Bruiloftskleed van de liefde
Preekschets Matteüs 22:10, Epifanie
De dienaren gingen de straat op en brachten zo veel mogelijk mensen samen, zowel goede als slechte. En de bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd. (Matteüs 22:10)
- Schriftlezing: Matteüs 22:1-14
- Preektekst: Matteüs 22:10
- Thema: Het bruiloftskleed van de liefde
Liturgisch kader
De preekschets is bedoeld voor de tijd van Epifanie. De gelijkenis spreekt Jezus uit als Hij al enige tijd zijn bediening heeft aangevangen. De plek in het evangelie is een aanwijzing dat Hij op weg is naar Jeruzalem om daar gekruisigd te worden. Maar het past zeker erover te preken in de loop van januari om de gemeente uit te nodigen in te gaan op het aanbod van het evangelie.
Uitleg
Serie
De gelijkenis is de derde in een serie. We vinden deze alleen bij Matteüs. Jezus roept Israël op het Koninkrijk van God binnen te gaan. De Joodse leiders en de farizeeën weigeren naar Hem te luisteren. Zij keren zich tegen Hem en zien neer op het volk dat zijn gezag wel aanvaardt. Het kernvers is de vraag van de koning aan een van de gasten aan het bruiloftsmaal: Vriend, hoe ben je hier binnengekomen zonder bruiloftskleed? Deze persoon wordt uit de bruiloftszaal verwijderd met als bestemming de uiterste duisternis.
Uitnodiging
Degene die uitnodigt en het bruiloftsfeest gereed gemaakt, is de koninklijke Vader – onze Vader in de hemel. De bruiloft is een beeld voor zijn koninkrijk. Wie dit binnengaat, ontvangt bevrijding, redding, genezing, blijdschap, geluk, heil (vergelijk het beeld van Christus als de bruidegom en zijn gemeente als bruid Matteüs 9:15; Matteüs 25:10; Openbaring 19:7; Openbaring 21:2, en voor de maaltijd Matteüs 8:11; Lucas 14:16-24). Degenen die worden genodigd en de uitnodiging niet aannemen, maken zich de bruiloft onwaardig. Zij zijn niet waardig voor God, omdat ze zijn aanbod afwijzen. Vervolgens gaat het aanbod naar allen zonder onderscheid. Dit omvat heel Israël en alle volken. Gods hart openbaart zich aan de wereld.
Bruiloftskleed
Wie ontvangt het bruiloftskleed? Dat is wie gelooft. Zij ontvangt het kleed van de liefde van de koning (God is liefde, 1 Johannes 4:8). Het feestkleed is het beeld van de waardigheid. In de context van de gelijkenis bestaat de gewoonte dat gasten bij binnenkomst een feestkleed krijgen aangereikt, zo gaan ze de bruiloftszaal binnen. Eén gast heeft geweigerd het aan te nemen, vindt zichzelf zo goed genoeg. Het wezen van de bruiloft wijst hij af, in zijn hart gelooft hij niet wie Jezus is, de verlosser en koningszoon.
De koning oordeelt dat de aanvankelijk genodigden het feest niet waardig zijn. Zijn dienaren zijn door hen geminacht, genegeerd of zelfs gedood. De weg naar de feestzaal loopt via waardering van de uitnodigende gezanten. Die wordt vol ongeacht maatschappelijke of kerkelijke positie, status, etniciteit, nationaliteit, geaardheid. De onwaardigen gaan binnen. Ze worden het feest waard door de uitnodiging aan te nemen, er daadwerkelijk op in te gaan. Dat is door genade alleen en door geloof alleen. De persoon zonder feestkleed is wel op de uitnodiging ingegaan maar heeft in wezen niets met de gastheer, er is geen relatie tussen die twee. Hij heeft niets beters te doen, het komt wel goed uit. Als hij wordt aangesproken, zwijgt hij in alle talen, weet zij niet wat ze moet antwoorden. De gastheer beveelt hem te binden en te werpen in de uiterste duisternis. Zo’n zware straf voor zo’n klein vergrijp? Klein is het alleen in de ogen van wie het niet begrijpt. Zij die denkt dat ze rechtvaardiger is dan God.
