De belofte is uitgekomen
Bij Genesis 21,1-21
Zana is ontzettend blij. Eerst was ze een vluchteling: ze moest weg uit haar land omdat daar oorlog is. En daarna woonde ze als vreemdeling op allerlei plaatsen, met haar broertje, maar zonder haar ouders. Ze miste haar vader en moeder vreselijk! Maar nu heeft ze ze eindelijk teruggevonden. En ze heeft een thuis. Ze woont met haar hele familie in Nederland. Ze zit op een leuke school en heeft het erg naar haar zin.
Zana zit te denken over de afgelopen tijd. Haar moeder had beloofd dat alles goed zou komen en dat ze samen zouden leven in een mooi land. Eerst geloofde ze het gewoon. Maar hoe langer ze gescheiden was van haar ouders, hoe moeilijker ze het vond om in die belofte te blijven geloven. Maar nu is het toch gelukt en is de belofte uitgekomen. Ze wonen met hun hele gezin in een veilig en mooi land.
Eigenlijk zou elk kind een moeder moeten hebben die doet wat ze belooft. Of een vader, of een opa of oma. Zana denkt aan alle kinderen die ze heeft ontmoet in het vluchtelingenkamp. De kinderen die hun ouders niet hebben teruggevonden, en niet in een eigen huis wonen. Al die kinderen die zijn weggestuurd uit hun land, of zijn gevlucht.
Dan besluit Zana te bidden. Want God komt, net als haar moeder, zijn beloftes altijd na.
Lieve God,
Dank U wel dat wij allemaal hier bij elkaar zijn, in een veilig land.
Maar God, er zijn zo veel kinderen die niet bij hun familie wonen, omdat dat niet kan, of omdat ze dat niet willen.
Wilt U dicht bij hen zijn?
En God, er zijn ook zo veel kinderen die niet in een veilig land wonen, omdat er oorlog is, of veel geweld.
Wilt U hen beschermen?
God, U heeft beloofd dat U bij alle mensen wilt zijn.
Wilt U mij helpen om op die belofte te blijven vertrouwen?
Amen.
Eventueel kunnen jullie dit gebed, net als Zana, ook echt bidden. Verander het ‘mij’ in de laatste zin dan in ‘ons’.