Menu

Premium

Hondenwandelclub

Bij Lucas 20,9-19

Daniël en Saartje wandelen weleens met de hondjes van de buurvrouw. Ze vinden dat leuk, want ze hebben zelf geen dieren. Andere kinderen willen ook meedoen. Op een gegeven moment zijn er wel zes honden en wel acht kinderen.

‘Moeten we jullie niet wat geven?’ vraagt mevrouw De Baas.

‘Nee, we doen het voor ons plezier!’ roepen de kinderen.

Op een dag stopt er een busje langs de stoep waar de kinderen lopen. Er klinkt geblaf in het busje. Een man stapt uit. Hij is boos. ‘Van wie zijn die honden?’ vraagt hij.

‘Van vrienden van ons,’ zeggen de kinderen.

‘Dat mag niet,’zegt de man streng. ‘Heb je een vergunning?’

‘Nee,’ mompelen de kinderen, verlegen, want ze wisten niet dat je een vergunning moest hebben.

Een week later is hij er weer. Ze hebben nog steeds geen vergunning. ‘Dat kost je vijftig euro,’ brult de man. Dat hebben de kinderen niet.

‘Zijn jullie wel verzekerd?’ vraagt hij.

‘Nee, moet dat dan?’

‘Als ik jullie weer betrap,’ bromt hij, ‘ben je erbij en dan ben je die honden kwijt!’

Nu gaat mevrouw De Baas een keertje mee. Het is te gek, zo’n man die doet alsof alle honden van hem zijn. De man gaat vreselijk tekeer. ‘Ik ben de officiële hondenuitlaatdienst. Jullie hebben geen recht om met honden te lopen.’ Hij begint de hondjes in het busje te duwen. Mevrouw De Baas protesteert, maar de man geeft haar zo’n grote mond dat ze bang wordt. Ze geeft hem vlug vijftig euro.

Thuis belt ze de politie. Die komt een keertje kijken. Weer probeert de man een paar hondjes in de bus te duwen. Maar nu is hij erbij. Hij heeft ook geen vergunning en ook geen verzekering. De vijftig euro moet hij terugbetalen en hij krijgt een boete en een bekeuring. De kinderen durven het niet te geloven, maar het is echt waar. Alle mensen die zijn blijven kijken, lachen en klappen in hun handen. Net goed dat zo’n oneerlijke man op zijn nummer wordt gezet!

Bij Lucas 20:9-19

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

De zekerheid van het geloof

Hebreeën 11 begint en eindigt met de mededeling dat er van oudsher mensen zijn geweest die om hun geloof geprezen worden (11,2.39). Daartussen wordt eerst een reeks mensen genoemd met een voorbeeld van hun geloof: Abel, Henoch, Noach, Abraham en Sara, Isaak, Jakob en Esau, Mozes, Rachab, Gideon en Barak, Simson en Jefta, David en Samuel. Daarna volgt nog een aantal groepen: profeten die leeuwen de muil toeklemden of vijandelijke legers op de vlucht deden slaan, vrouwen die hun doden terugkregen, martelaren en andere rondzwervende, mishandelde en vernederde geloofsgetuigen.

Premium

Bestaanszekerheid

‘Niet voor schuren die niet duren gaaft Gij vruchtbaarheid, maar opdat op aarde, in uw goede gaarde, niemand honger lijdt’ (LB 718). We zongen het vrijwel ieder jaar in de oogstdienst. Hoewel enigszins stukgezongen is het nog steeds een adequate weergave van Lucas 12,13-21. Jezus waarschuwt voor hebzucht en het oppotten van bezit. Goederen verzamelen zal je niet helpen als je leven in het geding is. Maar erger nog: je ziel loopt gevaar als je alleen voor jezelf leeft en niet deelt met anderen.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Ruimhartig delen

Onze relatie met God is een van de thema’s die de vier lezingen voor deze zondag gemeenschappelijk hebben. In de evangelielezing onderwijst Jezus zijn leerlingen over gebed als vriendschap. In de Genesislezing zien we hoe het gebed van een van Gods intiemste vrienden in de praktijk gestalte krijgt. In Kolossenzen roept Paulus de gemeente op tot wandelen met God in een relatie die gebouwd is op en geworteld is in Christus. De psalm bezingt biddend die hechte relatie en de verlossing die deze brengt.

Nieuwe boeken