Katholiek: openheid en eigenheid

Lees hier de lezing die Ds. Coen Wessel hield tijdens de presentatie van het boek Katholiek van Jan-Jaap van Peperstraten.
Tijdens mijn predikantschap ben ik erachter gekomen dat ik eigenlijk niets van de katholieke kerk wist. Ik heb in de opleiding nooit les gehad over de katholieke kerk. Ja, we lazen de kerkvaders, de mystici, we lazen de Summa van Thomas – allemaal heel keurig in het Latijn, maar van de katholieke kerk na de reformatie leerden we niets. Ook niet van de katholieke spiritualiteit of het katholieke zelfverstaan.
Bijgeleerd
In de jaren van mijn predikantschap heb ik fors bijgeleerd, maar toch heb ik een schat aan informatie die nieuw voor mij was uit dit boek geleerd. Ik wist dat er in 1870 een concilie had plaatsgehad, het Eerste Vaticaanse Concilie (1870). Ik wist ook dat daar het dogma van de onfeilbaarheid van de paus was afgekondigd. Een dogma dat – niet tegenstaande alle waardering voor Paus Benedictus en Franciscus – bij orotestanten zoals ik, niet helemaal hun favoriete dogma is. Jij plaatst dat dogma in zijn context. Het werd afgekondigd in een tijd dat het pausschap bedreigd werd. Er moest worden duidelijk gemaakt dat niet de Franse of Italiaanse militairen het voor het zeggen hadden in de kerk, maar alleen de geestelijke leiding en dus alleen de paus.
Uiteindelijk is het concilie bruut beëindigd door de inval van de Italiaanse troepen in Rome. Daardoor hield het concilie iets van een Unvollendete, men was nog niet klaar. Je laat doorschemeren dat het voor jou allemaal iets minder geharnast had gemogen – je spreekt van een ‘noodverband’ (265 en 247) – maar je hoofddoel is toch vooral ook begrip te kweken: ja, als je zo bedreigd wordt, dan word je wat steviger. En ik had me ook nooit gerealiseerd hoeveel invloed het gehad moet hebben dat de paus en de curie in de bijna zestig jaar daarna min of meer opgesloten zaten in de Engelenburcht in Rome. In een burcht zitten. Dat doet iets met je.
Zelfbewuste katholieke stem
Je geeft niet alleen informatie in je boek, maar je zet het christelijke en het katholieke geloof vanuit een grote vanzelfsprekendheid neer. Dat is belangrijk in onze tijd waarin de stem van de kerk helemaal niet vanzelfsprekend is en christenen vaak eerst 100 excuses voor inquisitie, kruistochten mompelen voordat ze iets durven te zeggen. Voor de oecumene is zo’n katholieke stem binnen de oecumene is het boek belangrijk. In Nederland wordt de oecumene gedomineerd door de protestantse stem – al was het maar doordat er zoveel protestantse kerken zijn die ook allemaal wat willen zeggen.
Daarom is jouw boek alleen al om deze reden van oecumenisch belang. Hier klinkt een heldere zelfbewuste katholieke stem. Het is een stem helemaal van binnenuit. Maar die klinkt niet vanuit de verschansing in een Engelenburcht – wij zullen ons gelijk nog eens eventjes neerzetten – het klinkt vanuit een zelfbewustzijn zoals, zoals iemand dat doet die… goed kan twitteren.
Wij hebben elkaar op Twitter leren kennen, we waardeerden elkaar en wij raakten ook bevriend. In die jaren steeg het aantal van jouw volgers naar meer dan 17.000. Nou krijg je niet zomaar veel volgers op Twitter. Je moet daarvoor de kunst van het twitteren beheersen. En dat betekent dat je scherp moet durven zijn, je moet kennis inbrengen die onverwacht en verrassend nieuw voor mensen is, die mensen aan het denken zet. Maar tegelijkertijd moet je lichtvoetig zijn en humoristisch. Je moet een eigenheid bezitten – een identiteit, die mensen niet helemaal kennen, maar wel herkennen – o, dat is die pastoor. Dat heeft iets bekends en vertrouwds en in onze tijd ook iets knuffeligs.
Tegelijkertijd ben je niet zomaar een pastoor, je bent niet alleen maar ambt, je bent ook persoon, je bent Jan-Jaap met je sportschoolhobby en soms ook met een zekere abruptheid. Je hebt een eigenheid, een grote eigenheid – maar die eigenheid gaat gepaard met openheid. Altijd bereid om verantwoording af te leggen, zoals de apostel Petrus dat in zijn brief ook van ons vraagt, je mengt je in discussies, je probeert anderen te betrekken, je bent gericht op wat er zich afspeelt in harten en hoofden van mensen.
