Horen, zien en zwijgen
Bij Marcus 9,2-10 (de verheerlijking op de berg)
Laat kinderen die willen naar voren komen. Geef ze een wit blad papier en een wit krijtje. Laat ze even proberen het blad wit te kleuren. Wat gebeurt er? Praat daarover en vertel dan dit verhaal.
Aan de voet van de Himalaya, de reusachtige rij bergen in Azië, woont in een kleine hut Ravi met haar drie kinderen. Ravi verdient de kost met het wassen en bleken van de kleren van de rijke mensen in het dorp. Daardoor kan ze rijst en groenten kopen voor haar kinderen. Gelukkig hebben ze meestal net geen honger. Alleen maar af en toe een beetje.
Ravi ziet de voorname mensen in hun witte kleren door het dorp lopen. Dan is ze blij dat zij die kleren zo mooi wit heeft gekregen. Eigenlijk zou ze het nog witter willen. Maar hoe? Daar droomt ze van en daarover praat ze met haar kinderen.
‘Als je ze eens waste in de sneeuw van de top van de Himalaya, moeder, dan gaan wij die sneeuw wel voor je halen,’ zegt de oudste.
Moeder schudt haar hoofd. ‘Zo hoog kun je niet komen. Je zou doodvriezen of in een ravijn storten. En jullie zijn het kostbaarste dat ik heb.’
Op een dag doet Ravi een uitvinding die de kleren nóg witter maakt. ‘Hoe doe je dat toch, Ravi?’ vragen de mensen in het dorp. Maar Ravi zwijgt en glimlacht alleen.
Ook aan de kinderen vragen ze het: ‘Hoe doet jullie moeder dat?’ Maar ook zij zwijgen. Want hun moeder heeft hun verboden iets te zeggen.
Als moeder Ravi sterft, zijn haar kinderen heel verdrietig. Maar honger zullen ze nooit meer hebben, omdat iedereen graag zijn kleren bij hen laat wassen. Want zij weten hoe je kleren zo wit kunt krijgen als je zelfs met chloor niet lukken zou.