Ja, ik blijf en ik geniet
Ondanks alles. Ook een antwoord op de vraag van dit themanummer. Er gaat nogal eens wat mis tussen mensen, en in de kerk. Er gaat wel eens iets niet goed bij mijzelf en in mijzelf. En toch…
Kerk zijn is voor mij: samen zingen, bidden, ontdekken
Gemeente zijn is voor mij: omzien naar elkaar, samen optrekken
Gelovige zijn is voor mij: en toch…
Er is zoveel wat ik niet weet, zoveel wat ik niet begrijp, en toch… En toch is er diep in mij een vaste overtuiging dat ik er niet zomaar ben, dat wij als mensen er niet zomaar zijn en dat onze wereld niet zomaar ontstaan is. Tegelijk met al mijn vragen is er diep in mij een vaste overtuiging dat we geborgen mogen zijn in de palm van Gods hand.
Waarom ik blijf?
Simpelweg omdat ik me thuis voel in de protestantse kerk als geheel en omdat ik me thuis voel in plaatselijke gemeenten dichtbij. Vanwege mijn werk kom ik in verschillende gemeenten. Maar waar ik ook kom, meestal kan ik erg genieten van het zingen, het samen zijn, het met elkaar Gods woord ontdekken, het met elkaar Gods gemeente zijn. Ook al zijn er om mij heen steeds minder mensen en steeds minder leeftijdsgenoten actief betrokken in de gemeente. Ook al is er soms maar een heel kleine groep kerkgangers, ik voel me er thuis!
Ik voel me thuis, juist omdat ik mij actief verbind aan gemeenten. Juist omdat ik me druk maak om met elkaar ruimte te maken voor ontmoeting en daar zelf ook uitgebreid de tijd voor neem. Juist omdat ik me druk maak om de inhoud en vorm van het gezamenlijke vieren en daar met plezier mijn tijd in steek. Dat alles bij elkaar maakt dat ik me thuis voel, dat ik plezier heb in mijn voorbereidingen voor diensten en gespreksgroepen. Dat ik soms zo geraakt kan worden in ontmoetingen en pastorale bezoeken.
Alleen geloven is niets voor mij
Er zullen genoeg mensen zijn die vinden dat ze prima alleen kunnen geloven, dat ze anderen en de kerkelijke gemeente hiervoor niet nodig hebben.
Ik weet voor mijzelf dat ik anderen en de kerkelijke gemeente juist heel hard nodig heb. Het angstbeeld van alleen voor de televisie in coronatijd staat nog op mijn netvlies. Wat een ellendige eenzaamheid vond ik dat.
Meestal kan ik erg genieten van het met elkaar Gods gemeente zijn
Net als ergens in een kerkelijke gemeente binnenkomen en niet begroet worden, niemand die je ziet en waar je je na een aantal zondagen nog steeds niet thuis voelt. Voor mij zijn beide funest voor mijn geloofsleven. Ik val stil. Ik val stil ‘in mij zelf’. En heel langzaam wordt mijn geloofsleven, worden mijn gebeden stiller. Het gewone leven gaat gewoon door, daar is ook meer dan genoeg wat mijn aandacht nodig heeft. Maar mijn geloofsleven valt stil. Alsof mijn geloofsleven steeds meer achter mist verdwijnt. Waar de zon verdwijnt.
Gelovigen blijken iedere keer toch gewone mensen te zijn met hun eigenaardigheden
En de kerk, de gemeente als gemeenschap is niet heilig. Er gebeurt genoeg waar ik af en toe hard om kan zuchten of zelfs heel verdrietig van worden kan. Ook gelovigen blijken iedere keer toch gewone mensen te zijn met hun eigenaardigheden en ‘zo doen we het nu eenmaal’. En juist in de gemeente, waar ook anderen zich met hart en ziel willen inzetten voor Gods Koninkrijk, ontstaat soms een felheid omdat ook die ander vanuit geloof het goede wil, al staat dat soms haaks op mijn eigen idee van wat het goede is. Het is niet allemaal alleen maar mooi, lief, leuk en aardig wat er gebeurt. Maar voor mij is het wel samen zijn, samen de eredienst en het geloof vieren.
Zijn als een zonnebloem.
Word in de kerk als een zonnebloem! Dit kregen we mee als opdracht toen we in een klooster waren. Het thema tijdens deze kloosterdagen was ‘actie en contemplatie’. Oftewel: actie, als ander woord voor het doen, en contemplatie, als het beschouwende, het overpeinzen van van alles. Met daarbij de opdracht: word in de kerk als een zonnebloem. Een zonnebloem draait haar bloem naar de zon toe om zo veel mogelijk zonlicht op te vangen. Draai je in de kerk naar Gods woord, om zo veel mogelijk gevoed te worden. Gods woord als warme zonnestralen opvangen. En het zijn niet altijd warme zonnestralen in de kerk. Soms is het ook een irritante (donder-) bui of miezer die toch verfrissend blijkt te zijn.
Als bloem sta je nooit alleen, je staat in het midden van een geheel, van een tuin of andere omgeving. Misschien sta je wel in een wilde tuin of juist in een strak aangeharkte tuin. Misschien sta je wel ergens tussen grauw beton of sta je precies in een kier van zwart asfalt.
En de regen van boven is Gods genade die over je heen komt
Op welke plek je ook staat, je staat nooit alleen in de leegte. En hoe zwart en gesloten het asfalt of beton ook lijkt, er gebeurt veel meer dan je op het eerste moment ziet. De kracht van de natuur is groot, er is meer leven dan je denkt, je staat niet alleen. Of zoals lied 982 zingt: ‘in de koude van de winter groeit de lente ondergronds, nog verborgen tot het uitkomt, God ziet naar de schepping om’.
Als bloem sta je nooit alleen. Voor mij is dit staan in het midden van wat dan ook, de gemeenschap die ik nodig heb.
En de regen van boven is Gods genade die over je heen komt. En ja, in alle droogte die er soms ook is, is er dan een irrigatiekanaal nodig om water te krijgen en zo gevoed te blijven. Voor mij is dit irrigatiekanaaltje vaak een lied dat onverwachts ergens klinkt. Voor een ander is het misschien wel Nederland Zingt, een film, een goed gesprek of een bijbeltekst die aangrijpt.
Het beeld van de zonnebloem raakt me. We zijn (ik ben) zo gewend om van alles te doen, maar als je het hebt over ‘actie en beschouwen’, dan is de actie in dit geval: gewoon gaan zitten in de kerk en je niet druk maken. Gewoon zitten en je richten op Gods woord dat je als zonnestralen mag ontvangen. Als wij zo ons richten op Gods warmte en licht dan worden we samen gevoed en worden we tot een schitterende tuin.
Met elkaar.
Met elkaar blijven we Gods gemeente hier in het midden van onze eigen wereld. Zomaar even vanuit het niets met elkaar in gesprek over wat je gelooft gaat niet makkelijk. Ik vraag met regelmaat aan mensen om iets mee te brengen wat iets zegt over hun eigen geloof. En dat kan dan van alles zijn. Van een mooi gedicht, bijbeltje, ketting, lied, herinnering tot een zondags kopje of een collectezak. En als we dan samen zijn met deze beelden in de hand dan komen de gesprekken als vanzelf. Dan ontstaat samen.
En toch…
Met alles wat er speelt in de gemeente, met alles wat ik niet begrijp, al zijn er soms lange kwetsbare tenen waar je zomaar op kan staan. En toch…, toch blijf ik en richt ik mij als een zonnebloem naar Gods woord. Ja ik blijf! en ik geniet!