Menu

Basis

‘Het wordt nooit meer zoals het was’

De impact van de coronamaatregelen op de uitvaart

Een uitvaart met slechts dertig aanwezigen, op anderhalve meter afstand van elkaar. Hoe doe je dat en wat is de impact van het ontbreken van het sociale netwerk van de dode en het noodgedwongen achterwege blijven van lichamelijk contact bij het condoleren? Uitvaarten in coronatijd kenmerken zich zowel door afwezigheid van rituele tradities als nieuwe initiatieven en rituele creativiteit.

Eind mei van dit jaar was ik in gesprek met Elbert Sluijmer, uitvaartondernemer in Lelystad, Harderwijk en omgeving. Hij vertelde me over de veranderingen in de vormgeving van de uitvaart onder invloed van de coronamaatregelen. In het begin, zei hij, was er veel onzekerheid, omdat onduidelijk was wat wel en wat niet mocht. Een probleem was dat veel kerken en het betreffende uitvaartcentrum te klein waren en daardoor niet gebruikt konden worden. De oplossing die hij vond was simpel en doeltreffend: hij organiseerde de uitvaarten buiten, op de begraafplaats rondom het graf. In een kleine kring van maximaal dertig personen werd afscheid genomen, werden herinneringen opgehaald en werd er soms zelfs gezongen.

Afwezig ritueel

Veel van de rituele elementen die zo gebruikelijk zijn geworden bij een uitvaart, zijn niet mogelijk vanwege de coronamaatregelen. Of ze blijken niet nodig te zijn in de nieuwe situatie. Door de maatregelen is het aantal deelnemers gereduceerd. Nabestaanden moeten keuzes maken: wie mag er wel komen, wie toch maar niet, als het aantal deelnemers tot dertig beperkt moet blijven? Dit aantal heeft niet alleen invloed op de sfeer van het uitvaartritueel, maar ook op de vormgeving. In een kring van intimi is er minder behoefte om het geleefde leven van de overledene in al zijn facetten te belichten. Slechts een deel van het sociale netwerk is aanwezig, en de mensen die er zijn kennen het levensverhaal. De toespraken en fotoreportages waarin het geleefde leven en het sociale netwerk van de overledene in herinnering worden gebracht, kunnen veelal achterwege blijven. Dat wordt wellicht ook veroorzaakt doordat er andere behoeften zijn, of omdat de locatie (buiten, de natuur!) minder geschikt is voor het tonen van foto’s. Ook de troostrijke receptie na afloop van de uitvaart wordt achterwege gelaten. Juist het samenzijn en de ontmoeting, met cake, broodjes of hapjes (‘troosteten’) kunnen de direct nabestaanden bemoedigen. Het napraten gebeurt nu, wat onbeholpen, op de parkeerplaats, op anderhalve meter afstand, dus zonder enig lichamelijk contact.

Genoemde rituele veranderingen onder invloed van de coronamaatregelen kunnen we typeren als ‘afwezig ritueel’: handelingen, toespraken, de fotoreportage en de condoleancereceptie zijn afwezig, omdat ze in de gegeven situatie eenvoudigweg niet uitgevoerd kunnen worden of niet nodig zijn. Het afscheid vindt plaats in kleine kring en daarmee wordt de traditie van het collectief gevierde afscheid doorbroken. Het is te vroeg om hieraan al vergaande conclusies te verbinden, maar ik kan er wel een vraag bij stellen: is niet juist dit collectieve aspect van het ritueel, waarin verdriet om de dode maar ook herinneringen aan het geleefde leven gedeeld worden, het kader waarin zin en troost gevonden worden?

Rituele elementen zijn niet alleen afwezig vanwege het gering aantal participanten, het anderhalvemetervoorschrift, de locatiewijziging of door de intieme sfeer waarin bepaalde rituele elementen eenvoudigweg niet nodig zijn. Er is ook sprake van afwezig ritueel als nabestaanden besluiten de herdenking uit te stellen tot na de coronacrisis. Soms kiezen mensen voor een zogenoemde technische crematie (de uitvaartondernemer brengt de overledene naar het crematorium, zonder enige ceremonie). De herdenking wordt uitgesteld en zal zeer waarschijnlijk niet plaatsvinden in de aula van het crematorium, maar elders, op een plaats die voor de nabestaanden en/of de overledene betekenisvol is: het strand, het plaatselijk café, de sportkantine, het kerkgebouw. De vraag is hoe deze uitgestelde herdenking eruit gaat zien. Hoe doe je dat, iemand herdenken die al gecremeerd is? Een herdenkingsritueel is, lijkt mij, echt anders dan een afscheidsritueel en vraagt om een andere symboliek en andere metaforen dan wanneer het lichaam van de overledene centraal aanwezig is. Ik kan me indenken dat nabestaanden, of iemand namens hen, aan mensen uit de sociale omgeving van de overledene vragen een herinnering op te schrijven en toe te sturen. Het lezen van deze herinnering kan de periode tussen afscheid en herdenking overbruggen, of kan in plaats van een grotere herdenking komen. Als een persoon overleden is door het coronavirus, zien we de afwezigheid van rituelen en rituele elementen ook al voor de uitvaart. Nabestaanden hebben wellicht geen afscheid kunnen nemen, er zijn geen ‘laatste woorden’. De overledene kan niet thuis opgebaard worden en de verzorging van het dode lichaam moet door professionals in beschermende pakken gebeuren, zonder hulp van de nabestaanden. Die cruciale laatste handelingen, waarin het besef van de dood en het respect voor de overledene tot expressie komen, moeten noodgedwongen achterwege blijven. Het zijn juist de handelingen waarbij het lichaam betrokken is: het aanraken van de overledene, het voelen dat het dode lichaam koud is, het geven van een laatste kus. Het is nog een vraag wat de impact op het rouwproces zal zijn van het ontbreken van deze laatste handelingen.