Hier klinkt een heldere zelfbewuste Katholieke stem
Zoals je twittert, zo heb je dit boek geschreven. Als katholiek theoloog, helemaal vanuit de leer van de katholieke kerk, volstrekt solidair met de katholieke kerk. Je legt uit hoe het is, hoe de katholieke kerk er over denkt, maar je geeft er ook je eigen overwegingen bij. Heel mooi komt dat naar voren in hoe je over het ‘vormsel’ schrijft.
Vormsel
Het vormsel is één van de sacramenten van de katholieke kerk. Je wordt eerst gedoopt en dan, als tweede initiatiesacrament is er het vormsel. Het is de bezegeling van de doop, maar voegt daar ook iets aan toe, namelijk de ontvangst van de heilige geest. Je beschrijft dit en je beschrijft ook hoe de kerk eigenlijk best wel worstelt met het vormsel. Vroeger had je eerst het vormsel en daarna de eerste communie, maar die volgorde is ergens in de 20e eeuw omgedraaid. Kinderen doen nu halverwege de basisschool hun eerste communie. Het vormsel ontvangen ze op de overgang van de basisschool naar de middelbare school. Maar daarmee, zo beschrijf je, is veel meer de nadruk gekomen op het aspect van volwassen-worden en op de eigen keuze voor het katholieke geloof. En dan – en daar klinkt dan je eigen stem – vraag je je af of dat wel zo goed werkt.
Je vertelt het verhaal van de catechisanten die op het moment dat ze doorkregen dat er van hen een eigen keuze werd gevraagd er geheel vrijwillig voor kozen om niet meer naar de catechisatie te gaan. De keuze wordt zo ook heel zwaar aangezet. Dat zie ik ook in protestantse kerken gebeuren rond de belijdenis. Heel veel van mijn belijdeniscatechisanten hebben mooie avonden en mooie gesprekken met elkaar, maar om dan echt ja te zeggen, daar schrikken ze voor terug. Ga je als kerken met die nadruk op die eigen keuze – en nu zeg ik in mijn eigen woorden – niet te veel mee in een liberaal-westerse nadruk op het individu en de onafhankelijkheid en de keuzevrijheid daarvan?
Je vertelt hoe de katholieke kerk er over denkt, je vertelt ook de geschiedenis, hoe het zo gekomen is, je signaleert de problemen en je vlecht er je eigen mening tussendoor. Die eigen mening is niet heel oppositioneel – zo van: de kerk heeft ons altijd onderdrukt en nu zal ik iedereen wel eens bevrijden – waar een vorige generatie nog wel eens in uitblonk – maar het is denkend en meedenkend, vooruit denkend vanuit het katholieke en christelijke geloof. Wat willen we ook al weer… met het vormsel, bereiken we dat?
Traditie
Ik breng die houding ook in verband met de mooie manier waarop je over traditie schrijft. Bij tal van zaken – bijvoorbeeld als het over de beelden in een kerk gaat – speelt de traditie en het beroep op de traditie een rol. En terecht, want zaken worden door mensen die ons voorgingen overgeleverd, door een geloofsgemeenschap die ons voorging. Maar, zeg je, traditie is niet zomaar voortzetten zoals het altijd is geweest. ‘De traditie’ zeg je, ‘is niet datgene wat er vroeger was. De traditie is wat doorgaat als datgene wat voorbij is, aan zijn einde komt’ (237).
Die laatste zin moeten we even proeven. ‘De traditie is wat doorgaat, als datgene wat voorbij is aan zijn einde komt’. En met een toespeling op een bekend woord van John Lennon voeg je er aan toe: ‘je ziet in eerste instantie niet wat toekomst heeft en wat niet, maar het is wel wat er gebeurt terwijl de mensen met iets anders bezig zijn’. Je hebt niet in de hand wat zich bewijst en doorzet. Om dit zo te schrijven, daar zit een enorm geloof in de kracht van de traditie in, dat die zich doorzet, een geloof in de kracht van de kerk en in de werking van de Geest, dat die kan uitzuiveren wat voorbij is en nieuwe wegen kan openen.
Tweede Vaticaanse Concilie
Die kracht van de zuivering van de traditie zie jij ook aan het werk bij het Tweede Vaticaanse Concilie, de grote bijeenkomst begin jaren zestig, waar grote hervormingen in de katholieke kerk zijn besproken. Je hebt wel eens verteld dat je de stukken van de het Tweede Vaticaanse Concilie wel gelezen en bestudeerd had tijdens je studie, maar dat je bij het schrijven van dit boek opnieuw onder de indruk raakte van de kracht en reikwijdte van deze documenten.
Jouw stijl van twitteren is een rechtstreekse vrucht van het Tweede Vaticaanse Concilie
Ik moet zeggen dat overkwam mij ook bij wat jij schreef over het Tweede Vaticaanse Concilie. Ik wist wel dat sinds dat Concilie de katholieke kerk zich verstond als het ‘Volk Gods’, het ‘Volk Gods onderweg’, maar jij legt het uit en meer dan dat: je laat de kracht er van zien om juist zo de kerk te begrijpen. Omdat het leidt tot een kerkbegrip dat zowel heel open naar de hele mensheid is, als heel gekwalificeerd: bepaald door het christelijk geloof, gestempeld door God.
Je schrijft: ‘De kerk is geroepen om God en mensheid samen te brengen. De hele mensheid samen en de hele mensheid samen met God. In dat perspectief leeft de kerk. Er is nu al een Godsvolk, de kerk, maar dat Godsvolk is nog maar onderweg, het perspectief is de vereniging van de hele mensheid. De kerk zit niet opgesloten in zichzelf, maar kijkt vooruit – hoopt en vertrouwt op dat nog veel omvattendere. Doet dat ook met vertrouwen. Kan daarin open zijn naar christenen van andere kerken en andersgelovigen en daar ook waardering voor hebben.
Tegelijkertijd is de samenkomst van de hele mensheid wel een vereniging met God. Met de God van liefde, vrede en gerechtigheid, de God van Israël en de Vader van Jezus Christus. Het is geen ‘wij zijn nu eenmaal allemaal mensen’, nee, als die verschillende mensen zijn we op weg doordrongen te worden van de liefde en gerechtigheid van God. Voor mij als secretaris van de Raad van Kerken zijn dit belangrijke woorden. Het tekent hoe principieel oecumenisch de Katholieke Kerk is geworden. In het Tweede Vaticaanse Concilie is een wissel omgezet die niet alleen organisatorisch is – in de trend van: we doen mee met de oecumene – maar die principieel in het eigen verstaan van de katholieke kerk zelf aanwezig is. En nu verder uitgewerkt wordt in het document over het synodale proces.
Ook het Tweede Vaticaanse Concilie : een combinatie van openheid en eigenheid. Dat zijn dezelfde woorden als waarmee ik je boek al beschreef. En waarmee ik je Twitteren beschreef. Kortom: jouw stijl van twitteren is een rechtstreekse vrucht van het Tweede Vaticaanse Concilie.
Bedreigingen
Dat mensen samen brengen – gekwalificeerd samen brengen – is in onze dagen, meer dan ooit nodig. Zonder dat we het echt in de gaten hadden zijn we in twee enorme crises beland. De klimaatcrisis, die het leven op aarde bedreigt en de wereldwijde crisis van de internationale rechtsorde en democratie, na de inval van Rusland in Oekraïne en het aan de macht komen van Trump. Vrijheden die we tot voor kort vanzelfsprekend achtten – academische vrijheid, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst – zijn wereldwijd bedreigd. Pure macht dreigt het recht te vervangen.
Ik ben blij met de eerste stevige reactie vanuit Europese regeringsleiders op Poetin en Trump: een eerste bereidheid om democratie en rechtstaat en menselijke waardigheid actief te verdedigen. Maar we weten allemaal dat het niet eenvoudig gaat worden – zeker ook niet als er aan onze bevolking offers gevraagd zullen worden op het gebied van comfort en leven. Wij zijn vergeten hoe kostbaar de samenleving is waarin we leven. We weten niet meer wat we verdedigen en we zijn niet meer zo verbonden met elkaar. Of misschien is die kennis vooral weggezakt en is er vooral een krachtig verhaal nodig dat dat activeert en naar de oppervlakte brengt.
Ik ben blij met de eerste stevige reactie vanuit Europese regeringsleiders op Poetin en Trump
De komende jaren zullen cruciaal voor de toekomst van Europa – en misschien wel voor de hele westerse beschaving. We zullen onze samenleving overeind moeten zien te houden. Althans: er moet iets doorgaan, te midden van wat tot zijn einde komt. De komende jaren is het belangrijk dat we als kerken een samenbindende kracht zijn en een kwalitatieve kracht. Samenbinden vanuit het besef dat we ergens voor staan. Dat er waarden zijn die het waard zijn om verdedigd te worden. En ook als we het niet redden als Europa, als we afglijden tot grauwe vazalstaten van de VS of Poetin, ook dan hebben we een kerk nodig is die weet van haar kern en daarvandaan wijd kan zien naar Gods wereld. Jouw boek draagt bij aan dat besef.
Coen Wessel (Den Haag, 1960) studeerde theologie aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1988 tot 2012 was hij predikant van de Protestantse gemeente in Heerenveen en Haskerdijken en vanaf 2012 predikant in Hoofddorp. In Heerenveen en Hoofddorp was hij voorzitter van de plaatselijke raad van kerken. Hij werkte als redacteur en vertaler mee aan het Liedboek 2013. Hij publiceerde in Nederland en Duitsland op het gebied van theologie en literatuur. Hij is op dit moment algemeen secretaris worden van de Raad van Kerken in Nederland.
Jan Jaap van Peperstraten, Katholiek. Het katholieke geloof in de Lage Landen. Uitgeverij: Utrecht, KokBoekencentrum Uitgevers, 2025. 328 pp. € 24,99. ISBN 9789043542142