Kerk 2025: De PKN krijgt bisschoppen
De pastor pastorum komt er: de primus inter pares, de bisschop. Het is een van veranderingen waarin de nota ‘Kerk 2025: waar een Woord is, is een weg’ voorziet. Op donderdagavond 12 november werd de nota unaniem aanvaard door de generale synode van Protestantse Kerk, waarmee een volgende stap is gezet op weg naar een soberder kerkelijke bestuursstructuur voor – laten we hopen – de komende decennia.
Bisschoppen
Verschillende benamingen werden in de loop van de dag gebruikt voor de functionaris die in de toekomst de nieuwe regionale classis zal voorzitten. Hij of zij moet in de eerste plaats herder zijn, maar tegelijk iemand met bestuurlijke verantwoordelijkheid. Iemand die de ruimte krijgt om op eigen initiatief in de regio te interveniëren, die mediation kan aanbevelen of aanzetten tot visitatie. Waarbij uitdrukkelijk gesteld wordt dat ingrijpende beslissingen steeds in overleg met het gehele bestuur van de regio genomen moeten worden.
Hoe noem je zo iemand in een protestantse kerk? Verschillende titels vielen. Van regiopastor, regiomanager en regionale voorzitter tot scriba, superintendent, baron en papa. Het gaat in ieder geval om de belichamingen van een episcopale geest die onze presbyteriale ziel niet hoeft af te schrikken, volgens scriba Plaisier. Later wordt het gesprek hierover voortgezet, maar de tendens lijkt in de richting te gaan van ‘bisschop’, maar dan een met de aanspreektitel dominee. Een bisschop, maar dan met een protestantser smoelwerk dan de rooms-katholieke, de oud-katholieke of de anglicaanse bisschop. Eén verschil is al heel helder: de functie zal niet voor het leven zijn, maar gebonden aan een termijn. Daarna wordt de bisschop weer gewoon dominee.
Regio’s
De bisschop – waarvan de exacte functieomschrijving nog gemaakt en vastgesteld moet worden! – zal een regio-classis gaan leiden die in omvang vergelijkbaar zal met de vroegere provinciale kerkvergadering. Acht tot tien regio’s lijkt een geschikt aantal, en tijdens het diner ontstond dan ook het idee op om de grenzen ervan samen te laten vallen met die van de rooms-katholieke bisdommen. Dit vooruitlopend op nadere stappen in het oecumenisch proces – stappen waar we snel niet meer onderuit zullen komen?
Uiteraard ziet niet iedereen die hele grote classes zitten. En zeker niet op plekken waar alles goed werkt momenteel – nóg goed werkt, zou je erbij kunnen denken. Of dit nu de oplossing zal zijn voor de veel te grote vergaderdruk vragen velen zich ook af.
Opademen
Het verhaal dat scriba Plaisier er tegenover stelt, is herkenbaar. Zijn vrouw kwam thuis met de mededeling dat ze in de gemeente meer diakenen nodig hadden. Waarom? Omdat ze niet meer konden voldoen aan de afvaardigingsverplichtingen die aan het plaatselijke clubje gesteld werden. Dat is waar de kerk onder gebukt gaat momenteel, en dat verlichten is een groot goed. Uiteindelijk is dat ook de inzet van het proces dat de synode aangegaan is. In dat kader vallen termen als: ruimte maken om op te ademen. Die verwachting hangt boven het hele gesprek.
Of die verwachting terecht is en hoe dat gaat werken, komt eigenlijk amper aan de orde. Eerder is er de angst dat de (wijk)gemeente totaal op zichzelf teruggeworpen wordt wanneer de gemeenteadviseur verdwijnt, eventuele ondersteuning zelf ‘ingekocht’ moet worden en de afstand tot de classis veel groter geworden is. Waar vind je houvast wanneer de variëteit groter mag zijn, er naast je gemeente een ‘witte plek’ en een pioniersplek is en de bisschop ver weg zetelt? Het zijn aandachtspunten die nader uitgewerkt moeten worden. Want dat is de bedoeling. De nota ‘Waar een Woord is’ vormt het uitgangspunt voor nadere uitwerking waarbij verschillende werkgroepen ingeschakeld zullen worden. Een toezeg werd al gedaan om de quotum- en omslagregelingen niet aan te passen. Ook zullen de gevolgen van het wegvallen van gemeenteadviseurs eerst goed in kaart gebracht worden.
