Bidden tijdens een pastoraal gesprek
Waarom bidden? Moet je bidden? Wat moet ik zeggen? Bidden is voor sommigen een vreemd fenomeen. Handen gevouwen, ogen dicht en dan in het luchtledige praten. Voor gelovigen is het een communicatiemiddel bij uitstek: het is praten met God en het uiten van alles wat een mens kan bezighouden. Juist dit middel kan uitstekend gebruikt worden in een pastoraal gesprek.
Waarom bidden?
Bidden is een essentieel gegeven in de Bijbel: Jezus bidt vaak in de evangeliën, en in de Vroege Kerk lezen wij veel over het gebed van een gelovige (gemeenschap) en het oproepen tot gebed. Bidden is spreken met Iemand die mij 24 uur per dag, 7 dagen in de week kan horen en naar mij wil luisteren. Maar bidden is niet alleen ‘alles kwijt kunnen’: het geeft ook vertrouwen dat er een God is die kan ingrijpen, die wat aan de situatie kan doen en deze kan veranderen.
Moet je bidden?
Bepaalde momenten zijn niet geschikt om te gaan bidden: als de ander het niet op prijs stelt of wanneer een gesprek overheerst wordt door het negatieve. Als iemand zich niet veilig voelt of niet het gevoel heeft dat hij/zij eerlijk kan zijn, is het moeilijk om samen te bidden.
Het kan een kwestie zijn van aanvoelen, maar tijdens een gesprek kan ook domweg gevraagd worden of je als pastor/pastoraal bezoeker voor de ander mag bidden. Vaak is iemand er in een pastorale situatie best ontvankelijk voor om een gebed toe te staan.
Hoe functioneert het gebed in het pastoraat?
Het gebed is allereerst bedoeld om alles in Gods handen te leggen. Dit ‘alles’ houdt niet alleen het gevoerde of te voeren gesprek in, maar ook het hele leven van de gesprekspartner en alles wat hem/haar bezighoudt. God hoort, maar Hij kan ook bevestiging geven of wijziging brengen in iemands situatie. Het gebed zorgt ook voor vertrouwen en kracht en een gevoel van ‘loslaten’: ‘Ik hoef het niet alleen te doen’ of ‘het hangt niet allemaal van mij af’ of ‘mijn Herder geleidt mij verder’, ‘Bij God mag ik alles laten’.
Wat moet ik zeggen?
- De taal in een gebed is erg belangrijk. Probeer daarom allereerst aan te sluiten bij de taal van de ander. Bidden met iemand uit Amsterdam is anders van taal en toon dan met iemand uit Opheusden, met iemand van 85 anders dan met iemand van 25.
- Voel u niet verplicht om een heel speciale toon aan te slaan, die veraf staat van hoe u gewoonlijk praat.
- Maak van het gebed geen boodschappenlijst van onderwerpen die in het gesprek de revue zijn gepasseerd. Anders gezegd: maak het gebed niet te vol.
- Neem het leven van de ander in het gebed mee, punt 3 in ogenschouw nemend.