Menu

Premium

Bijzonder kind

Bij Lucas 1,57-80 / Bij Lucas 1:57-80

Verhaal

Het is zover, de baby van de buren is geboren! Saar is al wezen kijken en ze mocht de baby ook al vasthouden. Het is een jongetje en hij is héél klein en lief! Maar wat Saar wel een beetje raar vindt, is de naam van het jongetje: Johannes. Saar kent niemand die zo heet.

Kennen jullie iemand die zo heet?

Papa had gezegd: ‘Dat heeft buurvrouw Liesbeth zeker bedacht.’ Toen papa zag dat de buurman groot op het raam schilderde: ‘Johannes is geboren!’, was hij meteen naar het tuinhekje gelopen en vroeg: ‘Hoe kom je toch bij die naam, buurman?’

De buurman vertelde enthousiast over de naam: die had hij inderdaad niet bedacht, maar de buurvrouw ook niet! Hij had hem op een dag gehoord en kwam erachter dat het ‘God is genadig, God is goed voor ons’ betekent. En toen wist hij gewoon dat zijn zoon zo moest heten. ‘Want’, zei de buurman, ‘het is een wonder dat wij op onze oude dag nog een kind konden krijgen! Dit is een bijzonder kind. Ik merk het nu al: nu hij er is, is alles anders. Het leven wordt lichter, merk jij dat ook?’

Saar zag papa naar de buurman kijken en daarna naar de buurvrouw die met de kleine Johannes naar buiten kwam. ‘Eh, ja,’ stamelde de vader van Saar, die niet wist wat hij zeggen moest.

Opeens barstte de buurman in tranen uit en lachte tegelijkertijd. ‘God, buurman,’ zei hij, ‘je hebt natuurlijk geen idee waar dit verhaal van mij vandaan komt, maar ik verzeker je: dit kind, daar gaan we nog wat mee beleven en wij niet alleen.’

Nou ja, Saar hoopt vooral dat ze nog vaak langs mag komen. Want zij vindt die kleine Johannes gewoon superlief.

Gesprek

Neem enkele geboortekaartjes mee en laat ze aan de kinderen zien. Bekijk de namen op het kaartje. Leg uit dat soms namen gegeven worden omdat ze in de familie voorkomen, soms vanwege de betekenis van de naam of omdat mensen het een mooie naam vinden. Wie van de kinderen weet waarom hij/zij zo heet? Als kinderen omkijken naar hun ouders is dat mooi: die kunnen helpen antwoord te geven.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

De zekerheid van het geloof

Hebreeën 11 begint en eindigt met de mededeling dat er van oudsher mensen zijn geweest die om hun geloof geprezen worden (11,2.39). Daartussen wordt eerst een reeks mensen genoemd met een voorbeeld van hun geloof: Abel, Henoch, Noach, Abraham en Sara, Isaak, Jakob en Esau, Mozes, Rachab, Gideon en Barak, Simson en Jefta, David en Samuel. Daarna volgt nog een aantal groepen: profeten die leeuwen de muil toeklemden of vijandelijke legers op de vlucht deden slaan, vrouwen die hun doden terugkregen, martelaren en andere rondzwervende, mishandelde en vernederde geloofsgetuigen.

Premium

Bestaanszekerheid

‘Niet voor schuren die niet duren gaaft Gij vruchtbaarheid, maar opdat op aarde, in uw goede gaarde, niemand honger lijdt’ (LB 718). We zongen het vrijwel ieder jaar in de oogstdienst. Hoewel enigszins stukgezongen is het nog steeds een adequate weergave van Lucas 12,13-21. Jezus waarschuwt voor hebzucht en het oppotten van bezit. Goederen verzamelen zal je niet helpen als je leven in het geding is. Maar erger nog: je ziel loopt gevaar als je alleen voor jezelf leeft en niet deelt met anderen.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Ruimhartig delen

Onze relatie met God is een van de thema’s die de vier lezingen voor deze zondag gemeenschappelijk hebben. In de evangelielezing onderwijst Jezus zijn leerlingen over gebed als vriendschap. In de Genesislezing zien we hoe het gebed van een van Gods intiemste vrienden in de praktijk gestalte krijgt. In Kolossenzen roept Paulus de gemeente op tot wandelen met God in een relatie die gebouwd is op en geworteld is in Christus. De psalm bezingt biddend die hechte relatie en de verlossing die deze brengt.

Nieuwe boeken