Menu

Premium

Kindermoment Open of dicht

Uit de bijbel

Hebreeën 8: 1-13

Lucas 18: 9-14

De gelijkenis van de tollenaar en de Farizeeër wordt ingeleid door een gedeelte over de noodzaak van het bidden. Bidden is belijden dat je afhankelijk bent van God.

Dan volgt een gedeelte over hoe mensen in het gebed kunnen staan. Beseffen ze hun afhankelijkheid van God, hoe staan ze tegenover God, hoe denken ze over zichzelf? Sommigen vinden zichzelf kennelijk rechtvaardiger dan anderen. Dat ze recht (op) tegenover God kunnen staan. Er zit ook een soort afspiegeling in van hoe ze in de gemeenschap staan. Iemand die algemeen gerespecteerd wordt en iemand die geminacht wordt. Zo wenden ze zich ook tot God: zelfbewust of onzeker over de afloop van de ontmoeting met God.

De gelijkenis van de tollenaar en de Farizeeër geeft ook aan in hoeverre een mens veranderen kan in de ontmoeting met God. De manier waarop de tollenaar zich opstelt, geeft weer hoe hij gezien wordt in de samenleving. Hij slaat zich op de borst, teken van rouw, zelfverwijt. Hij weet het: ik beantwoord niet aan mijn doel als mens: God geef mij een kans (wees mij genadig).

De Farizeeër stelt zich op zoals hij zich opstelt in de samenleving. Hij vertelt zelfbewust wie hij is: aan wie het maar horen wil en aan God vertelt hij wat hij doet en waarmee hij erg tevreden is over zichzelf. Hij stelt en vraagt niets. Hij laat geen ruimte voor reactie van de Andere Kant, en verwacht dat ook niet. Hij geeft zijn eigen antwoord. Er gebeurt dus ook niets met hem. Het gebed is voor hem een van zijn plichtmatige religieuze handelingen.

Jezus zegt dat vanuit het oogpunt van rechtvaardiging (opnieuw een kans krijgen), er meer gebeurt bij de tollenaar. Die verwacht iets van God: een kans (wees mij genadig). In dat licht staat ook de slotopmerking over verhogen en vernederen.

In de brief aan de Hebreeën wordt de tegenstelling tussen de oude hogepriester en Jezus benadrukt. Jezus is de bemiddelaar die eerbiedwaardiger is dan de priesters. Met Jezus is een nieuw verbond gesloten.

Met de kinderen

Jezus vertelt de gelijkenis over de Farizeeër en de tollenaar. Wat verwacht je van God? Met de kinderen gaat het deze zondag over bidden en hoog en laag.

Dit kindermoment is het vierde in een serie van zeven voor de zondagen van de Veertigdagentijd en Pasen. Deze serie sluit aan bij lezingen uit Lucas en uit Hebreeën.

Thema is ‘Anders dan verwacht’.

In de kerk krijgen we elke week bericht van Maaike. Haar vader krijgt een nieuwe baan en Maaike moet waarschijnlijk verhuizen. Dit zorgt voor allerlei nieuwe en onverwachte situaties.

Om dit project helemaal te kunnen uitvoeren is een projectposter nodig en de muziek van het projectlied. De poster hangt alle zondagen in de kerk. In de poster worden deurtjes uitgeknipt of uitgesneden op aangegeven plaatsen. De deurtjes staan aan het begin van het project allemaal open. Achter de luikjes is paars papier geplakt. De tekening is dus niet in zijn geheel zichtbaar. Dat zal pas gebeuren op Pasen, als alle luikjes dicht zijn. Die paarse vlakken symboliseren de tijd van inkeer en bezinning, de lijdenstijd. Elke zondag gaat er één luikje dicht, wanneer de kinderen terugkomen in de kerk. Langzamerhand komt de afbeelding tevoorschijn.

Posters en projectlied zijn te bestellen via www.kinderdienst.nl. Daar is ook een powerpoint te zien van het project.

In de kerk

Bemoediging

V = voorganger KvdZ = Kind van de zondag

V: We vinden hulp en steun bij de Heer

KvdZ: die hemel en aarde gemaakt heeft,

V: die open staat voor ieder mensenkind,

KvdZ: voor u en voor mij, zodat wij kunnen leven.

V: Dwars door het donker, op weg naar het licht.

Gebed van de zondag

God

we zijn hier bij elkaar gekomen in uw huis.

Allemaal zijn we verschillend

ieder van ons is uniek.

Help ons naar elkaar te luisteren

en de fijne dingen van elkaar te zien,

zodat we het goed hebben samen

in de kerk en in de kinderdienst.

Amen

Voorganger

Voorganger heeft een mobieltje mee en is druk aan het appen. Dan ziet hij/zij de kinderen in de kerk.
‘Ha kinderen, ik ben weer even aan het appen met Maaike. Ze geeft een afscheidsfeestje, omdat ze gaat verhuizen. Er gaat van alles open en dicht, appt ze. Mijn koffers waren open, maar nu zijn ze vol en dicht. Mijn ogen waren steeds dicht van de tranen, maar nu zijn ze open omdat ik wil zien wat er komen gaat en de deur van ons oude huis gaat dicht, maar die van het nieuwe huis gaat open.

Wist je dat je zelf van binnen ook open en dicht kan? Ga maar eens met je armen over elkaar staan. Beetje bozig naar beneden kijken. Wat denk je, ben je nou open of dicht? Dicht!
En ga nu eens met je armen wijd staan en een beetje lachen erbij. Open of dicht? Open!

Laten wij een ‘open’ foto/selfie maken. De voorganger maakt (met selfie-stok) een foto of laat een foto maken door een gemeentelid.

En weer terug (na de kinderdienst)

De veertigdagentijd is een tijd van bezinning, van inkeer, van je naar binnen keren. Daarom doen we steeds een luikje dicht. Bezinning betekent niet je verstoppen of afsluiten voor het donker, maar ruimte proberen te maken voor een nieuw begin. Door het luikje dicht te doen ontstaat er iets nieuws en zien we licht. In het projectlied zingen we elke week over dit nieuwe begin, dat we verwachten. Deze week horen we de Farizeeër.

Dicht (luik is open)

De farizeeër

Ik wil het graag zeggen: Ik mag er zijn!

Ik bid elke dag keurig op tijd

en geef wat aan de arme die honger lijdt.

Gelukkig doe ik geen slechte dingen, God.

Ik overtreed geen enkel gebod.

Open (luik gaat dicht)

Voorganger

Lief kind, wat heb je het toch druk.

Onthoud jezelf en anderen geen geluk.

Open je hart, dan kan ik dicht bij je komen

en zal mijn liefde in je stromen.

Hierna zingt de gemeente samen het projectlied.

Stil maar, mijn kind, en wacht,

er komt een einde aan deze nacht.

Huil maar niet. Ik zal er zijn

in al je angst, verdriet en pijn.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken