Menu

Basis

God is de bron

Wanneer mij gevraagd wordt hoe ik het scheppingsverhaal uit Genesis lees, noem ik het verhaal een grote lofzang. Het is als een hooggestemde belijdenis waarin verwoord wordt dat God de Bron is van al wat bestaat. Zijn Woord schiep het licht en het leven. Is niet de zon de bron van al het leven? Nee, ook die staat aan de hemel enkel dankzij God.

Het eerste bijbelboek Genesis vertelt dat God op de eerste dag het licht schiep en het scheidde van de duisternis. Licht noemde Hij dag, duisternis noemde Hij nacht. Maar pas op de vierde dag plaatst God lichten aan het hemelgewelf om dag en nacht van elkaar te scheiden. Het grootste hemellichaam heerst over de dag en het kleinere over de nacht. Natuurlijk doelt de schrijver op de zon en de maan, maar noemt ze niet bij name. Doet hij dat bewust niet?

De verhalen in de Bijbel zijn nooit geschreven in het luchtledige maar met beide voeten in de werkelijkheid. Zo is de Tora (dat zijn de eerste vijf boeken van de Bijbel) waarschijnlijk op schrift gezet in de 6e eeuw voor Christus toen een groot deel van de Joden gedeporteerd was naar Babylon en daar in ballingschap leefde. Veel verhalen komen voort uit een mondelinge traditie, maar wanneer ze worden opgeschreven worden ze natuurlijk gekleurd door de tijd. Wanneer je gedwongen in een vreemd land leeft, zijn verhalen belangrijk die vertellen over je identiteit. Waar kom je vandaan? Waar liggen je wortels? Maar bovenal ook: wie is jouw God tussen al die andere goden?

De zes scheppingsdagen, Hildegard van Bingen
Beeld: Wikiart

Zon, maan en sterren

In alle tijden is de zon aanbeden als een god. En ook aan de maan en de sterren werd goddelijke kracht toegeschreven. In de Bijbel vinden we hier in verschillende passages kritiek op. In Deuteronomium lezen we: ‘En als u omhoogkijkt en de zon, de maan en de sterren ziet, al die lichten aan de hemel, laat u er dan niet toe verleiden daarvoor neer te knielen en te vereren wat de HEER, uw God, voor andere volken op aarde heeft bestemd.’

Die verleiding is groot, zo blijkt wel als in 2 Koningen 23:5 de afgodenpriesters ontslagen worden die door de koningen van Juda waren aangesteld, priester die ‘offers ontstaken voor Baäl en voor de zon, de maan en de sterren’. Zon, maan en sterren zijn geen goden, maar door God gemaakt. Hij is er de baas over. God laat zelfs de zon een dag stil staan als Jozua daarom bidt in de strijd tegen de Amorieten.

In Psalm 74 lezen we: ‘Van U is de dag, van U is de nacht, U hebt maan en zon een vaste plaats gegeven.’ Ook in andere psalmen staan dit soort regels waarin God boven de zon gesteld wordt. In Psalm 84 staat dan wel ‘Want God, de HEER, is een zon en een schild’, maar dat is beeldtaal voor de kwaliteiten van God.

Een nieuwe dag

God staat boven alle andere goden. De schrijvers van de Bijbel maken duidelijk dat werkelijk leven niet te vinden is bij afgoden of natuurkrachten. ‘Maar voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben zal de zon van de gerechtigheid, die genezing in haar vleugels draagt, stralend opgaan’ lezen we in Maleachi. Werkelijk leven vind je bij God die gerechtigheid uitstraalt, met liefde verwarmt en ons een nieuwe dag schenkt. Zoals aan de vrouwen bij het graf van Jezus op de dag van de opstanding. De naamloze hemellichamen uit het begin wordt aan het eind van de Bijbel zelfs hun rol ontnomen. In Openbaring staat: ‘De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht.’

Harold Schorren is predikant van de wijkgemeente Laurenspastoraat, city pastor van Rotterdam, en redactielid van Open Deur.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken