Menu

Premium

Ezeltje rijden

Bij Zacharia 9,9-12

Op zaterdagmiddag gaat de bel. Martje en Lars zijn alleen thuis. Ze kijken door het raampje: het is Regina, het nieuwe meisje uit de straat. Ze is helemaal opgewonden: ‘Komen jullie ook?’ roept ze. ‘We mogen ezeltje rijden in het park, ga je mee?’

Ezeltje rijden, dat lijkt ze leuk. Dat hebben ze nog nooit gedaan!

Maar dan kijken ze elkaar even aan: het kan niet. Ze moeten thuisblijven. Ze moeten op de hondjes passen. Het zijn twee Jack Russells, die zijn klein maar ontzettend druk. Die blaffen tegen alles wat beweegt. Die kun je echt niet meenemen naar het park als er veel kinderen zijn en ook nog ezeltjes.

‘Sorry,’ zeggen ze tegen Regina, ‘het kan niet, we moeten oppassen.’

Regina is alweer weg, ze gaat andere kinderen vragen. Wat jammer, wat jammer.

‘Kunnen we niet heel eventjes gaan?’ zegt Lars, maar ze horen de hondjes blaffen in de kamer en ze begrijpen dat het echt niet kan.

Later op die middag horen ze een hoop kabaal op straat, muziek en zingen en gejuich. Er komt een optocht aan. Voorop loopt de harmonie. Daarachter een ezeltje met daarop Regina. Ze is verkleed als koningin. En dan een Jan Plezier, zo’n ouderwetse wagen met twee paarden ervoor en een heleboel kinderen erop.

Van de andere kant komt er een auto aangereden. De politie wil hem stoppen, maar het zijn papa en mama, die naar huis willen.

De optocht staat stil. Het ezeltje gaat de stoep op en begint aan een struik te knabbelen.

Papa en mama begrijpen gelukkig snel wat er aan de hand is. Ze zetten de auto aan de kant en roepen naar Martje en Lars: ‘Kom vlug, dan kun je nog mee!’

Daar klimmen ze al op de wagen en ze vragen: ‘Waar is dit feest voor?’

‘Het is van Kinderen voor Vrede,’ zegt de koetsier. ‘Fijn dat jullie er zijn. Hoe meer kinderen hoe beter!’

Hadden Martje en Lars niet eventjes mee kunnen gaan, met de hondjes aan de lijn?

Regina kwam wel erg op het nippertje. Wat vind je daarvan?

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken