Menu

Premium

Ezeltje

Bij Matteüs 21,1-11

Prinses Sion kijkt uit het raam. Ze wacht en ze wacht. Ze wacht al haar hele leven. Niet dat ze lui is of niks doet. Ze heeft ijverig geleerd en kan drie talen spreken. Ze doet vlijtig haar werkjes en kan borduren als de beste. Maar zo voor het open raam, met het borduurwerk op haar schoot, kijkt ze dromerig naar buiten. Ze voelt het. Ze wacht. Misschien wel op de prins op het witte paard.

Opeens hoort ze juichen en zingen in de straat die naar het paleis voert. Daar ziet ze een stoet aankomen. Mensen draven vooruit. Trekken hun jas los bij de hals en met een zwaai leggen ze die op straat. En ze roepen iets. Wat? Dat kan prinses Sion niet horen. Nog meer mensen komen aanhollen.

Zij hebben takken van de bomen afgebroken. En leggen die bij al die jassen op straat. Nu ziet ze in de verte echt iemand dichterbij komen. Hij zit inderdaad op een dier. Maar het is geen paard. En wit is het ook niet. Het is grijs, tenminste wat er nog uitsteekt van onder de bontgekleurde jassen die erop liggen. Een ezel lijkt het wel. Ja, kijk maar naar zijn oren. En wat lief, een jonkie huppelt erachteraan. Ook met een mooi jasje op zijn rug.

De mensen juichen. ‘Gezegend hij die komt!’ Zo begroeten ze hem met luide stemmen.

Prinses Sion denkt: Zou dit de prins zijn op wie ik wacht? Een paard is het niet, maar een ezel. Een ezelin, aan de kleine kant zelfs. Ik zou er niet eens bij op passen. Maar dat veulentje dat er zo vrij achteraan huppelt, dat zou wat voor mij zijn! Ik zou ook wel zo vrij willen dartelen en niet meer altijd binnen de muren van dit paleis vastzitten. Jammer dat het ezeltje nog zo klein is. Ik moet nog even wachten. Maar het komt wel. Het moet nog wat groeien. Het komt vanzelf.

Prinses Sion legt haar borduurwerk neer en gaat voor het raam staan. Ze klapt in haar handen op de maat van de mensen beneden. ‘Gezegend hij die komt!’ roept ze, haast zonder dat ze het zelf merkt.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken