Menu

Premium

In het spoor van Jesaja

Bij Jesaja 61,1-9, Psalm 145,13-21, 1 Korintiërs 12,12-27 en Lucas 4,14-21

Bij Johannes (2,1-11) begint Jezus zijn openbare leven met het doen van zijn eerste teken bij de bruiloft in Kana. Bij Lucas (4,14-21) begint de volwassen Jezus met de verkondiging van zijn roeping en programma, aan de hand van Jesaja 61,1-2a, in de synagoge van Nazaret. Psalm 145,13-21 zingt de lof van de HEER om zijn bijzondere zorg voor en verlossing van armen en gebukten. De gemeente te Korinte leert hoe de Geest ervoor zorgt dat het werk van de HEER door verschillende mensen samen wordt gerealiseerd.

Galilea was volgens Flavius Josephus een welvarende, dichtbevolkte streek ten westen van de zee van Tiberias; het land was geheel in cultuur gebracht, bezaaid met dorpen en stadjes. Nazaret was een van de grotere plaatsen, vrij hoog gelegen, met uitzicht over de vlakten in het zuiden en westen. De wereld kwam binnen langs de Via Maris, een handelsroute van Damascus naar Egypte. Ook met de tempel in Jeruzalem bestond een nauwe band: Nazaret was een van de verzamelplaatsen voor priesters, vanwaar ze gezamenlijk naar hun dienst in Jeruzalem reisden.

De synagogen van Galilea

Sinds de bevolking van Galilea onder Aristobulus I (104-103 v. Chr.) was gedwongen het jodendom aan te nemen, waren er synagogen voor de eredienst (gebed, Schriftlezing, Schriftuitleg) en voor raad bij het dagelijks toepassen van de Wet. De Schrift werd gekend en onderricht, zij het eenvoudiger en minder precies dan in Jeruzalem. Uit gesprekken en toespraken van Jezus blijkt dat Hij deelnam aan het joodse leven en grondig was opgeleid in kennis en toepassing van Wet en Profeten. De synagogen waren op marktdagen open voor mensen uit de streek, die daar terechtkonden met vragen over de toepassing van de Wet en voor een korte eredienst. Elke sabbat was er ’s morgens dienst. Na de opening met gebeden en het Sjema‘ kwam de Toralezing volgens een rooster van lezingen en lectoren. Daarna volgde een profetenlezing, naar vrije keus, met eventueel een uitleg of discussie. Voor deze lezing en voor de gebeden aan het begin werd tevoren iemand uitgenodigd. Die moest kennis van zaken hebben. Soms was er een gast, soms een (oud)stadgenoot zoals Jezus in Lucas 4,14-21.

Jezus’ zending en programma

Als Jezus ongeveer dertig jaar is (Luc. 3,23), begint Hij zijn verkondiging. We zien Hem voor het eerst, gedreven door de Geest, als leraar optreden in de synagogen van Galilea. De mensen reageren enthousiast (4,14-15). Na Jezus’ doop in de Jordaan was de Geest in de gedaante van een duif op Hem neergedaald en had de hemel tot Hem gesproken: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde’ (3,21-22). Hij was meteen ‘vervuld van de heilige Geest’ de woestijn in geleid en daar op de proef gesteld door de duivel (4,1-13). Na de beproeving was Jezus ‘in de kracht van de Geest’ teruggekeerd naar Galilea (1,14). Zijn hele verdere optreden is, als bij een profeet, in de kracht van de Geest en door Haar geleid.

We vinden parallellen van Jezus’ optreden in zijn vaderstad bij Marcus (6,1-6) en Matteüs (13,53-58). Daar staan ze veel later en in een andere samenhang. Bij Lucas vormen de gebeurtenissen in Nazaret het eerste openbare optreden van Jezus en alleen Lucas geeft de inhoud van het onderricht. Zo geeft hij aan hoe Jezus zichzelf en zijn zending ziet en tegelijk inhoudelijk het grondpatroon van Lucas’ beide boeken.

De blijde boodschap brengen

Jezus ‘rolde’ de aangereikte boekrol ‘af tot de plaats waar geschreven staat: (…)’ (4,17 –NBV). Niet door wonderlijke leiding van ‘boven’, maar zoals afgesproken leest Jezus Jesaja 61,1-2a. Een profeet legitimeert zich, heeft geestesgaven ontvangen door de zalving (Luc. 4,18 = Jes. 61,1), zoals ook priesters en koningen in Israël die konden ontvangen. Zijn betekenis reikt verder: hij wekt hoop op een eschatologische Redder in de toekomst (bijv. Jes. 61,1-2; Hand. 4,26-27). Het Griekse euaggellizomai (4,18) betekent: bekendmaken dat de overwinning is behaald en de vijand is verslagen. Armen zullen nooit meer arm zijn! Het werkwoord kèrussoo (4,18) heeft de lading ‘van de daken schreeuwen’. Dat moeten alle gevangenen, blinden en onderdrukten wel horen en op hun beurt doen als hun leven nieuw is geworden. Het jaar van de HEER is ‘welkom’ (Gr.: dektos – 4,19). Ieder die in het leven gebukt gaat, kijkt daar vol verlangen naar uit. Met Psalm 145 en andere psalmen kunnen we het met hen zingen (vgl. ook 1 Sam. 2,1-10; Luc. 1,46-55). Ook de profeten verkondigen hoe armen, blinden, kreupelen, doven, gebukten, verbrijzelden door de HEER verlost zullen worden (vgl. Jes. 29,18; 35,5v; 56,3-5; 58,6-7).

Niet iedereen in Israël deelde die opvatting: gebrekkigen waren uitgesloten van de cultus (Lev. 21,17-20; Deut. 23,2). De farizeeën sloten ‘lammen en blinden’ buiten hun gemeenschap (zie 2 Sam. 5,8). Gebrekkigen zijn ongeschikt voor het slagveld, en dus als Kinderen van het Licht (Qumran, Krijgsrol).

Jezus breekt midden in Jesaja 61,2 af. Niemand hoort van ‘een dag van de wraak voor onze God’. Jezus ziet als zijn taak: de blijde boodschap brengen; de wraak is aan God. Namen alle christelijke predikers dat maar ter harte!

Dan zegt Jezus: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan’ (4,21). Wat Jesaja heeft gezegd, gebeurt ‘nu’. Jezus gezalfd? Er is geen druppel olie gevloeid! Lucas weet Jezus gezalfd met de heilige Geest (Hand. 10,38). Hij noemt zich ‘Mensenzoon’ – een eschatologische gestalte (Dan. 7,13-14). Jezus weet zich door de HEER gezonden (Gr.: apostelloo – vgl. 4,18) om goed nieuws te brengen aan de armen. Oplettende lezers weten het allang: Gabriël, Maria, Elisabet, Zacharias, de engelen in de nacht, de herders, Simeon, Johannes en de stem uit de hemel hadden alles al gezegd en gezongen in Lucas 1-3!

Bij Jesaja 61:1-9, Psalm 145:13-21, 1 Korintiërs 12:12-27 en Lucas 4:14-21

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Nachtelijke Wijsheid

Vanaf de oorsprong klinkt Gods stem over schepping en geschiedenis van mensen (Ps. 29). Dit goddelijk spreken van wijsheid ervaren de eerste christenen in Jezus. Zoals regen neerdaalt uit de hemel en de aarde doordrenkt om daarna tot God terug te keren, zo is het ook met Jezus. In die beweging weet de gemeenschap rond Johannes zich opgenomen. Het laat hen opnieuw geboren worden als Gods kinderen, in een leven met eeuwigheidswaarde. Vanuit dit inzicht gaan ze in gesprek met hun joodse geloofsgenoten.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Ontvangt heilige Geest

Bij Johannes, in tegenstelling tot Lucas-Handelingen, vallen Pasen en Pinksteren op dezelfde dag. Met Pasen lazen we hoe Maria Magdalena ‘op de eerste dag der week’ van Jezus de opdracht krijgt om aan zijn leerlingen het evangelie, de ‘goede boodschap’, te ‘boodschappen’ (Gr.: angelloo), namelijk dat Hij is opgestegen naar zijn hemelse Vader. Daarmee gaf ze als apostel van de apostelen de aanzet tot een horizontale beweging: de kerk op aarde (Joh. 20,1-18).

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

Gebed voor de achterblijvers

Hemelvaartsdag is één en al jubel om de troonsbestijging van onze Heer Jezus Christus. Pinksteren is uitbundige blijdschap in de Heilige Geest. Maar de zondag daartussen heeft als Latijnse naam Exaudi: ‘verhoor toch!’ Zeker met de orthodoxe lezingen dringt het opeens tot ons door: we moeten het voortaan stellen zonder Jezus’ geruststellende aanblik. We blijven in deze wereld achter. Met het oog daarop heeft Jezus gebeden: ‘Heilige Vader, bewaar hen door uw naam.’

Nieuwe boeken