Menu

None

Hoop en wanhoop – inleiding

Laveren tussen illusie en levenskracht

Herfstblad
(Beeld: Bonnie Kittle/Unsplash)

Er is iets eerlijks aan wanhoop. Ze laat niets heel van onze illusies, maar legt bloot wat we liever niet zien: hoe kwetsbaar we zijn, hoe weinig grip we werkelijk hebben. In tijden van oorlog, klimaatcrisis en morele uitputting klinkt het woord hoop bijna naïef. Alsof we onszelf voor de gek houden door te blijven geloven dat het goedkomt. Toch bestaat er een andere hoop – een hoop die de realiteit niet ontvlucht.

De asielzoeker: hoop in een moreel vacuüm

In het boek De asielzoeker van Arnon Grunberg krijgt die hoop een verrassende gedaante. De roman speelt zich af in een moreel uitgebluste wereld. Hoofdpersoon Christian Beck was ooit een gevierd fictieschrijver, maar houdt zich tegenwoordig bezig met het vertalen van gebruiksaanwijzingen. Hij analyseert alles ironisch en op afstand. De enige voor wie hij nog leeft is zijn vrouw, Vogel.
Wanneer zij terminaal ziek blijkt te zijn, besluit ze haar lichaam aan anderen te schenken — letterlijk — en begint ze een relatie met een asielzoeker.

Beck laat alles gebeuren, bijna zonder verzet. Hij staat zijn plaats in bed af aan de asielzoeker en zoekt ’s nachts zijn toevlucht tot de deurmat. Waarom? Omdat hij een stoïcisme wil cultiveren waarin het leed van de wereld hem niet langer kan raken — een innerlijke onbewogenheid waarin alle illusies en idealen overstegen zijn. Alles om de valse hoop de genadeklap te geven.

De bijbelse paradox van hoop

“Langgerekt hopen maakt het hart ziek,” lezen we in Spreuken 13,12.
Wanhoop is niet slechts de keerzijde van hoop; ze zijn ten diepste met elkaar verweven. Grunberg schetst een wereld waarin idealen zijn uitgehold, waar liefde en moraal zijn vervangen door berekening en onverschilligheid. Hoop lijkt aanvankelijk afwezig: Beck is een man zonder illusies, die menselijke pogingen tot goedheid vooral als zelfbedrog ziet.

Maar juist in dat morele vacuüm begint iets subtiels te gloeien. Daarom eindigt Spreuken niet bij de wanhoop van onvervuld hopen. Er volgt immers:

Langgerekt hopen maakt het hart ziek, maar een vervulde wens is een levensboom

Onvervulde hoop kan het hart ziek maken, maar hoop zelf is ook een kracht ten leven.

Corrie ten Boom: hoop in de diepte

Die levenskracht blijkt uit het leven van Corrie ten Boom, die in 1944 samen met haar familie door de Gestapo werd gearresteerd omdat ze Joden hielp onderduiken. Ze belandde in het vrouwenkamp Ravensbrück, waar haar zus Betsie overleed. Ze bleef geloven dat hoop niet naïef is, maar een daad van geloof – een keuze om te blijven vertrouwen op Gods trouw, zelfs in de duisternis.
Haar beroemdste uitspraak vat die paradox samen:

Er is geen put zo diep, of Gods liefde is dieper

Hoop was voor haar geen gevoel, maar een discipline van de ziel.

Pelgrims van de hoop

Toch kan hoop die niet vervuld wordt, een pijnlijke illusie zijn. Maar helemaal geen hoop hebben leidt tot fatalisme. Daarom riep paus Franciscus het jaar 2025 uit tot Jubeljaar van de Hoop — een uitnodiging om hoopvol stappen te zetten in een wereld vol wanhoop.

Ook in zijn encycliek Laudato Si klinkt dit door: hoop is niet de realiteit ontkennen, maar met twee voeten stevig geworteld blijven in de aarde.

Echte hoop is realistisch, kwetsbaar en volhardend.

Boom in een veld vol bloemen
(Beeld: Nick Page/Unsplash)

Hoop en vertrouwen: twee ademhalingen van geloof

In het Bijbels Grieks liggen hoop (elpis) en vertrouwen (pistis) dicht bij elkaar. Ze zijn als twee ademhalingen van hetzelfde geloofsverlangen:

  • Elpis kijkt vooruit in verwachting.
  • Pistis rust in betrouwbaarheid.

Zo bekeken is hoop geen vlucht, maar een manier van vertrouwen die de toekomst openhoudt.

De komende weken bij Spiritualiteit

Wat is de rol van hoop en wanhoop bij schrijvers als Arnon Grunberg of Antoine de Saint-Exupéry, bij mystici als Hildegard van Bingen, of denkers als Hannah Arendt en Václav Havel?
Kan hopeloosheid ook een vorm van wijsheid zijn? En hoe houdt kwetsbare hoop stand in een wereld vol lijden?

Daarover schrijft de redactie Spiritualiteit de komende twaalf weken. Volg de wintereditie van 2025 op de voet: elke donderdag verschijnt een nieuw, verdiepend artikel over hoop en wanhoop. Wij wensen u alvast veel leesplezier!

Over de auteur

Kelly Keasberry is eco-theoloog en religiewetenschapper. Ze werkt als freelance journalist, onder meer voor het Vlaamse opinieblad Tertio. Daarnaast doet ze onderzoek naar ecotheologie binnen de drie monotheïstische religies, in het kader van het project Existential Challenges of Planetary Health (VU Amsterdam/KU Leuven).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken