In de rij
Bij Lucas 13,22-30
Vakantietijd
In veel kerken is deze zondag een overgangszondag van de vakantietijd naar de schooltijd. Steeds meer kinderen zijn weer terug, en hier en daar zijn de scholen net begonnen. Onderstaand verhaal bij de tekst uit Lucas leent zich er zowel voor om het gewoon als verhaal te vertellen, als om het met de kinderen te bespreken en zo hun eigen vakantiemomenten in te voegen. Dat kan door te vragen naar hun vakantiebestemming, hun bezichtigingen en hun ervaring met in de rij staan voor een attractie of bezienswaardigheid.
Verhaal
Mirte, Jasper en hun papa en mama lopen door de prachtige oude stad. Met de auto was het vanaf de camping maar een kwartier rijden. En het is de moeite waard. Het lijkt wel een openluchtmuseum. Het ene gebouw is nog mooier dan het andere. En alle muren zijn prachtig versierd met koppen van dieren erop. ‘Zullen we hier naar binnen gaan?’ vraagt papa, wanneer ze bij de ingang van een oud kasteel stoppen. ‘Pff, wat een rij,’ zegt Jasper. Ze lopen verder, maar bij de kerk is het ook al zo druk met vakantiegangers. ‘Wachttijd dertig minuten,’ leest Mirte voor. Bij het museum staat ook al zo’n lange rij, maar nu zegt mama: ‘Hier blijven we gewoon wachten, want als we nog meer van deze mooie stad willen zien, dan zullen we ook ergens naar binnen moeten.’
Mirte kijkt naar de mensen in de rij en stoot mama aan: ‘Zouden hier ook mensen uit deze stad in de rij staan?’ Mama kijkt naar de mensen in hun korte broeken en met hun hoeden en petten. Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, Mirte, dat denk ik niet. Die gaan vast op een rustiger moment.’ Nu bemoeit papa zich ermee: ‘Nou, of die komen ook niet verder dan kijken aan de buitenkant. Die vergeten gewoon hoe bijzonder de binnenkant is.’ Nu zegt mama: ‘Wij zijn anders zelf ook nog nooit in ons dorpsmuseum geweest, hoor. We lopen er altijd langs met boodschappen doen. In ons dorp doen andere toeristen moeite om het te zien, net als wij nu in hun stad.’ Voetje voor voetje schuifelen ze naar voren. De rij wordt al wat korter. Jasper zucht: ‘Pff, je moet er wel wat voor over hebben om deze stad echt te leren kennen.’ Mirte lacht: ‘Ach, als we na de vakantie naar het dorpsmuseum gaan, is het daar vast heel veel rustiger.’