Menu

Basis

Godsbeeld en seksisme

Student in zicht

Portret Annabell Magdeburg

Het onderzoek van Annabell Magdeburg – De Jong naar de relatie tussen godsbeeld en ervaringen van seksisme begon als een kwalitatief onderzoek. Vanwege het grote aantal reacties op haar vragenlijst veranderde dit.

In 1998 haalde ik mijn BA in Religion and Mission. In oktober 2023, 25 jaar later, hield ik in Manchester mijn MA-diploma in handen. Het was de bekroning van mijn werk voor mijn mastertitel Pastoral and Practical Theology. Mijn masterthesis ging over ervaringen van seksisme. Wat was daarvoor de aanleiding?

In 2021 zorgde Aliene Boele, journaliste bij het Nederlands Dagblad, met haar publicatie ‘Seksisme in de kerk’ voor veel gesprekken binnen de christelijke wereld. Ik vond het boeiend dat die gesprekken vaak gingen over de vraag wat seksisme eigenlijk is. Kun je bepaalde uitingen of gedragingen als seksistisch zien, ook als ze misschien niet zo waren bedoeld?

In de loop van de tijd vroeg ik me af of iemands theologie iets te maken kon hebben met hoe die persoon tegen seksisme aankeek. Dat was echter een te groot thema voor een MA-scriptie. Daarom verlegde ik de focus naar het godsbeeld, resulterend in de kernvraag: is er een samenhang tussen de manier waarop je God ziet – je godsbeeld dus – en de manier waarop je seksisme ziet?

Ik stelde een vragenlijst op en vroeg mijn netwerk deze te verspreiden. Waar ik op dertig tot veertig antwoorden rekende, had ik op de einddatum 95 antwoorden binnen. Met dit aantal ging het niet langer om een kwalitatief onderzoek maar om een kwantitatief onderzoek. Dat vroeg om een andere aanpak.

Compliment voor de jurk

De eerste vragen in mijn lijst gingen over het godsbeeld: wat is je beeld van God? Spreek je God ook weleens anders aan dan met mannelijke termen? Welke eigenschappen associeer je met God? De antwoorden deelde ik in mannelijke begrippen in – zoals Vader, Schepper, Leidsman, Rechter, Rots – en in niet-mannelijke, zoals Vriend, Moeder, Scheppende Kracht, Eeuwige. Om een overall-beeld te krijgen, hield ik rekening met alle antwoorden van een persoon.

Vervolgens ging een aantal vragen over de perceptie van seksisme. Uit de gesprekken over de publicatie van Aliene Boele bleek dat situaties die de een als seksistisch ervoer, voor de ander helemaal niet seksistisch hoefden te zijn. Dus de vraag was niet ‘wat is seksisme?’, maar ‘wat wordt als seksistisch ervaren?’

De gesprekken gingen vaak over wat seksisme eigenlijk is

In de introductie van mijn vragen nam ik een korte beschrijving op, met kwalificaties als ‘openlijk of vijandig’, ‘subtiel of modern’, ‘welwillend of neerbuigend’ seksisme. Ik beschreef 19 situaties. Met een score van 1 tot 10 konden de deelnemers aangeven hoe seksistisch ze deze situaties ervoeren. Aanvullend kon iedere respondent nuances aanbrengen. Dat is belangrijk want zonder context kan een beoordeling van de antwoorden ingewikkeld zijn.

De meeste beschreven situaties had ik ofwel zelf meegemaakt, ofwel iemand uit mijn kennissenkring. Het waren situaties uit het dagelijks leven in onder meer kerk, werk en school.

Voorbeeldsituatie

In een kerkenraad of een andere bestuursvergadering wordt een thema besproken. De bijdrage van een vrouw krijgt weinig aandacht. Kort erna zegt een man bijna hetzelfde als de vrouw en er wordt naar hem geluisterd.

Dergelijke situaties in vergaderingen zijn zo breed onderzocht, dat ik er bijna voor koos om deze niet in mijn vragenlijst op te nemen. Dat ik het toch heb gedaan, komt doordat uit onderzoek blijkt dat vrouwen vaker worden onderbroken dan mannen.

Voorbeeldsituatie

Aan het einde van een kerkdienst geeft een mannelijk gemeentelid een compliment voor de mooie jurk die de vrouwelijke voorganger draagt.

Bovenstaande situatie is herkenbaar voor vrouwelijke voorgangers. Draag je als vrouwelijke voorganger een toga, dan gaan de gesprekken vooral over de inhoud van de dienst.

Draagt de vrouwelijke voorganger een jurk of pak, dan gaan de gesprekken vaak over de kledingkeuze. Mannelijke collega’s delen deze ervaring niet.

Verder koos ik ervoor om een aantal vragen te ‘spiegelen’: ik beschreef een vergelijkbare situatie maar dan bijvoorbeeld een waarbij naar een man niet werd geluisterd, of waarbij een mannelijke voorganger een compliment kreeg voor zijn kleding.

Opvallende uitkomsten

In het proces van coding, het indelen en analyseren van de antwoorden, koos ik voor een indeling in mannelijke godsbeelden en niet-mannelijke godsbeelden. Op die manier was het mogelijk alle antwoorden in vier categorieën in te delen:

  • mannelijk met mannelijk godsbeeld;
  • mannelijk met niet-mannelijk godsbeeld;
  • vrouwelijk met mannelijk godsbeeld;
  • vrouwelijk met niet-mannelijk godsbeeld.

Wat bleek? Respondenten met een mannelijk godsbeeld namen situaties zeldzamer als seksistisch waar dan deelnemers met een niet-mannelijk godsbeeld. Vooral mannen met een mannelijk godsbeeld beoordeelden de geschetste situaties vaker met een lager cijfer.

Een ander opvallend punt in de analyse van de data was dat vrouwen over het algemeen ook bij de ‘spiegelvragen’ (die dus vergelijkbare situaties voor mannen beschrijven) hoger scoorden.

Hoe zingen we over God en welke beelden preken wij?

Zij beoordeelden ook die situaties dus als seksistisch. Een verklaring kan zijn dat de meeste vrouwen de situaties herkenden, in tegenstelling tot de meeste mannen die veel minder met seksisme te maken hebben.

Mannen

Een belangrijke vraag in mijn scriptie is: wat nu? Wat kunnen we doen met het resultaat van mijn onderzoek? Ik stel voor om dat mee te nemen in informatie, educatie en bewustwording in beide gebieden van mijn onderzoek: de godsbeelden en het seksisme. Mijn oproep is om goed naar onze liturgie te kijken.

Hoe spreken we over God, en hoe spreken we God aan? Hoe zingen we over God en welke beelden preken wij?

‘Als je iets een keer gezien hebt, kun je het daarna niet niet meer zien.’ Eenmaal bewust van waar seksisme om ons heen gebeurt, zien we seksisme ook op andere plekken. Dan is het aan ons om daar iets van te zeggen. Hier spreek ik nadrukkelijk ook mannen aan. Want mannen die tegen mannen zeggen: ‘Hey, wat zeg je nou? Dat kan echt niet!’ is anders dan wanneer een vrouw dit tegen een man zegt.

Zelf let ik steeds meer op mijn taal in en buiten de dienst, bijvoorbeeld in gesprekken, leerhuizen en bijbelstudies. Laten we het steeds normaler maken om niet alleen in mannelijke termen over God te spreken. Het meest gebruikte woord voor God is Liefde. Als we dat nu vasthouden, zijn we een heel grote stap verder.

Annabell Magdeburg – De Jong is kerkelijk werker in de wijkgemeente Ambacht Oost, in Vlaardingen.


Ego
Woord & Dienst 2024, nr. 8

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken