Menu

Premium

Contrastrijke kerstboodschap

Preekschets Deuteronomium 3:11, Kerst

Koning Og van Basan was de enig overgebleven afstammeling van de Refaïeten. Zijn bed – te zien in Rabba, de hoofdstad van Ammon – is van ijzer en maar liefst negen el lang en vier breed, gemeten in de gewone el. (Deuteronomium 3:11)

  • Schriftlezing: Deuteronomium 3:1-11
  • Preektekst: Deuteronomium 3:11
  • Thema: Reuzenklein

Liturgisch kader

Het schrijven van een kerstpreek kan al net zo vermoeiend zijn als het zoeken naar een origineel kerstcadeau. En wat dan gezegd van het luisteren naar een kerstpreek? Daarom kunnen we misschien voor een keer platgetreden paden en stereotiepe verwachtingen voor de kerstboodschap verlaten en de geboorte van Jezus vanuit een onverwachte invalshoek benaderen.

Passende liederen:

Eén klein kind (OPW 533). Een eenvoudig, bijna naïef kerstlied dat de kosmische impact beschrijft van de geboorte van Jezus. David Meece zou dit lied geschreven hebben op z’n veertiende.

Kleine dingen van Delise. Het refrein vat de strekking van dit recente (2020) lied perfect samen: ‘Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen: een beetje talent en een handjevol tijd. Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen. Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.’

Uitleg

Na hun 40-jarige trektocht door de woestijn staat Israël eindelijk aan de grens van het Beloofde Land. Maar de mensen die nu op het punt staan om het land binnen te trekken zijn niet dezelfde die 40 jaar eerder Egypte hebben verlaten. Op een paar uitzonderingen na zijn degenen die oorspronkelijk uit Egypte zijn vertrokken allemaal gestorven. De eerste generatie heeft namelijk gefaald: angst voor de onoverwinnelijk geachte ‘mannen van grote lengte’ en hun hoog omwalde steden (Numeri 13:28-33) weerhield Israël ervan het beloofde land in te gaan.

Vertrouwen in Gods beloften moest het afleggen tegen mensenvrees. Ten diepste werd God door Israël weggezet als een leugenaar, een verkoper aan de deur voor wie je de deur in zijn gezicht dichtgooit.

Nu, 38 jaar later, krijgt de tweede generatie een nieuwe kans. Maar eerst zal Mozes hen toespreken. Deuteronomium is Mozes’ motivatiespeech. Mozes steekt bijna direct van wal met de recente overwinning op koning Og van Basan, oorspronkelijk verhaald in Numeri 21. Deze overwinning is een bemoediging om het Beloofde Land in te gaan.

De overwinning op Og van Basan klinkt als een gong heel het Oude Testament door. Voor de psalmschrijvers en profeten is dit militaire succes nagenoeg even significant als de nederlaag van de farao van Egypte. Voor de modale bijbellezer is het echter een vrij onbekende geschiedenis.

Uit onze passage kunnen we afleiden dat koning Og allerminst een doetje was: hij heerste over een uitgestrekt rijk met wel 60 versterkte steden; hij sliep in een ijzeren bed (wat toen ook eerder uitzonderlijk moet zijn geweest) van letterlijk reusachtige afmetingen; hij was ook fysiek een reus, als de laatste afstammeling van de Refaïeten in het Overjordaanse.

Het Oude Testament zinspeelt talloze keren op ‘reuzen’ die eeuwenlang in Kanaän moeten hebben geleefd. Zelfs Abraham vocht al tegen de Refaïeten. Mozes koesterde vrees voor hen, zo kunnen we afleiden uit vers 2. Deze reuzen vormden wellicht clans en waren onder verschillende namen bekend (in Deuteronomium 2 worden er een aantal genoemd). Numeri 13:33 traceert de Refaïeten zelfs tot de Nephilim uit Genesis 6:1-4. Dat Og in het Jodendom een ferme indruk heeft nagelaten bewijzen de legenden die later over hem zijn ontstaan en die hem nog meer uitvergroten.

Dat de Bijbel de afmetingen meedeelt van Ogs bed trekt echt wel de aandacht. Volgens Heiser (198) komt het kingsize formaat exact overeen met dat van het bed in de Babylonische ziggoerat Etemenanki, vaak geïdentificeerd als de toren van Babel. In dit bed bedreef de god Marduk jaarlijks de liefde met zijn gemalin Zarpanitu om zegen over het land af te roepen. Via de afmetingen van Ogs bed zegt de Bijbel niet zozeer iets over zijn fysieke lengte (hoewel hij een Refaïet was), maar wel dat hij een representant zou zijn van de Babylonische wereldorde. Via een taalkundige link (Heiser, 200-201) stond Basan bekend als ‘het oord van de slang’ en de ‘poorten van de hel’. Het zou dan niet toevallig zijn dat Jezus in deze regio zijn uitspraak over de poorten van de hel doet (Matteüs 16:18). Basan ligt op wat nu de Golan-hoogvlakte heet, dichtbij ‘Banyas’, de bronnen van de Jordaan.

Vers 6 vermeldt tweemaal dat Basan met de ban werd geslagen. Dit staat in schril contrast met het verbod op geweld tegen Moab, Edom en Ammon in het vorige hoofdstuk. Volgens Heiser (203) voert de HEER een heilige oorlog tegen de Nephilim, waar Og toe behoorde, en niet – zoals vaak wordt aangenomen – tegen de inwoners van Kanaän op zich. Jozua voltrok de ban verder, maar het is pas na David dat er van Refaïeten geen sprake meer is.

Vers 11 is eigenlijk een humoristisch terzijde. Een kolossaal ijzeren bed is alles wat rest van deze ooit zo machtige heerser. En blijkbaar was zijn bed een toeristische attractie geworden in het buurland Ammon. Zo kunnen we een link maken naar Kerst. In Bethlehem troffen de herders bij wijze van spreken het kleinste bed ter wereld aan: een voederbak.

Illustratie-van-Unsplash-Kerst-Prediking-Kribbe
Ilustratie van Unsplash. Kribbe staand voor een glas-in-loodraam.

Aanwijzingen voor de prediking

Een eerste – en gezien de datum voor de hand liggende – insteek om deze geschiedenis te belichten is vanuit het Kerstgebeuren. Het contrast tussen het gigantische bed van Og en de voederbak waarin Jezus werd gelegd kan hiervoor als springplank dienen. Jezus’ geboorte is eigenlijk ook een strijd tegen een reus: de strijd tussen Jezus en keizer Augustus. Breder gezegd: de strijd tussen het o zo machtige Romeinse keizerrijk en het ‘zwakke’ Koninkrijk van God. Aan de rand van het immense Romeinse rijk wordt in zeer bescheiden omstandigheden een kind uit Davids huis geboren. De eerste getuigen bevinden zich zelfs letterlijk aan de rand van de rand: het zijn herders op het veld. Toch geloven we dat het zwakke van God zal triomferen, dat kwetsbaarheid het zal halen ten opzichte van machtsvertoon.

Een tweede benadering is cultuurkritisch. Onze cultuur is voortdurend op zoek naar wie de grootste / beste / snelste / sterkste… is: de slimste mens ter wereld, het beste elftal aller tijden, de grootste Belg of Nederlander…

In de Bijbel wordt vaak de spot met dit soort pronkzucht gedreven en zien we een omkering van waarden: de grootste in Gods Rijk is de dienaar van allen, de eersten eindigen als laatsten en de hoogmoedigen zullen in het stof bijten. Het ‘zwakke van God’ zal de sterken en de wijzen op hun nummer zetten.

Een derde manier om dit Bijbelgedeelte te benaderen is kerygmatisch. Zoals het kolossale bed van Og een bezienswaardigheid was geworden in het naburige Ammon, heeft Jezus de laatste vijand, de dood, verslagen en openlijk tentoongesteld. Deze vijand, die onoverwinnelijk lijkt en de hele wereld ongenadig gijzelt, heeft het hoofd moeten buigen voor een man die in de gedaante van een weerloze baby in de wereld gekomen is. Daarom kon Paulus ook triomfantelijk uitroepen: ‘Dood, waar is uw prikkel?’

Een vierde manier is om de strijd tegen Og typologisch te beschouwen als de geestelijke strijd van de gelovige tegen ‘de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk’ (Efeziërs 6:12) of tegen de aanvechtingen van ‘het vlees’. Welke reuzen en versterkte steden bevinden er zich nog in ons hart? Wat verhindert ons om Christus koning te laten zijn? Zijn er gebieden in ons leven die niet onder Gods gezag vallen? Welke mechanismen schakelen we in om de controle over ons leven zo lang mogelijk in eigen handen te houden?

Een vijfde manier is om het heikele punt van de zogenaamd rechtvaardige oorlog ter sprake te brengen, mede naar aanleiding van het huidige gewapende conflict tussen Israël en Hamas. In tegenstelling tot Moab, Edom en Ammon mocht Israël Basan wel met de ban slaan. Zoals Hamas wilde Og niet horen van vrede met Israël. Zonder aanleiding trok hij tegen Israël ten strijde. Hoe bepalen we vandaag onze positie tegenover Israël?

Ideeën voor kinderen en jongeren

In 2018 heeft Opkijken rondom de figuur van Mefiboseth een speciaal kerstproject ontwikkeld voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking. De kreupele zoon van Jonathan kan als contrast worden gebruikt met de geweldenaar Og. Voor Og was Israël niet welkom, voor David was Mefiboseth meer dan welkom. Zie hiervoor https://opkijken.nl/project-ik-ben-welkom/.

Op https://www.kuleuven.be/thomas/page/alles-van-waarde-is-weerloos/ is didactisch materiaal te vinden dat de waarde van de kleine dingen in het leven in de verf zet.

Deze preekschets is geschreven door Marc Van Den Bogaerde.

Geraadpleegd

• Z. Garris, Giants in the land: a biblical theology of the Nephilim, Anakim, Rephaim (and Goliath).

• T. Boer, De rechtvaardige oorlog: zoeken naar de zin van een eeuwenoud concept. Nederlands Theologisch Tijdschrift, 67, 2 (april 2003), 89-107.

• M.S. Heiser, The unseen realm, Recovering the supernatural worldview of the Bible, Bellingham 2015, 183-217.

• L. Quick, (2017). Laying Og to Rest: Deuteronomy 3 and the Making of a Myth. Biblica, 98(2), 161-172.





Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken