Hedendaags kerk-zijn in Gods wereld
Een recensie van Wakker in Gods wereld van Jack Barentsen en Oeds Blok
Wakker in Gods wereld van Jack Barentsen en Oeds Blok gaat over kerk-zijn in de 21e eeuw. Het boek verbindt theologische duidingen van de hedendaagse tijd met de situatie waarin kerken en woonplaatsen zich vandaag de dag bevinden. Hoe invulling te geven aan hedendaags kerk-zijn in Gods wereld? Gert-Jan Roest, kerkplanter en missionair huistheoloog, schreef een recensie over het boek.
Wakker worden in Gods wereld
De draagtijd van een Afrikaanse olifant is maar liefst 22 maanden. Dat is bijna twee jaar!
Jack Barentsen en Oeds Blok, de auteurs van Wakker in Gods wereld, hebben de Afrikaanse olifant overtroffen! Na een zwangerschap van vier jaar ligt de baby ons met wakkere ogen aan te kijken.
De lange draagtijd bij olifanten zorgt ervoor dat het kalfje zich goed kan ontwikkelen en gezond ter wereld komt. Ook Wakker in Gods wereld heeft zich goed kunnen ontwikkelen, het is de vrucht van vele gesprekken, reflecties, studie en gebed.
Met het boek willen de auteurs de kerk op een nieuwe manier helpen theologiseren: praktisch en contextueel, een benadering die al langere tijd in de lucht zit. Waar we in de moderne tijd nogal eens eenzijdig van boven naar beneden dachten, van Bijbel en traditie naar de praktijk van de kerk, maakt Wakker in Gods wereld systematisch ruimte voor de lijn van beneden naar boven. We moeten goed luisteren naar wat er in ons en om ons heen gebeurt.
Missio Dei-theologie in de kerk
Voor de auteurs is dit ‘ruimte maken’ niet primair geworteld in postmoderne filosofie, die aandacht vraagt voor onze eigen subjectiviteit en wat argwanend staat tegenover massieve waarheidsclaims… nee, voor hen is er een theologische reden om aandacht te vragen voor de lijn van beneden naar boven. De schrijvers zijn ervan overtuigd dat God zelf vernieuwend aanwezig is in onze werkelijkheid, in het ‘hier beneden’, en dat we worden uitgenodigd om mee te werken, te participeren. Zij sluiten hierin aan bij de zogenaamde missio Dei-theologie die sinds de twintigste eeuw wereldwijd gestaag aan invloed wint, zowel in de evangelische kerken als in de meer oecumenische kerken.
Met het boek willen de auteurs de kerk op een nieuwe manier helpen theologiseren: praktisch en contextueel, een benadering die al langere tijd in de lucht zit
Kerkelijke luisterhouding
Nu is het één ding om die theologie te geloven of te belijden, maar het is nog iets heel anders om kerken te helpen hieruit in de praktijk te werken en te leven. En hier zit volgens mij een eerste belangrijke bijdrage van Wakker in Gods wereld. In deel I van het boek laten de auteurs zien welke spiritueel-existentiële houding de kerk nodig heeft om Gods vernieuwende werk op het spoor te komen. Een belangrijk aspect van hedendaags kerk-zijn.
Bij pionieren in de Protestantse Kerk gebruiken we het woord ‘luisteren’ om die spiritueel-existentiële houding aan te duiden. Luisteren naar God, naar elkaar, naar de context en naar de grotere kerk. De auteurs doen in dit boek wat minder met luisteren naar de grotere kerk, maar wat een prachtige dingen schrijven ze over dit luisteren door het te benoemen als ‘wakker zijn in Gods wereld’, ‘vertrouwend leven’, en ‘vanuit een lerende houding leven’. Zij geven reliëf aan het begrip luisteren door in te gaan op hoe je het doet in onzekere tijden en hoe je omgaat met het ongemak van ‘niet weten hoe’. Wat ik prachtig vind aan dit deel is dat het zo doorleefd en undefended aanvoelt.
Participatie en contextualisatie
Een tweede belangrijke bijdrage van het boek zit in het feit dat het niet eerst die spiritueel-existentiële houding uitpakt en vervolgens overgaat tot de orde van de dag in het dagelijks reilen en zeilen van de hedendaagse kerk. Nee, het wil dat de kerk echt serieus werk maakt van dat participeren in Gods missie in haar eigen lokale plek. Dus moedigen de auteurs in deel II de kerk aan om met die wakkere houding uit deel I scherp naar de eigen omgeving te kijken en die in gesprek te brengen met het evangelie.
Balans hangt van het moment af
Wat me vooral aansprak in dit tweede deel is dat er niet alleen aandacht wordt gevraagd voor de plek waar je als gemeente aanwezig bent, en ook niet alleen voor een nieuwe verbeelding van het evangelie in dat prachtige hoofdstuk 5, maar ook voor de mensen die God als gave op je pad heeft gebracht. Contextualisatie is niet alleen een gesprek tussen evangelie en context, maar het gaat ook om de mensen zelf.
Aandacht vanuit geloof
Wat me ook aansprak in deel II is dat ik geloof en vertrouwen proefde. Het is net alsof de schrijvers echt geloven dat Gods Geest werkelijk aan het werk is in deze wereld, in ieders eigen omgeving: geef daarom aandacht aan de plek waar je bent, want die is een geschenk van God. Geef ook aandacht aan de mensen die God op je pad brengt. Ze zijn er niet toevallig. En geef aandacht aan hoe iets van goed nieuws zichtbaar wordt in jullie midden: want het evangelie gebeurt onder je neus.
Duizelingwekkend
Er zitten dus prachtige bijdragen in het boek. Het duizelde me af en toe wel, moet ik eerlijk zeggen. Niet alleen gaat de lezer in elk hoofdstuk door een leercirkel die start met verhalen van ervaringen, via reflectie naar theologische concepten, eindigend met handelingsperspectieven, maar elk hoofdstuk doet ook een poging om verschillende stemmen in het veld een plek te geven en dan moest ik heel hard werken om de hoofdlijn in het betoog vast te houden. Misschien heeft Annemiek de Jonge wel gelijk dat het boek het meest tot zijn recht komt als werkboek.
Dit is niet bedoeld als kritiek, maar als bruggetje naar het vervolg. Ik wil reflecteren op één grote lijn in het boek.
Tegenhangen
Tijdens het lezen van het boek moest ik denken aan een spreuk van een van mijn professoren toen ik in Amerika studeerde. Hij zei: ‘Balance is nothing more than momentary synchronicity.’ Hij bedoelde daarmee te zeggen dat balans afhankelijk is van wat nodig is. Als je op een schip staat dat helemaal naar links overhelt, dan moet je niet proberen rechtop te gaan staan want dan val je om, maar je moet tegenhangen. Balans hangt van het moment af.
De auteurs beschrijven eerlijk waar ze vandaan komen. Een moderne evangelische traditie, die heel sterk van boven naar beneden werkte. In dit boek hangen zij sterk de andere kant op en daarmee helpen ze de kerk om niet om te vallen, niet in het water te verdrinken.
Wanneer is een contextualisatie authentiek christelijk en wanneer niet meer?
Diversiteit en eenheid hedendaagse kerk
Tegelijkertijd merkte ik bij mezelf dat ik ook een beetje onrustig en zoekend werd. Dat brengt me op een vraag. Die geldt niet zozeer predikanten en pioniers die net als de auteurs heel veel van de christelijke traditie hebben verinnerlijkt. Volgens mij is dit boek voor hen precies het juiste woord op de juiste tijd. Mijn vraag is met het oog op hen die deze traditie nog niet verinnerlijkt hebben: biedt de benadering van Wakker in Gods wereld voldoende checks en balances om ook de eenheid van de kerk te bewaren? Het boek maakt veel ruimte voor diversiteit en meerstemmigheid, maar wat houdt het allemaal samen?
Wat ik interessant vind, is dat er in de vroege kerk ook een enorme veelstemmigheid en diversiteit was. Als reactie daarop zeiden de kerkvaders: we moeten het speelveld bepalen. Ze kwamen toen met de canon van de Bijbel, de geloofsbelijdenis en het ambt van bisschop met autoriteit over de leer en toezicht op de diversiteit.
Als ik vanuit deze lens naar Wakker in Gods wereld kijk, valt me dit op:
- De auteurs leggen niet zoveel nadruk op de Bijbel of de canon. Zij gebruiken de Bijbel heel veel, maar expliciete aandacht is er, als ik goed gelezen heb, alleen in een paragraaf in het hoofdstuk over gemeenschap, en de nadruk ligt daar op creatieve interactie rond de Bijbel.
- Er wordt wel veel aandacht besteed aan de geloofsbelijdenis, of anders gezegd: aan het evangelie als samenhangend verhaal om de Bijbel te begrijpen. Daar ben ik blij mee.
- Het boek geeft ook aandacht aan leiderschap, maar juist de kanten van autoriteit in de leer en toezicht op de diversiteit komen minder aan de orde.
Wie beslist?
Ik begrijp dat overigens heel goed: er is zoveel fout gelopen op dit punt, dat we dit liever buiten beschouwing laten. Maar vroeg of laat komt de vraag toch boven: wie beslist er? Wanneer is een contextualisatie authentiek christelijk en wanneer niet meer? In de wereldkerk komt deze vraag steeds naar boven. Misschien is deze vraag voor de auteurs nog niet zo urgent omdat zij vooral werken met mensen die gesocialiseerd zijn in de christelijke traditie, maar wat gebeurt er als mensen de kerk gaan contextualiseren binnen het sjamanisme, of binnen het rechts-extremisme, of binnen de ecologische gaiabeweging? Geeft dit boek dan voldoende checks en balances? Ik zeg niet nee, maar ik aarzel wel en zeg ook niet volmondig ja.
Mijn suggestie zou zijn dat de auteurs het denken rond leiderschap, identiteit en ambt nog wat verder doorontwikkelen en vooral de taak van het ambt om de kerk bij haar christelijke identiteit te bewaren.
Consolidatie en verandering
Laat ik me even op glad ijs begeven. Ik weet dat juist leiderschap en identiteit het specialisme van Jack Barentsen zijn, dus het is een beetje roekeloos en dwaas om het op dit punt met hem oneens te zijn, maar ik doe toch een poging om het te benoemen.
In de reflecties rond identiteit, zowel in het hoofdstuk over leren als in het hoofdstuk over leiderschap, zit steeds een onderliggend frame van consolidatie en verandering. En identiteit plaatsen de auteurs aan de consolidatiekant. Zo zeggen zij op pagina 109: ‘Leren is een doorlopende beweging tussen identiteit en openheid, tussen traditie en een veranderende wereld.’ Zij zeggen zelfs dat de grote opdracht van Matteüs 28 begrepen moet worden als een oproep om te consolideren na een tijd van grote verandering, maar niet als een opdracht die voor elke periode geldt.
Ik weet dat er in studies over sociale identiteit met dit frame gewerkt wordt, maar voor mezelf ben ik steeds meer tot de conclusie gekomen dat de christelijke weg een alternatief geeft voor dit algemene frame. Volgens mij is het zo dat hoe dieper je in je christelijke identiteit gaat, hoe opener je wordt voor je omgeving en voor verandering. Ik heb op dit punt veel geleerd van Miroslav Volf, die zo duidelijk laat zien dat in het hart van de christelijke identiteit een liefde zit, zelfs voor vijanden. Dus openheid naar anderen, zelfs naar vijandige anderen, is niet een beweging weg van je identiteit, maar een beweging dieper de eigen identiteit in.
Hoe dieper je in je christelijke identiteit gaat, hoe opener je wordt voor je omgeving en voor verandering
Training in wakkerheid?
Waarom benadruk ik dit? Ik merk dat Barentsen en Blok terugschrikken voor een nadruk op traditie en onderwijs, omdat zij het verbinden met consolideren, wat minder openheid geeft. Maar is er ook zoiets als training in een traditie die mensen wakker in Gods wereld zet?
Ik zie deze spanning wereldwijd terug. Eén stroom van onderwijs over discipelschap wil gewoon de Bijbel onderwijzen. Het idee is dat als je systematisch mensen leert om te leven volgens de Bijbel, je op de goede weg zit. En daar zit mijns inziens werkelijk een cruciale component. Maar via de Wereldraad van Kerken en oecumenische groepen zoals de Council of World Mission komt er nu ook een contextuele oproep voor discipelschap. Daar ziet men heel scherp dat de vraagstukken rond economie en ecologie, rond racisme en polarisatie werkelijk vragen dat mensen getraind en gevormd worden zodat ze vanuit wijsheid en liefde op deze problemen reageren.
Waar de eerste benadering pleit voor consolidatie rond Bijbels onderwijs, pleit de tweede stroom voor openheid richting hedendaagse problematiek. Maar moeten we echt kiezen? Of is er een vorm van training in de christelijke traditie die mensen juist leert te leven vanuit geloof, hoop en liefde in hun lokale context en in het licht van de wereldwijde problematiek?
Leiderschap en toezicht
Ambtelijk leiderschap moet mijns inziens niet alleen authentiek christelijk onderwijs bevorderen, maar ook toezicht houden op de diversiteit. In een prachtig boek van Luke Timothy Johnson, Scripture and Discernment: Decision Making in the Church, laat hij zien hoe de vroege kerk onderscheidde wat van de Geest van Jezus kwam en wat niet, en het criterium was precies de vraag of iets de sociale identiteit van de christelijke kerk opbouwt of niet, of het de kerk opbouwt in haar anders-zijn, in die gekke combinatie van liefde en openheid, naar God, elkaar en de omgeving. Tot zover deze reflecties. Ik wil de auteurs feliciteren met de geboorte van hun boek. Mijn wens voor het kind is dat het gezond mag opgroeien en tot zegen van de kerk en wereld mag zijn.
Gert-Jan Roest is kerkplanter en missionair huistheoloog bij de Protestantse Kerk in Nederland.
Jack Barentsen en Oeds Blok, Wakker in Gods wereld. Kerk-zijn in de 21e eeuw. Uitgeverij: Buijten en Schipperheijn, 2024. 400 pp. €19,95 ISBN 9789463692571