Geloof als innerlijke keuze: Over de kerkelijke, religieuze en maatschappelijke implicaties van individualisering
Lange tijd werd het vakgebied van de godsdienstsociologie gedomineerd door de secularisatiethese die er – simpel gezegd – vanuit gaat dat religie en moderniteit elkaar slecht verdragen en processen van modernisering op termijn onvermijdelijk gepaard gaan met een afnemend maatschappelijk belang van religie. Sinds de jaren negentig staat deze these zwaar onder kritiek en worden hiervoor alternatieven ontwikkeld. Rodney Stark, Roger Finke en Laurence Iannaconne lanceerden de ‘religieuze markt’- these en Paul Heelas en Linda Woodhead de‘spirituele revolutie’-these. José Casanova spreekt over ‘the deprivatization of modern religion’, Peter Berger over ‘the desecularization of the world’ en Jürgen Habermas over een ‘postseculiere’ samenleving.
Hoewel deze thesen en concepten de ontwikkeling van religie in het huidige tijdvak zeer verschillend duiden en analyseren, hebben ze de veronderstelling met elkaar gemeen dat religie en moderniteit elkaar niet op voorhand uitsluiten en specifieke vormen van religie onder bepaalde condities van moderniteit het zelfs juist zeer goed kunnen doen. Religie dient niet gezien te worden als een relikwie uit het verleden, maar als een verschijnsel dat ook in hedendaagse, laatmoderne samenlevingen, waaronder de Europese, een rol van betekenis kan spelen in leven en samenleven.Uitgaande van de veronderstelling dat religie – en ook kerk in de ruimste zin van het woord van religieuze groeperingen – in het hedendaagse Europa een belangrijk maatschappelijk verschijnsel kan zijn, is het interessant om na te gaan hoe zij zich verhouden ten opzichte van basiskenmerken van het huidige, laatmoderne Europa. In dit artikel sta ik stil bij de verhouding van kerk en religie tot de fundamentele trend van individualisering die zich sinds het begin van de jaren zestig in Europese landen krachtig manifesteert. Ik richt me daarbij specifiek op de vraag welke kerkelijke, religieuze en maatschappelijke implicaties deze trend heeft alsmede hoe kerk en religie zich tot die maatschappelijke gevolgen verhouden. Individualisering blijkt gepaard te gaan met tenminste drie maatschappelijke paradoxen: toenemende keuzevrijheid maar ook meer keuzelast, bevrijding van knellende banden maar ook groeiende eenzaamheid, toenemende zelfcontrole maar ook maatschappelijke verharding. Hoe verhouden kerk en religie zich hiertoe?