De mol

Bij Matteüs 24,15-28

Er zijn vast kinderen die het tv-spel ‘Wie is de mol?’ hebben gevolgd vorig jaar. In januari begint weer een nieuwe reeks. Of misschien hebben de kinderen zélf weleens ‘Wie is de mol?’ gespeeld.

Wie kan vertellen hoe het spel gaat?

(Als ze er niet uitkomen, is er vast een oudere jongere die het wel kan vertellen: een aantal bekende Nederlanders doet allerlei opdrachten om geld te verdienen. Eén van hen is in het geheim ‘de mol’. Die probeert juist te voorkomen dat er geld verdiend wordt. Wie aan het eind van het spel weet wie de mol is, heeft gewonnen. Als niemand het weet, wint de mol.)

Het doel is dus te raden wie de mol is. Elk jaar zijn er heel veel stemrondes en steeds vallen er mensen af omdat ze te veel foute antwoorden geven. Het valt dus niet mee om de mol te ontdekken.

In de bijbeltekst van vandaag gaat het erover hoe je Jezus kunt herkennen als Hij terugkomt. Want Jezus heeft beloofd dat Hij terugkomt. Zelfs als er allerlei rampen zijn, als het oorlog is, of als mensen vluchten, dus als je het helemaal niet meer verwacht, dan komt Hij. Maar hoe weet je nou dat Jezus er is?

Wat denken de kinderen zelf?

In de bijbeltekst vertellen ze dat het eerst wel wat lijkt op ‘Wie is de mol?’. Er zijn mensen die zeggen dat ze Jezus zijn, of die doen alsof. Maar die zijn het dus niet. Er zijn ook mensen die zeggen dat ze weten waar Jezus is. Op een verborgen plekje bijvoorbeeld, of ergens heel ver weg bij iedereen vandaan. Maar als je dan gaat kijken, dan is hij er niet.

Als Jezus terugkomt, gaat het juist heel anders. Dan zal er een bliksemflits zijn, staat er in de Bijbel, die de hele wereld verlicht. Of anders gezegd: iedereen gaat een licht op. Iedereen zal weten dat Jezus er is. Dus je hoeft geen ‘mollenboekje’ bij te houden of heel erg te gaan zoeken. Jezus is geen goede mol en wil dat ook niet zijn. Als Jezus komt, dan mag iedereen dat weten.