In vredesnaam
De apostel Paulus schreef rond het jaar 56 na Christus een brief aan de christelijke gemeente in Rome. Daarin zegt hij: ‘Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt.’ Deze ene gedachte is los van de brief en de situatie waarin die ontstond, een eigen leven gaan leiden, tot op de dag van vandaag. Eeuwenlang werd met dit woord van Paulus de autoritaire en onaantastbare status van koningen en keizers goedgekeurd verklaard. Ook nadat vorsten het veld ruimden voor gekozen regeringen, bleef voor velen binnen de kerken het gezag van de overheid goddelijk van oorsprong. En nog steeds lijkt te gelden dat de kerk zich niet moet mengen in politieke zaken. Dat is taboe. Het preken wordt de dominee lastig gemaakt wanneer maatschappelijk knagende zorgen en dwingende uitdagingen zich opdringen, zoals stille armoede en eenzaamheid, voedselbanken, vluchtelingen-en asielzaken, wapenleveranties en het klimaat. Kan en mag de kerk wel zwijgen?
WEE JULLIE, HERDERS!
Zes eeuwen voordat Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, was Ezechiël werkzaam als profeet in Babylonië. Jeruzalem was verwoest, de Tempel van de God van Israël was met de grond gelijk gemaakt, en een deel van de bevolking gedeporteerd naar Babel; ook Ezechiël. Het waren droeve tijden, tijden van onzekerheid en diepe rouw. Welke toekomst is er nog? Heeft God zich afgekeerd van zijn volk? En waar hebben we dit ondragelijk lot aan te danken? In het profetenboek Ezechiël klinkt een opmerkelijk antwoord, een aanklacht: ‘De HEER richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, profeteer tegen de herders van Israël, profeteer en zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Wee jullie, herders van Israël, want jullie hebben alleen jezelf geweid! Horen herders niet hun schapen te weiden?’
Ezechiël schetst een beeld van een verziekte samenleving waarin de machthebbers (de ‘overheid’) ten koste van de zwakkeren leven. Gerechtigheid is ver te zoeken. Het lijden is groot. Het leven is voor velen ondragelijk en uitzichtloos. Wat ooit land van melk en honing was, is tot dorre woestijn gemaakt.
VERZIEKTE SAMENLEVING
Ook andere grote profeten, zoals Jesaja en Jeremia, leggen de oorzaak van alle ellende voornamelijk bij de verziekte samenleving die geen samenleving meer is. En dan vooral bij hen die als herders zijn aangesteld: gezalfde vorsten en religieuze leiders. Zij hebben verzaakt om het volk voor te gaan naar grazige weiden en wateren der rust. De scheppende woorden van de Eeuwige zijn verstomd. De hartslag is de begeerte, het eigen ‘ik’, het aanzien en de macht. Het gevaar is van alle tijden.
VERGEZICHTEN EN KEUZES
Kan en mag de kerk wel zwijgen als de maatschappij verwordt tot dorre woestijn? Als de overheid niet ingrijpt wanneer mensen lijden en elkaar voortdurend ontbreken? Als zij geen visioenen meer laat klinken van recht en vrede?
Er is een scheiding van kerk en staat, en niet zonder reden. Maar dat is wat anders dan dat geloof niets met politiek te maken heeft. Het geloof geeft mensen nieuwe vergezichten van Gods toekomst waarin liefde heerst en mensen zullen leven tot zegen van elkaar. Dat roept nu al op tot keuzes. Ook politieke keuzes. Niet dat het geloof pasklare antwoorden geeft, maar het opent wel de ogen en oren voor de naaste. Waar een mens ten onder dreigt te gaan omdat de overheid tekort schiet, zullen we moeten spreken; met enige bescheidenheid en zelfkritiek. En is het niet uit naam van de HEER – zoals bij Ezechiël – dan tenminste in vredesnaam.
Harold Schorren is predikant van de wijkgemeente Laurenspastoraat en city pastor van Rotterdam, en redactielid van Open Deur.
DE AANKLACHT TEGEN DE ‘HERDERS’ VAN ISRAËL STAAT IN EZECHIËL 34, VERS 1 EN 2.
KERKGANGERS DOEN MEE AAN DE KLIMAATMARS. FOTO: MARLOES VAN DOORN, IN OPDRACHT VAN GROENEKERKENACTIE.