In wezen is er geen verschil met degenen die de uitnodiging hebben afgeslagen. Jezus maakt de tegenstelling tussen de weigerende leiders en de naderende zondaars uit het volk. Het kardinale punt is de uitnodiging met eerbied aan te nemen en er gehoor aan te geven. De slotzin is heftig. Uitverkoren worden is een bevoorrechte eindpositie. De deelnemers aan het feest zijn de gelukkigen. Velen behoren tot de genodigden maar weinigen tot de gelukkigen. Voor allen is de uitnodiging werkelijk een nodiging tot het feest. Het zit vast op het nederig en gehoorzaam aanvaarden. Jezus waarschuwt ervoor als dit ontbreekt. Het woord “uitverkoren” duidt erop dat een bijzondere hulp van God nodig is om de uitnodiging niet te verwerpen en te erkennen wat er op het spel staat.
Betekenis
Wat betekent het bruiloftskleed? De liefde. Paulus schrijft: Als ik de liefde niet heb, ben ik niets, redt mij niets (1 Korintiërs 13). Wie het aandoet, leeft onbezorgd. Wat kan mij nog deren?, schrijft Paulus (Romeinen 8). Jezus weet hoe Hij ons moet kleden. Hij maakt van ons heiligen in bijbelse zin. Gekleed met het bruiloftskleed hoef je niet bang te zijn voor het oordeel van God over je leven. Het zal je niet ontbreken aan de goede werken (Augustinus). De liefde die God je schenkt, werkt dit uit. Het feestkleed van de liefde heeft een verticale en een horizontale dimensie. Ga je dagelijks met de Heer door het leven, wandel je met Hem, omdat je Hem liefhebt. En wandel je op met je naaste? Ben je voor de ander een broeder of zuster, ongeacht of die bij de gemeente behoort. Zien we die, steken we liefdevol een hand uit?
Aanwijzingen voor de prediking
Een voorbereid mens
God vraagt van de mens dat die zich voorbereidt op het messiaanse heil dat aanbreekt met de komst van zijn koninkrijk. Wij worden geroepen ons te heiligen. Wie dit niet doet, wordt buitengesloten. Dat is een confrontatie met onze levensstijl. Er is een allesomvattende druk op de moderne mens om te leven zoals de wereld dit voorschrijft. Daar ontkomt niemand aan, ook de kerkmens niet. Die druk maakt ons onverschillig voor de uitnodiging van God. Moet die ook nog? De kerkgang staat onder druk en de beleving van Gods aanbod. Er is geen ruimte voor in de overvolle agenda. En de moderne mens vindt van zichzelf dat zij deugt. Daar heb je God niet voor nodig, of de kerk. Feesten wil de mens wel, maar dit zijn de zelfgeorganiseerde.
Tijd van genade
Als prediker nodig je iedereen uit in naam van de koning. Je dringt bij de hoorders erop aan te beschikken over een bruiloftskleed. Nu het de tijd is van Gods barmhartigheid en genade. Dat is vóórdat de koning de bruiloftszaal binnentreedt, dit is voordat hij komt om zijn gasten te oordelen. Wie de uitnodiging niet hebben aanvaard, hebben zichzelf al geoordeeld. Zij gaan verloren. De aanwezigen in de zaal – dat zijn de gemeenteleden – worden geoordeeld op hun relatie met de koning – met God.
Degenen zonder bruiloftskleed duidt Jezus in een andere gelijkenis aan als “Ik heb je nooit gekend”. Ook zij sluiten zichzelf buiten door hun overmatige eigenliefde die geen ruimte laat voor de liefde van God, die zich nooit een zondaar hebben geweten, die alléén gered wordt door Jezus, de door de Vader aangewezen verlosser. Uitverkoren worden is niet dat het je passief overkomt, je bent geen lijdend voorwerp. De mens heeft een eigen verantwoordelijkheid tot aanvaarding van de nodiging en tot heiliging, is dus meewerkend voorwerp.
Vijandigheid
September 2023 hield prof. Arnold Huijgen zijn oratie met als titel ‘Uitgeblust of opgestookt. De herontdekking van de hel’. Hierop kwamen felle reacties, hoe durfde hij het nog weer over de hel te hebben. Maar hoe kunnen we in de kerk over de hel spreken? Deze preekschets brengt de scheiding ter sprake waarover Jezus herhaaldelijk spreekt en waarin de hel wordt geduid als de bestemming voor wie zichzelf buiten het koninkrijk zet. Degenen die de uitnodiging afwijzen tonen onverschilligheid of vijandigheid. Hun interesse gaat uit naar het materiële, het hier-en-nu, wat ze nu van het leven maken en hoe ze ervan kunnen genieten. Vijandigheid uit zich in spot, mild of venijnig, en in de beperking van vrijheidsrechten van gelovigen. Dat is de wereld, maar die is de gemeente ook. Zij leeft in de wereld. Deze gelijkenis nodigt enerzijds om de blijdschap van het koninkrijk van God te aanvaarden, en biedt anderzijds een waarschuwing.
Iedereen is welkom
Door de hoorders loopt een scheiding, zij die wel en die niet het feestkleed dragen. Dit onderscheid zit in het hart: heb je Jezus lief? Die het feestkleed weigeren, zijn de meelopers, de hypocrieten, de onverschilligen. Het oordeel is aan God, niet aan ons. Onze verantwoordelijkheid is de vrucht op het horen van het evangelie, in aanvang en in volharding. Geloven impliceert gehoorzamen, dat is vrucht dragen. Het lid zijn van de zichtbare kerk garandeert niet je redding. Volledige vernieuwing: het aantrekken van Christus is nodig (Matteüs 4:17; Galaten 3:27; Kolossenzen 3:10-17). De gelijkenis leert dat iedereen welkom is. Kerkmensen mogen niemand buitensluiten. Dat verwijt Jezus de godsdienstige leiders. God toornt erover. Schrijf niemand af, denk niet dat de kerk voor iemand niets is, of het geloof.
Ideeën voor kinderen en jongeren
Een inleidende vraag is: Wat is het mooiste feest dat je hebt meegemaakt? Met vervolgens de vraag: Wat maakt een feest leuk? Een bruiloft is een speciaal feest. Je accepteert de uitnodiging, toch, of waarom niet? Laat de kinderen een tekening maken. Kinderversies van de gelijkenis op Theologie.nl: Feestje, Groot feest.
Vraag jongeren wat hun hindert de uitnodiging van Jezus te aanvaarden. Zijn ze goed genoeg voor dit feest? Onderkennen zij de urgentie? Welke afspraken kunnen zij maken met zichzelf of huisgenoten om er meer werk van te maken? Welke verwachting leeft er van de bruiloft?
Liedsuggesties
- Laat de kinderen tot Mij komen
- Psalm 24,100,118,132
- Liedboek 2013 (Zingen en bidden in huis en kerk): 791, 941-948
- Weerklank 210-216, 558
- Hemelhoog 714, 715, 718, 719, 723
Deze preekschets is geschreven door Henk Post.
Geraadpleegde literatuur
- Aurelius Augustinus, Als korrels tussen kaf, 2007
- A.M. Brouwer, De gelijkenissen, 1946
- J. van Bruggen, Matteüs, Commentaar op het Nieuwe Testament, 2018
- W. Hendriksen, Matthew, 1981
- W.S. van Leeuwen, kanttekeningen Bijbel, vertaling NBG 1951
- D.L. Turner, Matthew, 2012