Menu

Basis

Bewogen en betrokken

1 april: landelijke pastorale dag in Gouda

Een wandelaar op pad

De zesde landelijke pastorale dag op zaterdag 1 april aanstaande heeft als thema ‘Bewogen en betrokken, pastoraat met hart en handen’. Dat thema wordt in lezingen en workshops uitgewerkt. Deelnemers aan de dag kunnen kiezen uit dertig lezingen en/of workshops. Het Ouderlingenblad licht er hier drie uit.

Pastor Marinus van den Berg, ruim veertig jaar werkzaam geweest als geestelijk verzorger in de gezondheidszorg en nog volop actief met lezingen in het hele land, spreekt op de pastorale dag over eenzaamheid. Dat is nog niet zo eenvoudig en niet eenduidig, zegt hij. ‘Er is een spreken dat stigmatiseert; eenzaam zijn is “zielig”. Maar eenzaamheid is niet altijd ongewenst en soms zelfs noodzakelijk. Is eenzaamheid eigenlijk wel een goed woord? En wordt het niet te veel aan ouderen gekoppeld? Het eenzaamheidsrisico neemt bij het ouder worden zeker toe, maar er is net zo veel eenzaamheid onder jongere mensen. Als het gaat om het percentage mensen dat zich eenzaam voelt, zijn er cijfers om van te schrikken. Maar het betreft dus niet alleen ouderen en ook niet alleen mensen in grote steden.’

Aan de binnenkant

Van den Berg is ambivalent over eenzaamheid. Ook over de initiatieven tegen eenzaamheid in ‘zijn’ stad Rotterdam nadat iemand gevonden was die lang dood in huis had gelegen terwijl niemand het had gemerkt. ‘Iets doen tegen eenzaamheid klinkt natuurlijk positief, maar om wie en om wat gaat het precies? Er wordt van uitgegaan dat ieder mens aandacht wil, zonder dat duidelijk is wat aandacht precies inhoudt. Er zijn mensen met ernstige psychische aandoeningen die door hun ziekte geen andere mensen kunnen verdragen. Onvermijdelijke eenzaamheid noem ik dat. Zij zullen je niet binnenlaten als je aan de deur klopt. Hoe kun je omzien naar deze mensen? Of naar mensen met bijvoorbeeld ALS die het spraakvermogen kwijt zijn en met wie je bijna niet meer kunt communiceren. Durven we het aan om naar hen toe te gaan? De meeste eenzaamheid zit aan de binnenkant, onzichtbaar voor anderen. Zo is er veel eenzaamheid waar mensen niet in hun eigenheid worden aanvaard of waar mensen lijden aan taboeziektes zoals depressie. Het is net als bij een thema als “voltooid leven”, er kunnen drama’s achter schuil gaan.’

De meeste eenzaamheid zit aan de binnenkant

Antenne

Eenzaamheid is dus complex: waar hebben we het precies over? Van den Berg wil daarover nadenken, de kussens opschudden zoals hij zelf zegt, aan het denken zetten. ‘Ik wil het graag hebben over de be-tekenis van eenzaamheid. We zijn te gauw geneigd om te denken in termen van oplossingen. Wat dat betreft doen we in ons land ontzettend veel tegen eenzaamheid. En dat is ook goed. Kerken betekenen vaak veel als het gaat om het bestrijden van eenzaamheid.’

In de workshop op de pastorale dag zal Van den Berg deelnemers laten vertellen van wat ze zoal doen tegen eenzaamheid. ‘Deelnemers kunnen elkaar tips geven. Ik wil daar graag verdieping in brengen. Maar het begint met een antenne voor vooral die onzichtbare eenzaamheid, gaan zien hoe iemand je een sleutel aanreikt en nodigt om binnen te komen en te luisteren. Daar gaan we het ook over hebben.’ Dat luisteren vindt Van den Berg uiterst belangrijk. ‘Iedereen heeft tegenwoordig over alles een mening en ventileert deze, vaak al voordat ze weten waar ze het over hebben. Ook over voltooid leven bijvoorbeeld. Ik vind dat we oordeel-loos naar mensen moeten luisteren. Ik had daar zelf ook wat in te leren. Onlangs heb ik twee maanden opgetrokken met een man die besloten had dat zijn leven voltooid was. Die keus had hij al gemaakt voor ik met hem in contact kwam. Ik dacht in het begin dat ik hem graag op andere gedachten had willen brengen. Maar in de tijd die ik met hem doorbracht ben ik daar anders over gaan denken. Ik ben meer gaan zien.’

Pastoraat bij voltooid leven

Twee jaar geleden stelde Richard Vissinga, predikant in Enschede en lid van de redactie van Ouderlingenblad, op de landelijke pastorale dag in een workshop het onderwerp zelfeuthanasie aan de orde, een niet door een arts maar door de betrokkene zelf bezorgde goede dood. ‘Er was een enorme betrokkenheid in de workshop en we hadden een heel goed gesprek. Dat was wat ik wilde: het onderwerp bespreekbaar maken. Het is een weg met veel vragen. Heb je het recht op zelfbeschikking? Wat zegt je geloof erover? Moet je zeggen: het leven is heilig, van God gekregen, daar kun je niet zelf over beschikken? Of kan er ook een moment komen dat je het terug mag geven: God, het is te zwaar, ik kan het niet meer aan.’ Op de komende pastorale dag wil Vissinga graag het gesprek voeren over een ander lastig onderwerp dat hieraan haakt: voltooid leven. ‘Daar is nu natuurlijk veel over te doen, onder andere naar aanleiding van het boek van Els van Wijngaarden, waarin 25 portretten staan van ouderen die hun leven voltooid achten. Ze zijn niet terminaal of psychiatrisch ziek maar lijden aan het leven. Ook dat boek roept veel discussie op. In de workshop wil ik graag iets van de verhalen in het boek samenvatten, stukjes voorlezen misschien, om met de deelnemers oog te krijgen voor de gedachte het leven voltooid te vinden. Wat bedoelen mensen daar precies mee? En hoe reageer je daar pastoraal op?’

Heb je het recht op zelfbeschikking?

Als gemeentepredikant komt Vissinga zelf ook met mensen in aanraking voor wie het allemaal niet meer hoeft. ‘Ik kom weliswaar niet tegen dat mensen expliciet de wens uitspreken dat ze een einde aan hun leven zouden willen maken, maar ik voer regelmatig gesprekken met ouderen die hun leven met veel moeite en zorg leven, en die zeggen dat het mooi geweest is. Dat zijn goede gesprekken waarin ik luister en begrip opbreng, maar ook de vrijmoedigheid neem om, als er geen sprake kan zijn van euthanasie, hen bijvoorbeeld te verwijzen naar stichting De Einder die steun bij een humane dood in eigen regie biedt. Daar schrikken mensen helemaal niet van, ze zijn er blij mee als ik dat noem, het geeft ook een bepaald perspectief. Ik vind dat ik als pastor niet moet schromen dit te doen.’

Muziek bij uitvaarten

Martin Hoondert, universitair docent Muziek, Religie en Ritueel aan de Universiteit van Tilburg, verkent in zijn workshop op de pastorale dag met de deelnemers repertoire voor uitvaarten. Want wat zing je in een situatie waarin mensen met heel verschillende achtergronden en levensbeschouwingen bij elkaar komen om afscheid te nemen van een dierbare dode? ‘Tegenwoordig wordt veel belang gehecht aan een persoonlijke uitvaartdienst, en daar hoort het zoeken naar herkenbare symbolen voor de overledene bij’, vertelt Hoondert. ‘Mensen willen het vermoeden, de hoop, het verlangen vertalen in een symbool. Dat is voor nietgelovigen eigenlijk niet anders dan voor gelovigen, want ook voor deze laatste groep geldt uiteindelijk een groot “niet-weten”.’

Het meest opmerkelijke bij begraven is de belangstelling voor natuurbegraafplaatsen

Zoeken naar geschikte muziek voor een uitvaart is daar onderdeel van. Samen met studenten onderzoekt Hoondert de rituele werking van muziek. ‘We interviewen ritueelbegeleiders en uitvaartleiders. Waarom kiezen mensen bepaalde muziek, en hoe komt die keuze tot stand?’

Dat onderzoek vindt plaats in crematoria. Daar vindt de vernieuwing plaats. ‘Het aantal crematies stijgt; tussen 60 en 70% van de overledenen wordt gecremeerd. Crematoria timmeren erg aan de weg: ze willen de ruimte zo inrichten dat er een nieuwe sacrale ruimte ontstaat. Bij begraven zijn er uiteraard ook ontwikkelingen, maar het percentage personen dat daarbij betrokken is, is aanzienlijk kleiner. Het meest opmerkelijke bij begraven is de belangstelling voor natuurbegraafplaatsen.’

Muziekkeuze

Als het gaat om muziek bij uitvaarten probeert Hoondert patronen te ontdekken in wat mensen kiezen. ‘Alles kan qua muziekkeuze, maar hoe is de muziek ingebed in de rituelen? Is de keuze gebaseerd op enkel herinneren van de overledene of ook op vooruitkijken? Is de overledene present in de muziek of juist afwezig? Hoe kiezen mensen de muziek? Kijken ze in de muziekkast van de overledene of laten ze hun eigen voorkeuren horen? En wat betekent dat dan voor het rouwproces?’

Hoondert geeft aan dat hierin soms dingen misgaan. ‘Er zijn mensen die de neiging hebben om de muziekkeuze te kopiëren van een uitvaart die ze eerder hebben bijgewoond, gewoon omdat ze die muziek mooi vonden. Het kan ook zijn dat de overledene te dominant aanwezig is in de muziekkeuze, waardoor de nabestaanden er minder aan hebben omdat ze zich bij die muziek niet thuis voelen. Ritueelbegeleiders en uitvaartleiders kunnen daarin sturen.’

Balans

Op basis van onderzoek schrijft Hoondert een handboek over crematierituelen. ‘Er kan veel geleerd worden van kerkelijke rituelen waarin doorgaans een goede balans is tussen terugkijken en vooruitkijken. In crematierituelen staat vaak het verleden centraal, nabestaanden blikken terug. Ik maak crematies mee waarbij veel foto’s worden getoond, foto’s van mensen en dingen die er niet meer zijn. Worden nabestaanden daardoor getroost, is dat voldoende om een stap te kunnen zetten in het rouwproces?’ In zijn workshop gaat Hoondert in op het gebruik van muziek in een groep die niet meer homogeen is. ‘In de afscheidsdienst voor een overledene zijn in toenemende mate mensen aanwezig die geen binding hebben met kerk en christendom. Hoe ga je daarmee om? Hoe kies je muziek die verbindend werkt in plaats van vervreemdend? Het gaat erom op zoek te gaan naar geschikt repertoire.’

Mw. drs. J.H.C. van Dijk is communicatieadviseur in de Protestantse Kerk.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken