Kerstkind
Een verhaal van Jorun Dahl
Tijdens mijn verblijf in Noorwegen laat Yrsa, de jongste dochter van de familie Bendiksen, me het eiland zien. Op een avond klimmen we naar de jachthut. Volgens Yrsa is dat de enige plek waar je kunt zien dat de zon de zee echt raakt. We zitten voor de hut en volgen de middernachtzon. Wat een uitzicht! Achter ons de fjord met de besneeuwde bergtoppen en voor ons de opening naar de oceaan. Dan begint Yrsa haar verhaal: ‘Morgen is het Frodis-dag. Hebben papa en mama je verteld van Frodis?’ ‘Ja,’ zeg ik, ‘ik heb haar foto gezien die in de kamer hangt. Ze kreeg leukemie op haar negende.’ Yrsa gaat verder: ‘Op Frodis-dag komt iedereen thuis, dan eten we samen.’ ‘Hoe is het om een zus te hebben die je nooit gekend hebt?’ vraag ik voorzichtig. Yrsa formuleert: ‘Het is gewoon, want Frodis is er… ze hoort er bij. Maar het is ook bijzonder. Weet je, ik heb twee verjaardagen: eentje op 24 december, m’n geboortedag, en morgen, de dag dat Frodis doodging. Want op die dag hoorde Frodis dat er een nieuw kindje zou komen…’ Ik kijk haar vragend aan. ‘Frodis wist dat ze dood zou gaan, ze was tien. En toen heeft ze aan papa en mama gevraagd of er nog een kindje kon komen. Het was haar grootste wens dat papa en mama weer vier kinderen zouden hebben als zij er niet meer was. Toen ze wist dat er een nieuwe baby kwam, is ze blij gestorven.’ Ik houd m’n adem in. Yrsa vervolgt: ‘Zij hield op te bestaan en ik begon… Soms denk ik: ben ik nu een winterkind of een zomerkind? Papa zei een keer: ‘In het Kerstkind is de wereld opnieuw begonnen en Yrsa is ons kerstkindje. ‘Ik denk dat ik toch het liefst een kerstkind wil zijn.’