Paulien Vervoorn #1: De overeenkomsten tussen een preek en een reclamepraatje
Paulien Vervoorn is fulltime bezig met het begeleiden van mensen die in kerken (s)preken. Denk aan predikanten, voorgangers, sprekers en jeugdleiders. Op Theoblogie publiceren we een tiendelige serie waarin zij haar belangrijkste tips voor dit (s)preken met ons deelt. Vandaag: wat je kunt leren van reclames.
Het is mijn verlangen een bijdrage te leveren aan kerken met impact.
– Paulien Vervoorn
Haar week bestaat uit het voorbereiden en geven van (s)preekbeurten en trainingen, het schrijven van blogs en het voeren van een-op-eengesprekken. Daarnaast neemt ze uiteraard de tijd voor activiteiten die haar energie geven. In een serie van blogs legt ze de acht takken van de mindmap uit die in haar boek Geloofwaardig spreken ten sprake komen.
IKEA-structuur
Tijdens trainingsdagen oefenen we vaak de IKEA-structuur hyperlink naar andere blog aan de hand van een verhaal over een voorwerp uit ons huis. Iets waar we enthousiast over zijn. Iets dat lekker praktisch is. Iets wat je een ander ook gunt. Je leest erover zodat je daarna de principes gemakkelijker toepast in je preek.
Ik, Paulien Vervoorn, heb inmiddels honderden verhalen gehoord. Van kaasschaaf tot keukenmachine en van bijbelhoes tot een badkamermeubel. Als je bij een van mijn trainingen zou zijn, zou je nu met een mindmap voor je zitten. Je zou me allerlei korte stukjes uitleg horen geven. Aan het einde leg je de checklist ernaast:
Inspirerend intro
- Vertel in de ik-vorm wat jouw probleem was toen jij dit voorwerp nog niet had.
(Of vertel waar je tegenaan zou lopen als je dit voorwerp niet zou hebben.) - Vraag of de ander dit probleem herkent. Voorbeeldzin: ‘Herken je dat?’
Krachtige kern
3. Vertel wat het nut is van jouw voorwerp.
4. Vertel hoe het voorwerp eruitziet. Denk aan kleuren, vormen, materialen, grootte, verpakking.
Gebruik – als het relevant is – je andere zintuigen: vertel wat je ruikt, proeft, voelt (‘tast’) of hoort.
5. Noem de prijs zo objectief mogelijk.
Erkenning
6. Verplaats je in de ander en bedenk welk bezwaar hij kan hebben. Noem de reden waarom iemand anders geen behoefte heeft aan jouw voorwerp.
Voorbeeldzin: ‘Misschien denk je nu wel: “Ik hoef geen … , want …”’
7. Geef erkenning doordat je laat merken dat je de ander begrijpt.
8. Noem een reden waarom het voorwerp toch handig kan zijn.
Activerende afsluiting
9. Vertel wat de ander kan doen als hij het voorwerp zou willen kopen. Denk aan wat, waar en wanneer.
10. Is het een heel groot voorwerp? Bedenk een kleinere actie die passender is.
Voorbeeld
Als iedereen zijn mindmap af heeft, vraag ik wie zijn verhaal wil vertellen. Een verhaal over een fruitvliegjesval klinkt dan (ingekort) bijvoorbeeld zo:
(Intro) Ik heb altijd fruit in huis. In de zomer komen daar heel veel fruitvliegjes op af. Super irritant! Herkenbaar?
(Kern) Sinds kort heb ik er geen last meer van. Ik ontdekte namelijk dat er een fruitvliegjesval bestaat. (Wat heb ik eraan?) Je lokt de fruitvliegjes in de val. Als ze in de val zitten kunnen ze zich niet meer voortplanten, wat een einde van deze ware plaag betekent.
(Hoe ziet het eruit?) Ze zijn er in verschillende soorten en maten. Die van mij is van HG en heeft de vorm van een peer. Limegroen, ongeveer vijf centimeter hoog. Je draait het bovenste gedeelte los en je vult het met een deel van de bijgeleverde vloeistof. Je zet het peertje in de buurt van de fruitschaal om de beestjes in de val te lokken. (Prijs) Voor ongeveer zes euro ben je twee maanden van de vliegjes af. Je vult de val bij met de vloeistof. De gebruikte vloeistof mag je gewoon door de gootsteen spoelen.
(Erkenning) Misschien ga je liever aan de slag met grootmoeders tips met schoteltjes azijn, afwasmiddel en folie? Goed punt. Ik koop liever ook geen dingen als ik de materialen al in huis heb. Het is alleen helaas mijn ervaring dat alle fruitvliegjes weer vrolijk door het folie vliegen, waardoor ik nog niet van die beesten af ben.
(Activerende afsluiting of –zoals het in reclametaal heet: call to action) Wil je van deze hinderlijke beestjes af? Koop bij de supermarkt een fruitvliegjesval. Hebben ze ‘m niet? Bestel ‘m online bij BOL.
Een preek is toch geen reclamepraatje?
Het lijkt nogal plat om een preek te vergelijken met een reclamepraatje over een fruitvliegjesval. Zeker als je het idee hebt dat een verkoper je iets wil aansmeren om er zelf beter van te worden. Zo wil jij niet preken. Je bent ook veel gepassioneerder over Gods goede nieuws dan over een fruitvliegjesval, koffiezetapparaat of badkamermeubel.
En toch zie ik meer overeenkomsten tussen een reclamepraatje en een preek dan verschillen. Je deelt namelijk iets waar je enthousiast over bent. De oplossing die jij hebt gevonden, gun je een ander ook. Ik zet tien overeenkomsten voor je op een rijtje die ik inmiddels op veel trainingsdagen heb gehoord. Het is bij beide belangrijk dat je …
- … zelf achter je boodschap staat. Anders is het niet geloofwaardig.
- … overtuigd bent van de waarde van jouw ‘product’.
- … de interesse wekt in je intro.
- … ervoor zorgt dat mensen zich herkennen in de eerste zinnen.
- … een plaatje schetst, zodat mensen het voor zich zien.
- … vertelt wat mensen eraan hebben.
- … weet dat je mensen niet alleen bereikt met rationele argumenten. Aanspreken van gevoel is bij beide belangrijk.
- … vertelt wat de ‘prijs’ is. Met andere woorden: je vertelt wat mensen moeten doen of laten.
- … bedenkt waarom de ander misschien niet enthousiast wordt van jouw verhaal.
- … een concrete stap bedenkt om de ander verder te helpen.
Dit is een bewerking en samenvatting van hoofdstuk 10 van Geloofwaardig spreken.
Geloofwaardig spreken
‘Geloofwaardig spreken‘ van Paulien Vervoorn, voor iedereen die steengoed wil preken. Aan de hand van dit boek leer je om een preek te maken die staat als een huis. De IKEA-structuur geeft houvast: je ontwerpt een inspirerend intro en een krachtige kern, je geeft erkenning bij bezwaren en je hebt een activerende afsluiting. Je leest wat je al goed doet én je wordt uitgedaagd te spreken op een manier die bij jou én bij deze tijd past.