De Bijbel op de voet volgen: lectio continua
Sinds enige tijd lezen wij als gezin aan tafel de Bijbel in Gewone Taal vanaf het begin tot het einde. Alleen de hoofdstukken over de oud-Israëlitische wetten en de lijsten met namen hebben we overgeslagen. We komen bekende verhalen tegen. Maar ook onbekende verhalen, waardoor we tegen elkaar zeggen: ‘Hé, dit verhaal ken ik niet! Heb jij dit verhaal wel eens gehoord?’
Als predikant volg ik met de preken die ik houd ook graag Bijbelgedeelten op de voet. In vaktermen heet dat: lectio continua, doorgaande lezing. In de afgelopen jaren heb ik zo series gehouden over de Efezebrief, 1 Samuël, over Lukas, over de Psalmen. Bij de serie over Lukas volgde ik het evangelie niet strikt, maar sprong af en toe vooruit en achteruit.
De lectio continua heeft voor mij een aantal pluspunten:
- Door langere tijd met een Bijbelboek bezig te zijn, leer ik dat Bijbelboek beter kennen: de opbouw, de theologische accenten, de eigenheid, de sociale en historische achtergrond.
- Het geeft mij een bepaalde focus, die mij helpt in de preekvoorbereiding.
- Door een Bijbelboek op de voet te volgen, komen Bijbelgedeelten in de prediking aan de orde die ik anders zou overslaan. Ik heb mij daardoor moeten verdiepen in de verhalen over de vlucht van David voor Saul, in de relatie tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen en de wederzijdse onderdanigheid in Efeze 5. Ik heb ontdekt dat de betekenis van zulke teksten bij intensieve lezing vaak anders is dan ik op het eerste gezicht dacht.
- Door in de prediking een Bijbelboek te volgen, leert de gemeente dat een Bijbelboek beter tot zijn recht komt als het als geheel wordt gelezen. Vaak is de neiging om allerlei perikopen los uit de context te lezen, om de evangeliën te harmoniseren of om de brieven te lezen zonder de achtergrond te verdisconteren.
- In de eredienst komen niet steeds de bekende Bijbelgedeelten aan de orde. De gemeenteleden die zelf thuis niet in de Bijbel lezen, leren de variatie van de Bijbel kennen.
- Ik hoef op maandag niet te bedenken welk Bijbelgedeelte ik komende zondag aan de orde stel, want ik volg het Bijbelboek op de voet. In het kerkblad kan ik al bij de kerkdiensten opgeven welk Bijbelgedeelte aan de orde komt, zodat gemeenteleden zich kunnen voorbereiden op de dienst.
- Bij een serie is het gemakkelijker om materiaal voor de preekvoorbereiding aan te schaffen of te kopiëren. Ik bestel enkele commentaren (waarbij ik mij goed inlees via recensies welke commentaren ik het beste kan aanschaffen) of rijd naar de Theologische Universiteit Kampen om exegetisch materiaal te kopiëren of te lenen.
Ondertussen heb ik ontdekt dat lectio continua ook nadelen heeft:
- De afbakening is vaak lastig: waar begin en waar eindig je een serie mee? Het aantal zondagen waarop ik in eigen gemeente ingeroosterd ben, brengt mee dat een lectio continua vaak niet vol te houden is. Er moeten keuzes gemaakt worden om bepaalde gedeelten over te slaan. (Roland J. Allen noemt dit in het New Interpreter’s Handbook of Preaching: ‘lectio selecta’.)
Om deze reden heb ik een serie over Jeremia uiteindelijk laten schieten, omdat het me niet lukte een goede keuze te maken uit de 52 hoofdstukken. - Het is een uitdaging om de bijzondere diensten (feestdagen, doop en avondmaal) op te nemen in het leesrooster van de lectio continua, maar het lukt me niet altijd. Daarnaast doorbreken themadiensten ook het ritme van de lectio continua.
- Lectio continua kan ook het effect hebben dat preken over een bepaalde tijd dezelfde accenten krijgen, omdat die accenten dominant zijn in het desbetreffende Bijbelboek. Ooit las ik het boek Openbaring door, maar haakte met de lectio continua af vanwege de heftigheid van de beelden.
Voor mij houdt dit in dat lectio continua een goede voorbereiding vraagt. Ruim van tevoren lees ik mij in op het Bijbelboek door inleidingen of kernachtige artikelen over de opbouw of de theologie van een Bijbelboek. Dan weet ik wat ik kan verwachten qua exegese en thematiek. Als ik helder heb wat de rode draad van een Bijbelgedeelte is, plan ik de hoofdstukken in.
Lectio continua betekent niet dat de preek elke keer hetzelfde is opgebouwd. Ik breng bewust variatie in: de ene keer begin ik bij de Bijbeltekst, de andere keer begin ik de preek met iets uit onze eigen tijd. De ene keer volg ik in de preek de tekst vers voor vers. De andere keer licht ik er één tekst uit.
Lectio continua heeft voor mij iets principieels: de Bijbel is als Gods woord de basis voor onze preek. Een themapreek als kan af en toe als variatie, maar het primaat ligt – zeker voor de morgendienst – bij een preek over een Bijbelgedeelte.
Daarnaast vind ik het boeiend om als predikant de rijkdom en variatie van de Schrift te laten zien en daag ik de gemeente graag uit om bezig te zijn met de tekst van de Bijbel. In mijn opleiding heb ik veel met Bijbelwetenschappen gedaan. Op deze manier kan ik gemakkelijk iets van de vreugde die het bestuderen van de Bijbel meebrengt, overbrengen.
Matthijs Schuurman, predikant van de Hervormde Gemeente Oldebroek