Mobiliteit
Uiteraard was het punt van de mobiliteit van predikanten een gespreksonderwerp. Moet er besloten worden dat twaalf jaar echt het maximum is voor een predikant in een en dezelfde gemeente? Gaat de bisschop hier directief in optreden? Er blijken zich nu jaarlijks maar twee losmakingsprocedures voor te doen waarbij ‘te lang zitten’ een duidelijk probleem is. Wordt een oplossing gezocht voor een niet bestaand probleem? Moet dit punt misschien uit dit plan gehaald worden en zelfstandig behandeld worden?
De soep van de mobiliteit lijkt niet al te heet gegeten te worden. Sleutelwoord in het hele gesprek hierover is: ’vertrouwen’ – in elkaar, in het regiobestuur, in de bisschop. In alle redelijkheid moet steeds gekeken naar wat het beste is voor iedereen. Natuurlijk moet er iets geregeld worden wanneer een predikant moet stoppen bij een gemeente voordat hij of zij een andere plek heeft. Tegelijk moet ieder zich realiseren dat gemeenten ook een mogelijkheid moeten krijgen om op een bepaald moment van de predikant af te komen. Twaalf jaar, de termijn die ook voor andere ambtsdragers geldt, zal geen wet van Meden en Perzen worden, wel een soort peildatum waarop men met elkaar in gesprek moet kunnen gaan – in aanwezigheid van de bisschop wellicht.
Belangrijke stap
Is er nu echt iets gebeurd? Ja en nee. Wanneer de nota ‘Waar een Woord is’ niet aanvaard was, was de kerk minstens een jaar teruggezet in haar streven een werkbare structuur voor de nieuwe tijd te vinden. En ja: de kleine classes gaan verdwijnen, er komen grote regionale classes. En daarenboven: in het dagelijks bestuur van deze classes zal een vrijgestelde dominee de leiding hebben – iemand waarvan we nog niet mogen zeggen dat ie ‘bisschop’ heten, tegelijk is dat een functiebenaming waaraan we langzaamaan al lijken te wennen. Dat laatste leek tenminste het geval in de synode.
Aan de andere kant blijft er eerst nog veel onduidelijk. Wat de bisschop moet en mag is nog niet omschreven. Ook niet hoe deze functie zich zal gaan verhouden tot die van de visitator. Welke classes worden samengevoegd? Vooral spannend blijft de vraag wat het financiële plaatje is dat hierbij hoort. Het zijn allemaal punten die nader worden uitgewerkt en waarover tijdens de zittingen van de generale synode in 2016 besluiten zullen vallen. Er is een belangrijke stap gezet vandaag, maar er is nog een hele weg gegaan.
Dick Vos, eindredacteur Woord& Dienst, opiniërend magazine voor protestants Nederland
Gouden oogst
Dr. Wim Verboom is 50 jaar werkzaam als theoloog, eerst als predikant in diverse kerkelijke gemeenten, later als hoogleraar aan de universiteit. Jaren van theologische keuzes, geïnspireerd door medetheologen uit verleden en heden. In dit persoonlijke boek beschrijft hij de toenemende betekenis die de notie van het verbond voor hem kreeg. Ook beschrijft hij de ontwikkelingen in de samenleving – die veranderde van stabiel naar onrustig – en de wetenschap,. Daarmee biedt hij met zijn boek een waardevol en boeiend tijdsbeeld van 50 jaar kerk en theologie.