Korte Metten: Allemaal vreemdelingen
‘Besef dat elk mens van elders komt, vervaagt wij-zijdenken’
Of we die zondagmiddag iets te doen hadden? We werden getrakteerd op een concert dat een eerbetoon was aan Mimount ‘N Serwan. Eerlijk is eerlijk: we hadden nog nooit van haar gehoord, maar lieten ons graag verrassen.
De stem van Minmount
Inmiddels weet ik iets meer over haar levensgeschiedenis, ook omdat tijdens de voorstelling haar levensverhaal verteld werd. Mimount is in 1947 in de Rif in Marokko geboren – al is het jaartal niet helemaal zeker, misschien was het 1949. Ze groeide op in een groot en arm gezin en kreeg naam als zangeres van het Riffijnse levenslied, waarin ze de vreugde maar ook het verdriet van de liefde bezong. In de tijd waarin ze begon op te treden, eind jaren zestig, was het ongewoon dat een vrouw in de openbaarheid trad en haar emoties uitte. Ze ondervond weerstand, maar wist ook velen in het hart te raken. Tot op de dag van vandaag, bleek op die zondagmiddag.
Muziek die grenzen overstijgt
De presentatie van het concert is tweetalig. Ook het publiek is een mengeling van mensen met Nederlandse en Marokkaanse wortels. Wanneer Linda Charif, een Marokkaanse singer-songwriter, begeleid door snaarinstrumenten en trommels, de eerste noten van een lied van Mimount zingt, gaat er een siddering door de zaal.
Voor ons zitten drie vrouwen met hoofddoek. Ze beginnen onmiddellijk te klappen en ritmisch met de muziek mee te bewegen. Een groot deel van de zaal volgt. Naarmate het concert vordert, kunnen ze het niet meer houden. Ze staan op en gaan dansen. Een van hen haalt de Riffijnse vlag tevoorschijn. De smalle looppaden tussen de stoelen bieden eigenlijk te weinig ruimte – met gemak hadden ze het podium kunnen vullen.
De aanblik van hun enthousiasme en uitgelatenheid ontroert mij
Dat gebeurt er, denk ik bij mezelf, als je vrouwen reduceert tot de kleding die ze dragen en veroordeelt omdat ze een cultuur en religie vertegenwoordigen die niet de jouwe is. Je ontneemt hen hun mens-zijn. Terwijl het eenvoudigweg vrouwen zijn die geëmotioneerd raken omdat ze hun moedertaal horen. De muziek brengt hen terug naar hun jeugd. Ze zijn vervuld van heimwee en herkennen bij elkaar het verlangen naar hun geboortegrond.

De vreemdeling en wij
In zijn commentaar op het bijbelboek Exodus geeft rabbijn Jonathan Sacks toelichting op het vers:
Vreemdelingen mag je niet slecht behandelen of onderdrukken, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte (Exodus 22,20)
Richtlijnen voor de omgang met de vreemdeling nemen een grote plaats in in de Tora. Waarom eigenlijk?
Sacks geeft, in navolging van de middeleeuwse joodse geleerde Nachmanides, twee verklaringen. Een vreemdeling is machteloos – hij mist de steun van familie en vrienden die hem kunnen beschermen in geval van nood. Een vreemdeling is ook kwetsbaar – zij voelt zich onzeker en kent de gewoonten van haar nieuwe omgeving nog niet. Ze staat er alleen voor, losgeweekt van wat haar vertrouwd was.
De nieuwkomers hebben, met andere woorden, geen terechtwijzing nodig, maar een gastvrij onthaal en bemoediging.
Wij zijn zelf vreemdelingen
De radicaliteit van het vers uit Exodus zit in tweede deel. Het is niet zo dat wij geluksvogels zijn van wie de wieg toevallig op een veilige plek stond, en zij de mensen aan wie wij al dan niet een gunst kunnen verlenen. Wij zijn zelf vreemdelingen.
Een bijbelse visie op de mens is dat ons het leven geschonken is. Wij danken onze bevrijding, toen maar ook nu, aan de Eeuwige. Dat besef stemt tot bescheidenheid.
Het inzicht dat ieder mens ‘van elders’ komt, doet het wij-zij denken vervagen. Het spoort ons aan om te zoeken naar manieren waarop wij voor een ander een thuis kunnen zijn.
Over de auteur
Annemarieke van der Woude is remonstrants predikant in Oosterbeek. Zij is als practicumdocent betrokken bij de master Geestelijke Verzorging aan de Radboud Universiteit Nijmegen.