Rituele creativiteit

De keerzijde van ‘afwezig ritueel’ is rituele creativiteit. Doordat de mogelijkheden om afscheid te nemen beperkt, of in elk geval anders, zijn, zoeken mensen naar nieuwe expressiemogelijkheden. Een nieuw ritueel is de erehaag: mensen die niet aanwezig kunnen zijn bij de afscheidsplechtigheid vanwege het beperkte aantal, stellen zich op in de straat waar de overledene gewoond heeft of langs de aanrijroute naar de afscheidslocatie. Terwijl de kist van de overledene door de erehaag heen wordt gedragen of gereden, strooien mensen bloemen of wordt er geapplaudisseerd. Deze uiting van betrokkenheid en respect voor de overledene is voor de direct nabestaanden heel troostrijk. Door dit nieuwe ritueel wordt het collectieve karakter van het afscheid op een andere manier vormgegeven. Ook zien we dat buurtgenoten de avond voor de uitvaart een kaars voor het raam zetten als teken van medeleven. Bij de uitvaart van een emeritus diaken in Tilburg werd aan de mensen, die normaal gesproken bij de uitvaart aanwezig zouden zijn, gevraagd om op het tijdstip van aanvang thuis een kaars aan te steken, hiervan een foto te maken en deze te sturen naar zijn weduwe.

Doordat de mogelijkheden om afscheid te nemen beperkt zijn, zoeken mensen naar nieuwe expressiemogelijkheden.

Een tweede nieuw ritueel is het drive-in of walkthrough afscheid: mensen rijden of lopen langs de kist, die buiten (bijvoorbeeld voor het kerkgebouw) staat opgesteld, met inachtneming van de vereiste anderhalve meter afstand tot elkaar. Ten derde komt het voor dat in de intieme kring van aanwezigen bij een uitvaart mensen spontaan het woord nemen en een herinnering delen. Ten vierde lijkt uitvaartfotografie en het filmen van de uitvaart toe te nemen. Nabestaanden willen niet alleen een herinneringsdocument voor zichzelf, maar willen de afscheidsceremonie ook aan mensen laten zien die niet aanwezig konden zijn.

Een vijfde nieuw ritueel kwam ik tegen in Twente. Op de vier locaties van Crematoria Twente zijn tijdelijke gedenkplekken ingericht. Op deze plekken staat een gedicht dat geschreven is door de Enschedese dichter Regine Hilhorst. Bij de plek kunnen nabestaanden en iedereen die niet aanwezig kon zijn bij de plechtigheid een steen achterlaten met daarop een persoonlijke boodschap.

Offline en online

Omdat het aantal aanwezigen bij een uitvaart beperkt moet blijven, worden veel uitvaarten live gestreamd. Dit leidt tot een wonderlijke paradox. Enerzijds zijn uitvaarten intiemer geworden, waardoor het rituele repertoire is veranderd en er meer ruimte is gekomen voor spontane elementen. Anderzijds worden uitvaarten meer publiek en openbaar door het streamen: iedereen die de link heeft ontvangen, kan meekijken; bovendien kan de link gedeeld worden. Vaak kunnen uitvaarten later nog eens teruggekeken worden. Nu is het streamen en opnemen van uitvaarten niet nieuw; dit gebeurt al vaker, onder meer in situaties dat familieleden in het buitenland verblijven of ziek zijn en daardoor niet aanwezig kunnen zijn. Is degene die de uitvaart op afstand, via iPad of computer volgt, er wel echt bij? Vaak klinkt deze vraag bij online rituelen, de vraag naar betrokkenheid, authenticiteit, de rol van het lichaam en de zintuigen. Een overtuigend antwoord op deze vraag vond ik op twitter: ’Begrafenis volgen via YouTube; het ontroert me meer dan ik dacht.’

Doordat het streamen in korte tijd ‘gewoner’ is geworden, ontstaat er een wisselwerking tussen het offline ritueel en de online presentie. Ik zie toenemende professionalisering, zoals het gebruik van meerdere camera’s. Het is de vraag hoe dit het actuele, offline ritueel gaat beïnvloeden. De camera is dwingend, vraagt om regie en staging. Dit kan afbreuk doen aan zowel het intieme karakter als het natuurlijk verloop van het uitvaartritueel. Tegelijkertijd kan het online streamen ook drempelverlagend werken. De mensen die bij voorkeur op de achterste rij zitten, of mensen die moeite hebben met uitvaarten vanwege de tranen, kunnen achter het scherm hun emoties laten gaan; niemand die hen ziet of hoort.

Deze drie observaties vanuit ritueel perspectief zijn een eerste poging om te analyseren hoe uitvaarten veranderen onder invloed van een ingrijpende gebeurtenis als de Covid-19-pandemie. We zitten er middenin, er is nog veel onderzoek en denkwerk te doen om zicht te krijgen op de veranderingen en de impact daarvan ten volle te begrijpen. Duidelijk is wel, en hier citeer ik uitvaartondernemer Sluijmer: ’Het wordt nooit meer zoals het was.’

Martin Hoondert is universitair hoofddocent ‘Muziek, Religie en Ritueel’ aan de Universiteit van Tilburg. Tevens is hij dirigent van het liturgiekoor Katharsis en redacteur van het Gregoriusblad – Tijdschrift voor Liturgische Muziek.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken