Hij is niet hier, hij is niet daar… Henoch, waar ben je eigenlijk?
Volgens het Bijbelboek Genesis leefde er in de oertijd een man die met God wandelde. Zijn naam was Henoch. Het leven van deze oervader eindigde even abrupt als het was begonnen. We lezen daarover: “Toen was hij er niet meer; jazeker, God heeft hem weggenomen” (Gen 5:24). Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Is Henoch aan de dood ontsnapt? Waar kunnen we hem nu vinden? Boeiende vragen die lezers al lang bezig houden. Ook een lezer van onze blogs. Ik ga hier daarom graag op deze vragen in.
De eerste keer dat we een Henoch in de Bijbel tegenkomen is in Genesis 4 (zie kader). De bekendste passage over Henoch vond je echter al in de inleiding. In het geheel luidt die passage: Toen Henoch vijf en zestig jaar was, verwekte hij Metuselach. Henoch wandelde met God nadat hij Metuselach verwekt had, drie honderd jaar lang. Hij verwekte zonen en dochters. Het totaal van Henoch’s levensdagen was 365 jaar. Henoch wandelde met God. Toen was hij er niet meer; jazeker, God heeft hem weggenomen (Gen 5:21-24, mijn vertaling).
Twee vragen willen we beantwoorden in deze blog: Is Henoch aan de dood ontsnapt of gaat het juist om een cryptische omschrijving van zijn dood (1) en waar nam God Henoch naar toe (2)?
Waar ben je Henoch?! Ben je gestorven?!
De uitdrukkingen ‘hij was er niet meer’ en ‘hij heeft weggenomen’, bieden helaas niet direct duidelijkheid. Deze uitdrukkingen worden zowel gebruikt voor personen die worden weggenomen naar een andere locatie (Gen 2:15, 2 Kon 2:1, Ez 3:14), als ook om iemands dood te beschrijven (zoals in Ps 103:16 en Ez 24:16). Toch is het antwoord op de boven gestelde vragen voor veel gelovigen overduidelijk: Henoch is niet gestorven en is in de hemel. Deze uitleg kan gebaseerd zijn op Hebreeën 11:5 waar staat: Door zijn geloof werd Henoch naar elders overgebracht, om niet te hoeven sterven; hij werd niet meer gevonden, omdat God hem had weggenomen. Hij stond immers al vóór zijn opneming bekend als iemand in wie God vreugde vond. (NBV)
Volgens deze schrijver is Henoch inderdaad niet gestorven. Waar hij nu is, wordt echter niet gezegd. Dat valt dus nog te bezien. Daarnaast is de schrijver van de Hebreeënbrief niet de enige die een antwoord geeft op de twee vragen hierboven. In joodse en christelijke bronnen tussen enkele eeuwen voor en enkele eeuwen na onze jaartelling (zie kader), vinden we uiteenlopende antwoorden. Ik onderscheid hier vijf posities.
-
De schrijver maakt niet expliciet duidelijk waar Henoch is en of hij wel of niet gestorven is (Sirach 44:16, 49:14, de Griekse, Syrische en enkele Aramese vertalingen van Genesis)
-
Henoch is gestorven. Het is niet duidelijk waar hij nu is (Bereshit Rabbah 25, Targum Onkelos, misschien Wijsheid 4:10-11)
-
Henoch is niet gestorven, maar het wordt niet expliciet gemaakt waar hij nu is (Hebreeën 11:5)
-
Henoch is niet gestorven en is in de hemel (passages uit 1 Henoch, 2 Henoch en 3 Henoch)
-
Henoch is niet gestorven en is in de tuin van Eden (Jubileeën 4, passages uit 1 Henoch)
Juist vanwege deze verschillende interpretaties en de ruimte die de verzen uit Genesis 5 laten voor de uitleg, hebben sommige bijbelonderzoekers voorgesteld dat de auteur van Genesis 5 bewust onduidelijk wilde blijven over Henochs dood en zijn lot. Hoewel dit mogelijk is, denk ik dat de auteur duidelijk genoeg was en de eerste lezers zijn hints op konden vangen. Wij kunnen dat ook, als we oog hebben voor de directe context van de passage over Henoch en de bredere context van de Bijbelse wereld.
De directe context
Twee elementen uit de directe context van Genesis 5 maken duidelijk dat Henoch niet is gestorven en dat bovendien bekend is waar hij nu is.
Ten eerste, de genealogie van Genesis 5. De uitgebreide familiestamboom in dit hoofdstuk gaat over leven en dood. Telkens klinkt het zinnetje en hij stierf…, en hij stierf… Er is echter één persoon voor wie dit refrein niet klinkt: Henoch. Juist de doorbreking van de herhaling wijst erop dat de bijbelschrijver hier bewust de lezer aan het denken wil zetten over het lot van Henoch. Dat wordt zelfs nog aannemelijker als we scherper kijken naar de structuur van herhaling in deze genealogie.
In de passages van vier van de in totaal tien genoemde hoofdpersonen wijkt het patroon namelijk af: in die van Adam, Henoch, Lamech en Noach. Aangezien de passage over Lamech helemaal over Noach gaat, lijkt de auteur door de variatie in zijn structuur bewust de aandacht te willen vestigen op Adam, Henoch en Noach. En laten nu juist deze drie mannen allemaal iets te maken hebben met het bredere thema van dood en leven. Noach overleeft immers als enige de dodelijke vloed, Adam werd bedreigd met de dood (Gen 2:17, 3:19), maar had ook kans op eeuwig leven (Gen 3:22) en Henoch lijkt te ontsnappen aan de dood.
Ten tweede vinden we in de directe context nog meer interessante connecties tussen Adam, Henoch en Noach. Zo wordt alleen van Henoch en Noach (Gen 6:9) vermeld dat zij met God wandelden en wordt in het verhaal van Adam met dezelfde werkwoordsvorm (Hebr.: hithalech) verteld dat God door de tuin wandelde (Gen 3:8). Tevens horen we over zowel Adam als over Henoch dat God hen nam of wegnam (Gen 2:15, 5:24, Hebr: laqach). Vanwege de overeenkomsten die we al hebben gevonden tussen Henoch en Adam, is het goed mogelijk dat er ook hier een verband is. Deze overeenkomsten zijn volgens mij aangebracht door een schrijver of redacteur van het boek Genesis. Zo bekeken wordt ook het thema leven en dood in de passage over Henoch aannemelijker. Al in het derde hoofdstuk van het boek Genesis lezen we immers dat de dood onvermijdelijk is voor mensen die leven in deze wereld. Misschien had het eerste mensenpaar nog een kans op eeuwig leven, maar allen die leven buiten de tuin zijn stervelingen. Maar er is een uitzondering voor hem die in nauwe relatie leefde met God (wandelde met God). Henoch ging niet dood en werd waarschijnlijk verplaatst naar de plek waar Adam ook naartoe werd weggenomen: de tuin in Eden (Gen 2:15, 5:24).
De wereld van de Bijbel
Er is nog een argument voor de idee dat Henoch werd verplaatst naar deze tuin. Er zijn namelijk veel verbanden tussen Genesis 1-11 en oude Mesopotamische vloedverhalen. Nu wil het geval dat in deze verhalen de hoofdpersoon aan het eind van de vloed door de goden wordt beloond met onsterfelijkheid (zie bijv. Gilgamesh-epos XI 198-205). Deze vloedheld, onder andere bekend als Utnapishtim, wordt weggenomen en wordt geplaatst aan de mond van de rivieren. Deze locatie is opmerkelijk. Niet alleen was zij breder bekend als een woonplaats van goden (bijv. van de god El uit Ugarit), ook komt zij zeer wel overeen met de locatie van Eden zoals beschreven in Genesis 2:10-15. Op basis van de vele parallellen tussen het vloedverhaal uit Genesis en die uit de Mesopotamische literatuur was het voor de hand liggend dat Noach na de vloed onsterfelijkheid zou verkrijgen. In tegenstelling tot de Mesopotamische verhalen is het echter niet Noach, maar een andere figuur die wordt weggenomen door de goden. Aangezien de Mesopotamische vloedheld niet sterft en zich niet in de hemel bevindt, maar op een plek ver weg aan de mond van de rivieren, acht ik de kans zeer groot dat de lezers vermoedden dat ook Henoch op deze locatie gevonden kon worden. De echo van het weggenomen worden door God was volgens mij te groot om niet gehoord te worden in een context met zoveel connecties naar Mesopotamische vloedverhalen (zie kader).
Conclusie
Zowel op basis van de directe context van Genesis 5 als op basis van de bredere context van Genesis is het aannemelijk dat Henoch niet gestorven is. Het gebruik van de specifieke uitdrukking ‘hij wordt weggenomen’ veronderstelt volgens mij een directe connectie met Adam (Gen 2:15) en de Mesopotamische vloedheld die beiden werden weggenomen en geplaatst aan de mond van de rivieren. Het is dan ook niet vreemd dat het joodse boek Jubileeën stelt dat Henoch nu in Eden is te vinden. Sterker nog, dit lijkt mij de meest waarschijnlijke locatie, aangezien Henoch door God werd weggenomen en Eden de plek was waar, volgens het begin van Genesis, God zelf regelmatig een ommetje maakte en waar Hij blijkbaar vlakbij woonde.
Tot slot nog dit. Hoe verklaar ik dan de andere visies op Henoch zoals eerder vermeld in deze blog? Daar moet ik hier kort over zijn. De idee dat Henoch in de hemel is te vinden, is volgens mij opgekomen in een tijd waarin de woonplaats van onsterfelijken en de plek van God zelf veel sterker met de hemel werden geïdentificeerd. Dit is een gedachte die pas later, in de hellenistische tijd, is opgekomen. De visie dat Henoch is gestorven, is vooral ontstaan als reactie op de vele verhalen die er over Henoch in omloop waren gekomen. Kritische stemmen pleitten daarom voor de idee dat Henoch stierf. Hoewel deze lezing taalkundig wel mogelijk is op basis van Gen 5:24, acht ik haar op basis van de context zeer onwaarschijnlijk.
Naar mijn mening laat Gen 5:24 juist zien dat Henoch een uitzondering vormt op het adagium ‘je bent gevormd uit aarde en keert tot de aarde terug’. Je kunt in de wereld van de Bijbel echter alleen aan de dood ontkomen wanneer de goden zelf zich over je ontfermen.