gods kracht over haar kwam. Maria ontving nieuw leven, en was toch maagd. Het is volkomen begrijpelijk dat ook Jozef een bezoek van een engel nodig had om van dit wonderlijke feit overtuigd te worden.
Uitzonderlijk
De maagdelijkheid van Maria was natuurlijk iets heel bijzonders. Sinds de zondeval van Adam en Eva zuchtte de mensheid onder het juk van de vleselijke lust om zo kinderen voort te brengen. Maar hier was een maagd uitverkoren door God die daaraan ontsnapte: in volstrekte kuisheid ontving en baarde zij de Zoon Gods. Zulke kuisheid was wel enige navolging waard, vond menig kerkleider. Augustinus schreef: “Laat ons kuisheid boven alles liefhebben, want om te laten zien dat deze hem welgevallig was, verkoos Christus het nederig verblijf in een maagdelijke schoot.”
De dood kwam door Eva, het leven door Maria
Paulus had geschreven over Christus als de tweede Adam die het onheil dat de eerste gesticht had in de wereld tenietdeed: “Kortom, zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven.” Wat lag er meer voor de hand dan ook Maria te zien als een tweede Eva? Hiëronymus (347-420) schreef:
Eva baarde voortdurend met smart kinderen. Toen echter een maagd in haar schoot ontvangen had en voor ons een zoon had gebaard […] is die vervloeking opgeheven. De dood kwam door Eva, het leven door Maria. Daarom is de gave van de maagdelijkheid ook rijkelijker toegevallen aan vrouwen, omdat ze bij een vrouw begonnen was.
Ongehoorzaamheid
Reeds Justinus de Martelaar (2e eeuw n.Chr.) had uitgelegd dat Christus uit de Maagd was geboren, opdat de ongehoorzaamheid die voortkwam uit de slang zou kunnen vernietigd worden op dezelfde manier als waarop ze haar oorsprong vond. Want Eva die een maagd en onbezoedeld was, ontving het woord van de slang en bracht ongehoorzaamheid en dood voort. Maar de Maagd Maria ontving geloof en vreugde toen de engel Gabriël haar het goede nieuws aankondigde. […] En Hij is door haar geboren, naar wie, zoals we hebben bewezen, zovele Schriftgedeelten verwijzen, en door wie God de slang, en de engelen, en de mensen die zijn zoals die slang, vernietigt, maar hen die zich bekeren van hun boosheid en geloven in Hem bevrijdt van de dood.
Een tweede Eva
Zoals Jezus een tweede Adam was, zo was Maria een tweede Eva. Het verwondert dan niet dat zoals Jezus opsteeg ten hemel, dat ook met Maria gebeurde. Ergens in de 3e tot 5e eeuw schreef iemand een stichtelijk boekje ‘Uitvaart van de Heilige Maagd’. Daarin geeft Jezus aan de aartsengel Michaël de opdracht het dode lichaam van Maria naar de hemel te voeren, de apostelen die daarbij aanwezig zijn moeten plaatsnemen op wolken om hen te volgen. “En toen ze het paradijs binnenkwamen, ging het lichaam van Maria naar de boom des levens; en men bracht haar ziel en liet die in het lichaam binnengaan.”
Het is volkomen begrijpelijk dat ook Jozef een bezoek van een engel nodig had om van dit wonderlijke feit overtuigd te worden
Er circuleerden meer versies van dit verhaal. Volgens sommigen was Maria nooit gestorven maar werd ze levend en wel weggevoerd naar het hemels paradijs. Het was een transitus, een overgang van het aardse leven naar het hemelse, zoals lang geleden ook Henoch, Mozes en Elia hadden meegemaakt. In een ander geschrift, ‘De tenhemelopneming van de Maagd’ van Pseudo-Melito (5e eeuw), wekt Jezus Maria op uit het graf en zegt: “Sta op, mijn liefste en verwante: gij die geen bederf onderging door de vleselijke vereniging, zult niet de ontbinding van het lichaam ondergaan.” Seks en dood hadden met elkaar te maken, zo blijkt. Maria’s seksuele zuiverheid vrijwaarde haar voor lichamelijke ontbinding. Men zag de Maria-Tenhemelopneming verbeeld in het visioen van Johannes: “Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd.”
Koningin des Hemels
Bij haar tenhemelopneming werd Maria de ‘Koningin des Hemels’: de regina caeli. Opvallend is dat dat ook – zo ongeveer – de titel was van de godin Inanna (Nin-anna is: ‘Vrouwe van de Hemel’). Maria werd vereenzelvigd met de Kerk en was als bruid van Christus de Koningin van de hemel. In de middeleeuwen zou men haar als zodanig bezingen in verschillende hymnen. Zo dichtte Adhemar, bisschop van Le Puy, in 1098 het Salve Regina:
Wees gegroet, koningin, moeder van barmhartigheid; ons leven, onze vreugde en onze hoop, wees gegroet. Tot u roepen wij, ballingen, kinderen van Eva; tot u smeken wij, zuchtend en wenend in dit dal van tranen.
Daarom dan, onze voorspreekster, sla op ons uw barmhartige ogen; en toon ons, na deze ballingschap, Jezus de gezegende vrucht van uw schoot. O goedertieren, o liefdevolle, o zoete maagd Maria.
Wat had de mensheid doorheen al die eindeloze eeuwen geleden onder de heerschappij van andere koninginnen, zowel hemelse als aardse en demonische. Wellustig hadden die gespeurd en gezocht naar jongelingen en mannen, naar zwangere vrouwen ook, om die te overweldigen met seks en dood. Christenen hadden gepoogd de wellust die zich als een gifslang had vastgebeten in hun ziel te doden. Het bleef een lastige worsteling. Alleen Maria, de zuivere en eeuwige Maagd, had een heilig leven gebaard zonder te worden besmet door enige zinnelijkheid. Lust en dood werden overwonnen, eeuwig regeert zij nu als Koningin des Hemels. Een toevlucht voor de ballingen van deze wereld.
Maria’s moedermelk
Hoe hemels Maria ook was, één aards kenmerk bleef ze behouden: zij was de moeder van Jezus die zij gezoogd had, zij werd de Maria Lactans. Natuurlijk is dat een universeel gegeven, we vinden het bijvoorbeeld ook terug bij Isis die haar zoon Horus de borst geeft. De katholieke kerk wist dat zo ook de christen gevoed werd door de genade, waarvan Maria’s moedermelk het beeld werd. Mystici zouden trouwens bijzondere ervaringen krijgen met Maria. Bernardus van Clairvaux (12e eeuw) was een vurig vereerder van Maria, en daarover ontstond een legende. Toen hij het gebed Ave maris stella bad voor een beeld van de Maagd, en van dat gebed de woorden sprak Monstra esse matrem (‘Toon uzelf een moeder’), verscheen zowaar de Maagd aan Bernardus, ze kneep in haar borst en liet drie druppels melk op zijn lippen druppelen.
Maria werd vereenzelvigd met de Kerk en was als bruid van Christus de Koningin van de hemel
Er deden meer verhalen de ronde. Een monnik die stervende was aan een aandoening waarbij zijn mond, neus en lippen weggevreten werden door zweren, verweet de Maagd dat zij hem niet bijstond, terwijl hij haar toch altijd trouw had aangeroepen met woorden ontleend aan het evangelie, waar een vrouw tot Jezus zei: “Gelukkig de schoot die U gedragen heeft en de borsten waaraan U gedronken hebt!” Daarop verscheen de Maagd aan de monnik: “Heel zoetjes en met groot genoegen haalde zij uit haar lieve boezem haar borst tevoorschijn, die zo lief, zacht en mooi is, en plaatste die in zijn mond, heel zoetjes beroerde zij heel zijn mond en besproeide die met haar lieve melk,” vertelt Gautier de Coincy in 1223. De monnik werd uiteraard genezen.
Meerdere schilderijen
Een schilderij uit begin 15e eeuw uit de kathedraal van Firenze toont Maria geknield met ontblote borst naast Christus. Zij bidt hem bij de Vader te bemiddelen voor zondaars; een inscriptie luidt: “omwille van de melk die ik je gegeven heb, wees hun genadig.”
Lust en dood werden overwonnen
Een laat-15e-eeuws schilderij in het Palazzo Comunale te Chieti toont Maria uit wier borsten stromen melk gutsen in de mond van hen die lijden in het vagevuur. Het bekendst is wellicht een schilderij van Jean Fouquet, ‘Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen’. Fouquet schilderde eigenlijk de maîtresse van de Franse koning Karel VII: Agnès Sorel, maar dan afgebeeld als de Maagd met Jezus op haar schoot. Al dateert het uit halfweg de 15e eeuw, hoe doet verrassend modern aan. Maria zit op een troon, gekroond met juwelen, terwijl uit haar strakke keurslijfje een blanke, volmaakt ronde borst tevoorschijn komt. Dit erotisch getinte kunstwerk kan men bewonderen in het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen.
Het lijkt erop dat in die zuivere en onbevlekte Maagd Maria toch weer iets van de geest van Inanna is binnengeslopen.
Daniël de Waele was tot voor kort docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen te Brussel. Van zijn hand verschenen eerder Ontluikend christendom (2021), Vergeten rijkdom (2022), Godenschemering (2023) en Ontwakend jodendom (2024).
Daniël de Waele, Betoverd door begeerte. Liefde en lust in de wereld van Bijbel en oudheid. Uitgeverij: Utrecht, KokBoekencentrum Uitgevers, 2025. 400 pp. €27,99. ISBN 9789043543118