Ik kan mijn ogen niet geloven
Bij Lucas 24,35-48
Verhaal
Wat doe je als je iemand heel lang niet gezien hebt? Je denkt dat hij of zij aan de andere kant van de wereld is, maar opeens staat hij of zij plotseling voor je neus! Zoals in dit verhaal.
Vijf jaar had opa mijn tante Mia niet gezien. Vandaag zou ze terugkomen uit Suriname. Wij gingen haar ophalen van het vliegveld. Opa dacht dat we ’s avonds pas bij hem in de flat zouden komen. Maar omdat er nergens vertraging was, kwamen we ’s middags al bij opa aan. We belden aan. De deur ging automatisch open. Omdat opa niet zo snel kan lopen, had hij met de afstandsbediening de deur opengedaan. Zo stonden wij ineens veel vroeger dan verwacht voor zijn neus. Opa’s mond viel open van verbazing. Eerst keek hij naar ons, en toen naar tante Mia. ‘Nee maar. Ben jij het echt?’ Opa’s stem stokte. Huilde hij? Maar hij keek ook heel blij. ‘Mia,’ zei hij eindelijk. ‘Ik kan mijn ogen haast niet geloven! Kom hier.’ Opa stond op uit zijn stoel en nam mijn tante in zijn armen.
Bijbel
Vlak na Pasen staat Jezus opeens in de ruimte waar de leerlingen zijn. Zij kunnen nauwelijks geloven dat het Jezus is. ‘Bent U het echt?’
Dan vraagt Jezus iets te eten en laat daarmee zien dat Hij geen spook is, maar echt leeft.
Gebed
Open onze ogen
om het kleine niet over het hoofd te zien.
Open onze oren
om te horen waar mensen om hulp roepen.
Open onze handen
om een ander bij de hand te kunnen nemen.
Open ons hart
om lief te hebben zonder iets terug te verlangen.
Gedicht: Ik ben het echt
ja, ík ben het
ik ben het echt
je had me niet verwacht
ik ben weer terug
ik ben jullie niet vergeten
geef me wat brood,
kijk maar: ik ga het eten
ja, ík ben het
ik ben het echt
Bij Lucas 24:35-48