Menu

None

Is er nog hoop voor de kerk?

Maandag: tijd voor een Theologencolumn. Deze keer opent Alexander Noordijk de week met een verrassende anekdote. Hoe reageer je als iemand je lichtvoetig en glashelder zegt dat de kerk dood is?

„Als we de hoop opgeven, wordt het een ‘self-fulfilling prophecy.’”

Portret van Alexander Noordijk

Alexander Noordijk

Tijdens onze jaarlijkse rommelmarkt van de kerk stond ik bij een rode, Engelse telefooncel waarin elke bezoeker van de rommelmarkt, iets waar die op hoopt voor de toekomst, op mocht schrijven. Iedereen kreeg vervolgens een kaarsje van me om deze thuis of in de kerk aan te steken; een kaarsje van hoop. Mensen klommen enthousiast de telefooncel in en schreven gretig dingen op waar ze op hoopten.

Uit het niets werd ik aangesproken door een mevrouw die op z’n plat Amsterdams zei: “De kerk is toch allang uitgestorven? Wie gaat er nog naar een kerk tegenwoordig! Het zijn enkel en alleen grijze muizen. Jongeren zie je allang niet meer in de kerk!”

Enigszins verdwaasd stond ik naast de ‘telefooncel van hoop.’ Míjn hoop begon langzaam in de schoenen te zakken. Ik keek haar vervolgens aan en zei: “Ik sta niet voor niets naast deze telefooncel van hoop.” En ik gaf haar een enorme knipoog. Toen ik dat zei zag ik in een flits de lege kerkstoelen voor me in de kerk en dacht: “Ze heeft gelijk… Ik zie tijdens de dienst niet verschillende generaties bij elkaar zitten.”

De kerk aan het einde van haar Latijn

We leven in een land dat sterk individualiseert en dan ook nog eens in een supersnel tempo. Als christenen vechten we keihard om de kerk weer vol en bruisend te krijgen, en er worden door diverse theologen goedbedoelde zelfhulpboeken geschreven om onze kerk van de ondergang te redden. Maar het lijkt wel vechten tegen de bierkaai, want de werkelijkheid is toch weerbarstiger. Ondanks al onze inspanningen, lijkt het erop of we alle hoop zijn verloren. Heeft de kerk aan kracht verloren? Of is zij enkel en alleen nog met zichzelf bezig en lijkt ze ook nog eens innerlijk verdeeld?

We hebben goud in handen, maar gaan het gesprek niet meer met elkaar aan.

Al deze gedachten schoten binnen een paar seconden door mijn hoofd, totdat ik opeens dacht aan een van mijn moslimbroeders die ik jaren geleden tegenkwam op Amsterdam IJburg. Hij hield mij een spiegel voor en zei: “Broeder het lijkt wel of jullie het niet meer wíllen geloven. Jullie geven het niet meer door aan jullie eigen kinderen omdat je er zoveel over twijfelt.”

Dat klopt, ik hoor een moeder nog tegen mij zeggen dat zij het moeilijk vindt om geloofsgesprekken te voeren met haar kinderen en zelfs met haar eigen man. Ze zei zelfs: “Ik ben dan ook gestopt met het voeren van deze gesprekken.” Dit terwijl we goud in handen hebben met die talrijke Bijbelse verhalen. Het zijn tijdloze verhalen voor iedereen – die zich ook zeker lenen voor de wereld buiten de muren van de kerk.

De hoop sterft het laatst

Als kind kon ik mijzelf al heel makkelijk spiegelen aan die verhalen in de Bijbel; personages als David intrigeerden me enorm. Het waren gewone mensen zoals jij en ik die ook worstelden met hun leven en die evengoed regelmatig de fout ingingen. Geloven was voor hen ook niet altijd gemakkelijk. Het waren mensen die ook zoekend waren en het dus ook niet altijd zeker wisten. Zij konden het soms ook uitschreeuwen: “Mijn God, waarom heb je mij verlaten?”

Het leven is niet makkelijk en kent geen makkelijke antwoorden.

Dat deed mij nogmaals beseffen dat ieder mens een ingebouwd religieus besef heeft en een zinzoeker is. Zoals de verhalen in de Bijbel ons ook laten zien. Het leven is niet makkelijk en kent ook geen makkelijke antwoorden.

Ik geloof in de hoop die Jezus mij vanuit het christendom laat zien. En dat het niet enkel en alleen van onszelf afhangt. Het is dus belangrijk om altijd ingelogd te zijn bij God. We moeten de Hoop niet opgeven omdat het een soort ‘self-fulfilling prophecy’ wordt.

Ik geloof dat we in ieder dal van uitzichtloosheid – het niet meer weten hoe het moet gaan met onze kerk – samen tot een bewustzijn moeten komen en dat alles draait om Christus. Wij kunnen ons dan ook het beste tot de levende God keren: de God van alle mensen, dieren en planten. Durven jij en ik dit avontuur met God aan te gaan?

Zoals in lied 388 (verzen 4 en 5) zo mooi is verwoord:

Voor ieder van ons een plaats aan de tafel,
beschadigd of gaaf, rechtvaardig of slecht,
en ondanks de pijn: een plaats van vergeving,
genadig begin van goddelijk recht.

Voor ieder van ons een plaats aan de tafel,
van eerbied vervuld, van angsten bevrijd, een plaats om te zijn,
een plaats om te worden getuige van Hem, een levend bewijs

(Liedboek, met toestemming van uitgeverij Gooi & Sticht.)

Alexander Noordijk is voorganger bij de Protestantse Gemeente Monnickendam.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken