Menu

Premium

De Samaritaanse vrouw bij de bron

Preekschets Johannes 4:15, veertigdagentijd

‘Geef mij van dat water, heer’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ (Johannes 4:15)

  • Schriftlezing: Johannes 4:4-42
  • Kerntekst: Johannes 4:15
  • Thema: ‘Geef mij van dat water.’

Het eigene van de zondag

De weken voorafgaand aan Pasen kunnen in de protestantse traditie op twee manieren worden aangeduid: als lijdenstijd of als veertigdagentijd. Die namen staan voor twee verschillende benaderingen, zo men wil ‘aanvaarroutes’ op weg naar Pasen. Beide routes leggen eigen accenten, zowel in theologisch opzicht als wat betreft spiritualiteit.

In de reformatorische (c.q. gereformeerde) traditie van de lijdenstijd is de focus gaandeweg steeds meer gericht op de betekenis van het lijden en sterven van Jezus Christus. De oecumenisch georiënteerde benadering zocht aansluiting bij de traditie van de oude kerk. Vanuit dat perspectief is de focus in de veertigdagentijd gericht op onderricht, catechese: de catechumenen bereidden zich in deze periode voor op de doop in de Paasnacht: het vieren van het mee-gekruisigd én mee-opgewekt zijn met Christus (Romeinen 6:1-6). Vanuit die gedachte wordt de focus van de prediking in deze periode gericht op inhoud en praktijk van de gelovige navolging van Jezus Christus.

Voor beide benaderingen zijn argumenten pro en contra aan te voeren. En beide benaderingen hebben hun sterke en minder sterke kanten. Deze schets over Johannes 4 kiest de tweede benadering als uitgangpunt zonder af te willen doen aan de betekenis van de andere visie.

In het vierde hoofdstuk biedt evangelist Johannes ons het verhaal van de ontmoeting tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw. Een voorganger zou voor deze lezing uit het vierde evangelie kunnen kiezen wanneer deze bij zichzelf (of in de gemeente) een zekere ‘verzadiging’ bemerkt ten aanzien van de jaarlijkse synoptische berichten over de verzoeking in de woestijn en de verheerlijking op de berg.

Een complementaire reden om voor deze perikoop te kiezen komt voort uit berichten over de sfeer van verdeeldheid in onze huidige samenleving. We horen met regelmaat van berichten over mensen die anderen of ook zichzelf inmetselen. Het ‘wij’ tegenover ‘zij’. Groepen waar je wel of niet bij hoort of waar je bij wordt ingedeeld of juist weer van wordt uitgesloten. Hier wijst Jezus een weg die hoger gaat (1 Korintiërs 12:31b).

Uitleg

De evangelie-lezing is relatief lang. Voor wie dat te lang vindt, biedt het nieuwe Romeinse Lectionarium een variant waarbij gedeelten kunnen worden weggelaten. De lezing bestaat dan uit de verzen 5-15, 19b-36, 39a, 40-42.

Vrouwenstemmen

Vele eeuwen is het verhaal van de Samaritaanse vrouw uitgelegd door mannen. Op een college van wijlen dr. Okke Jager hoorde ik hem zeggen: ‘We hebben deze vrouw achter een muur van commentaren onzichtbaar gemaakt. Zij is ingemetseld. Het zal veel geduld vragen haar achter de exegeten vandaan te halen’. De opmerking van Jager dateert uit begin jaren tachtig. Sindsdien hebben meerdere vrouwenstemmen zich gemengd in de uitleg van dit gedeelte. Wie vandaag preekt naar aanleiding van deze perikoop doet er goed aan de woorden van Jager ter harte te nemen.

Ondanks de controverses die er destijds bestonden tussen Joden en Samaritanen, knoopt Jezus een gesprek aan met een Samaritaanse. Het gaat om een vrouw die op allerlei manieren tegen muren en de neiging tot inmetselen aanloopt. Ze leeft in een wereld met harde tegenstellingen – tussen Jood en Samaritaan, tussen man en vrouw.

Oprechte aandacht

Jezus gaat een spannend gesprek met deze vrouw aan. In die dynamiek komen zij stap voor stap dichter bij elkaar. Jezus moraliseert niet. Hij wijst haar niet af vanwege vragen of onbegrip. Hij maakt haar, in oprechte aandacht voor deze ene mens, deelgenoot van zijn zending. Haar leven begint opnieuw te stromen met een overvloed die doet denken aan hoofdstuk 2. Zij wordt in dit evangelie, na Andreas, de eerste vrouw die Jezus als Messias belijdt.

In de gesprekken komen zowel de Samaritaanse vrouw als de leerlingen stap voor stap tot het inzicht wie Jezus is. Je zou ook kunnen zeggen: ze komen tot die ontdekking, een deksel wordt weggenomen, muren van onbegrip afgebroken. Voor de vrouw is Jezus eerst een Jood, daarna een profeet om ten slotte te ontdekken dat de Messias haar gespreksgenoot is. En uitgerekend Híj spreekt haar aan op een weliswaar confronterende’, maar tegelijk ook respectvolle wijze. De leerlingen vinden het gesprek met de vrouw in eerste instantie hoogst merkwaardig. Gaandeweg krijgen ze niet alleen zicht op de zending van hun Heer maar ook op die van zichzelf.

Redder

De gezalfde uit het Joodse volk blijkt de redder van de wereld. En Hij is dat op zo’n manier dat Hij juist de grenzen van dat volk overschrijdt. Hij laat zich niet inmetselen in door mensen gestelde grenzen maar Hij bekommert zich om ieder mens. Zó doet Hij de wil van God (vers 4 en het ‘moeten’ van vers 34).

Het hoofdstuk sluit af met te zeggen dat het geloof via het woord van de apostelen tot een persoonlijke zaak wordt. Volgelingen en leerlingen van Jezus zijn zij voor wie de ontmoeting met de leven Heer een persoonlijke ervaring is en voor wie die ontmoeting de eigen situatie doet veranderen.

Bron, fontein. Foto van M W van Pixabay.
Foto ter illustratie. Van M W op Pixabay.

Aanwijzingen voor de prediking

Berichten over spanningen in de samenleving kunnen niet buiten de kerkmuren geparkeerd worden. Die nemen we met ons mee de kerk in. Links staat tegenover rechts net als pro- en anti-vaxers. De reeks controverses is helaas moeiteloos aan te vullen.

Twee ‘kampen’

Tijdgenoten in deze samenleving maakt de evangelist deelgenoot van een gesprek tussen twee mensen die op het eerste gezicht uit twee ‘kampen’ komen, twee kampementen met muren daartussen. Jezus hanteert een belangrijke manier om muren af te breken, namelijk de even eenvoudige als lastige onderneming om met elkaar in gesprek te gaan, om te investeren in echte ontmoetingen die dieper graven dan oppervlakkige kennismakingen. Johannes maakt ons deelgenoot van een ‘echt’ gesprek, van het luisteren ook naar dat wat achter woorden aan verlangen kan schuilgaan of juist een leegte die achter afleidingsmanoeuvres verborgen kan worden gehouden.

Een ‘echt’ gesprek

Dat ‘echte gesprek’ begint spelenderwijs bij een put. Maar stap voor stap boort Jezus diepere lagen aan. En dat vindt z’n culminatie is de woorden: ‘Ik, die met u spreek ben het’. Dat zijn woorden die geen Jood ooit mocht uitspreken, omdat ze voor God waren gereserveerd: Ik ben, die Ik ben. Alleen in het vierde evangelie neemt Jezus deze woorden in de mond.

Wij mensen, wij zoeken wie we zijn. In het niet weten wie we zijn, ligt ons tekort, ons onvermogen, onze onmacht. We hebben de neiging voortdurend voor onszelf weg te lopen. Maar Jezus komt ons tegemoet, gaat naast ons zitten en houdt ons vast en zegt: ‘Blijf staan. Hier ben ik voor jou: je Messias. Ik ben gezonden tot alle verloren schapen van deze wereld om ze uit te nodigen hun ziel voor mij open te leggen en die aan mij toe te vertrouwen’. Het verhaal van deze Samaritaanse vrouw is het verhaal van ons en onze redding. Wij worden aan onszelf ontdekt en aan wie Hij voor ons is. En dan geeft Hij jou levend water van zijn Geest en dan word jij zelf een bron van levend water.

Elkaar gaan zien

Vooroordelen hebben naar hun aard een inmetselende werking. Zo ontmenselijken individuen en groepen elkaar over en weer en kunnen alleen nog in karikaturen over en tot elkaar spreken. Wanneer we levend water willen ontvangen van de Messias, kan er beweging komen, kunnen muren wegvallen en grenzen heilzaam worden overschreden. Mensen gaan elkaar weer zien in het licht van Hem die geen grenzen kent. Hij die ‘om ons mensen en om ons heil’ de grens tussen hemel en aarde heeft doorbroken en ons aller broeder is geworden.

De prediking naar aanleiding van dit gedeelte nodigt uit om de woorden van de vrouw na te spreken: ‘Heer, geef mij van dat water, dan zal ik geen dorst meer hebben’. Dat is overigens een risicovolle uitnodiging. Want wie van het water des levens drinkt, wordt opgenomen in een krachtige stroming, die wordt namelijk zelf een bron van levend water. Vanzelfsprekende grenzen verliezen hun betekenis, heilige tradities worden gerelativeerd. Iedereen die niet (meer) drinkt uit populaire publieke bronnen, loopt het risico te worden verdacht van verraad, ketterij en kritiek op het systeem.

Iedereen die serieus verlangt naar het water des levens dat de ‘Vreemdeling uit Galilea’ aanbiedt, begint aan een spannend avontuur, even bevrijdend als risicovol.

Liturgische aanwijzingen

In het Liedboek 2013 zijn veel liederen rond het thema ‘dorst’ en ‘drinken’.

  • Lied 42a als intochtslied.
  • Lied 188 is expliciet naar aanleiding van dit hoofdstuk geschreven.
  • In lied 653:3 klinken dezelfde gedachten.
  • Als een koor of cantorij medewerking verleent, is lied 424 heel passend na de prediking.
  • Als Avondmaal wordt gevierd, kan Lied 379 worden gezongen.
  • Verder lied 379:5,6, 774 en 837:1.

Het lied ‘Ik ben’ van Sela is ook mooi over deze thema’s.

Deze preekschets is geschreven door Rein Bos.

Geraadpleegde literatuur

  • Raymond Brown, The Gospel According to John I-XII, Doubleday (New York), 1985-21
  • Gail O’Day, The Word Disclosed. Preaching the Gospel of John, Chalice Press (St. Louis), 2002
  • Marjorie J. Thomson, Springs of Water Welling Up in: Richard Eslinger, The Web of Preaching. New Options in Homiletical Method, Abingdon Press (Nashville), 2002, 98-102
  • Tom Wright, Johannes voor iedereen 1 (hoofdstuk 1-10), Uitgeverij Van Wijnen, 2016

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken