Leven als confessionele minderheid
Het leven van een kerk die niet tot de dominante meerderheid of groep hoort, is vaak niet makkelijk. Jammer genoeg maken ook christenen elkaar het leven soms erg zuur. In onze Nederlandse geschiedenis zijn daar ook genoeg voorbeelden van te vinden: de vervolging van de mennonieten en de beperkte ruimte die de roomskatholieken lange tijd gegund werd. En juist dit jaar begint de herdenking van ‘400 jaar Dordt’, de strijd tussen remonstranten en contraremonstranten.
In de twee bijdragen wordt eerlijk weergegeven waar gelovigen in deze minderheidskerken tegenaan lopen in hun contacten met de meerderheidskerk. Het gaat ons bij dit tweeluik er niet om een bepaalde kerk in een negatief daglicht te zetten – in het interview met Elly Bouman elders in het nummer blijkt bijvoorbeeld, dat de contacten tussen protestanten en rooms-katholieken in België juist positief zijn.
De bedoeling is om te laten zien hoe het is om als kerk in de marge te leven. En om ons zo aan het denken te zetten: hoe gaan we zelf om met andere kerken? Wat betekent steun vanuit onze organisatie aan een bepaalde kerk voor andere christenen in dat land? Wat kunnen we betekenen voor kleine kerken elders? In gesprekken met leden daarvan wordt vaak aangegeven dat aandacht van christenen elders, die hun zorgen serieus nemen, erg belangrijk is.
Protestant in Italië
Een van de redenen dat ik in Italië ben gebleven heeft te maken met één aspect van het minderheidskerk zijn. Protestanten hier weten waarvoor ze staan, het geloof komt overtuigender over. Dat moet wel als je zo’n groot blok van 90 procent rooms-katholieken tegenover je hebt staan. Tenminste, zo was de situatie zo’n 35 jaar geleden.
Er is in de tussentijd wel het een en ander veranderd, secularisatie is ook hier ingezet. De verhoudingen liggen wat anders: 75 procent rooms-katholiek, 22 procent niet behorend tot een kerk of religie en 3 procent anders, waarvan de protestanten amper 1 procent.
Maar de beleving is nog die van 35 jaar geleden. Een Italiaan is dus per definitie rooms-katholiek. Vaak genoeg heeft mijn dochter moeten uitleggen dat protestanten ook christenen zijn. Voor mij als buitenlandse ligt dat wat makkelijker: mensen uit Noord-Europa zijn protestant, geen probleem. Het wordt pas lastig als het dichter op de huid komt.
Verplichte keus
Leven als minderheidskerk in een rooms-katholieke cultuur valt niet altijd mee. Je merkt het op school, in het ziekenhuis, zelfs in de rechtbank waar recht wordt gesproken onder een crucifix.
Op school is het rooms-katholieke godsdienstonderwijs een vrijwillige verplichting of eigenlijk een verplichte keus. In principe kun je uit een aantal alternatieven kiezen, maar die blijken vaak (financieel) niet uitvoerbaar. Ziekenhuisbezoek door een predikant is ook niet vanzelfsprekend, al is het officieel in de wet vastgelegd. Een wit (priester)boordje wil vaak wel helpen.
Met ethische kwesties is het niet veel anders. Kom je op bijbelse gronden tot een ander standpunt dan de Rooms-Katholieke Kerk, dan kan het zijn dat je een coalitie moet aangaan met de Vereniging van Atheïsten, als het om scheiding, euthanasie, abortus of familie gaat.
Defensieve houding
Je leeft voortdurend in een defensieve houding, ook al staat in de grondwet dat alle religieuze geloofsgemeenschappen even vrij zijn. Sinds 1984 is de Rooms-Katholieke Kerk geen staatsgodsdienst meer. Maar het vernieuwde Concordaat verleent veel voorrechten aan deze meerderheidskerk op allerlei gebieden, wat het leven van de andere kerken er niet makkelijker op maakt.
Ondanks een sterke identiteit – weten waar je voor staat – ontkom je als protestantse minderheid niet aan die defensieve houding. Ook vanwege de pijn van de vele vervolgingen gedurende verschillende, ook recente, periodes. Vaak komt daar ook een afzetten tegen allerlei rituelen bij, zelfs al zijn ze niet specifiek rooms-katholiek. Kaarsjes branden is bijvoorbeeld not done in protestantse kerken in Italië.
Cultureel bepaald
Officieel zijn er geen moeilijkheden, maar in de praktijk word je bijna dagelijks geconfronteerd met de vermenging van volksreligie met de kerk die al eeuwen de boventoon voert in dit gedeelte van Europa, vooral als je in kleine steden en dorpen woont.
Het verschil tussen volksreligie, dus cultuur, en geloof is heel subtiel. Dat is goed te merken met allerlei heilige dagen en processies. Ook wordt een cultureel evenement vaak voorafgegaan door een mis. Of je vat het op als cultureel gebruik waaraan je gewoon meedoet, of je staat er naast, en dat wordt niet altijd begrepen.
Maar er is een verandering gaande. In beide gelederen slinkt het aantal actieve kerkleden zienderogen. De rooms-katholieken zien zichzelf inmiddels als een minderheidskerk in Italië en zoeken steeds vaker contact met de protestantse kerken. Een mooie uitdaging om daarmee aan de gang te gaan.
– Greetje van der Veer is lid van het moderamen van de Evangelische Waldenzenkerk (Chiesa Evangelica Valdese) in Italië en als lekenprediker werkzaam in Pescara en omgeving.
Grieks-katholiek in Roemenië
De met Rome verenigde Roemeense GrieksKatholieke Kerk is een katholieke kerk met een byzantijnse rite. Deze Roemeense kerk, die tussen 1698 en 1700 door de vereniging van orthodoxe Roemenen in Transsylvanië met de Rooms-Katholieke Kerk ontstond, speelde een wezenlijke rol in de Roemeense cultuur en educatieve vorming.
De Transsylvaanse School, geboren in deze kerk, was een beweging van geestelijke, politieke, culturele en sociale bevrijding. Prominente vertegenwoordigers als Innocent Micu Klein, Petru Maior, Samuil Micu, Gheorghe Şincai en Ion Budai Deleanu bouwden het onderwijswezen op en streden voor de vrijheid van de Roemenen in Transsylvanië. In de geschiedenis van het Roemeense volk wordt de Grieks-Katholieke Kerk naast de Roemeens-Orthodoxe als tweede nationale kerk beschouwd.
Zwaar vervolgd
Op bevel van Stalin werd de Grieks-Katholieke Kerk, als enige religieuze entiteit in Roemenië, tijdens het communistische regime vanaf 1948 tot 1989 verboden (Decreet Nr. 358, 1 december 1948). Alle eigendommen werden door de communistische staat en de Roemeens-Orthodoxe Kerk in beslag genomen. Bisschoppen, priesters en monniken werden zwaar vervolgd. Velen van hen stierven als martelaren in gevangenissen, dwangarbeiderskampen in de communistische Goelag of tijdens huisarrest. Deze maatregelen waren bedoeld om de invloed van deze kerk te verkleinen en de sovjetisering van Roemenië te vergemakkelijken.
Op 14 december 2005 werd de Grieks-Katholieke Kerk door paus Benedictus XVI in haar ecclesiologische status bevestigd en verheven tot een grootaartsbisschoppelijke kerk. Sinds 2005 is – overeenkomstig de kerkelijke codex voor oriëntaalse kerken – dit grootaartsbisdom met zetel in de stad Blaj georganiseerd.
Het grootaartsbisdom bestaat uit het aartsbisdom Făgăraş en Alba Iulia, drieepiscopaten en een bisdom. Het hoofd van de Roemeense Grieks-Katholieke Kerk is tevens aartsbisschop van Alba Iulia en Făgăraș. Op dit moment is dat Lucian Muresan, sinds 1994 aartsbisschop, vanaf 2012 kardinaal. Naast de vijf diocesen in Roemenië is er ook een diocees in de Verenigde Staten van Amerika, in Ohio.
Dialoog stagneert
De huidige situatie van de Grieks-Katholieke Kerk is typisch die van een minderheidskerk. Ze bestaat in Transsylvanië ondanks alle wisselende omstandigheden waarmee haar gelovigen, gemeenten en bisdommen te maken hadden en hebben.
Ondanks de inspanningen om met de Orthodoxe Kerk een dialoog over de teruggave van de eigendommen te voeren, zijn de resultaten onbevredigend.
Restitutie en verzoening werd heftig door de vertegenwoordigers van de Roemeens-Orthodoxe Kerk betwist en verhinderd. Ze wilden eerst zelfs niet dat de Grieks-Katholieke Kerk bezit van de staat terug zou krijgen. Een voorbeeld is het klooster Bixad, dat nog steeds in orthodoxe handen is. Onder het beschermheerschap van het bilaterale dialoogcomité werden veel van de eigendomsprocessen geblokkeerd.
Interventies hiertoe vonden zelfs door mensen hoog in de orthodoxe hiërarchie plaats. Deze verzochten in februari 2002 de minister van justitie, Rodica Stănoiu, om de gerechtelijke procedures van de Grieks-katholieken af te wijzen. Dat zorgde in Transsylvanië voor een protestgolf tegen de inmenging van de politiek in de activiteiten van het gerecht. Deze toestand duurt voort, er is een totaal gebrek aan oprechte wil tot dialoog.
Waarachtig
Zoals de driehonderdjarige geschiedenis uitwijst, is de Grieks-Katholieke Kerk in Roemenië echter een waarachtige ambtelijke kerk van de Roemeense natie, gekroond met het purper van martelaarschap toen het communisme aan de macht kwam.
Voor Roemenië betekent de met Rome verenigde Grieks-Katholieke Kerk niet alleen door onderwijs en scholen een lichtend voorbeeld, maar ook een waarachtige geloofsbelijdenis te midden van een door atheïstisch-communistisch regime gedomineerde samenleving.
– Prof.dr. William A. Bleiziffer is hoogleraar aan de Grieks-Katholieke Theologische Faculteit in Blaj, Roemenië.
Onderdrukt en ondergronds
Transsylvanië was tot 1918 een Hongaars vorstendom. Het waren vooral de Grieks-katholieke Roemenen daar die zich inzetten voor de Roemeense taal en cultuur en streefden naar meer rechten. Met de nadruk op hun Romeinse oorsprong wilden ze aantonen, dat Roemenen al veel langer dan Hongaren in Transsylvanië wonen en dat ze daarom recht hebben op het gebied. In 1918 werd Transsylvanië toegewezen aan Roemenië, omdat Oostenrijk-Hongarije in de Eerste Wereldoorlog meegevochten had aan de Duitse kant.
Toen de communisten in 1948 aan de macht kwamen werd de Grieks-Katholieke Kerk ontbonden. De geconfisqueerde onroerende goederen kwamen ten dele in bezit van de Roemeens-Orthodoxe Kerk, het overige bleef in staatshanden.
De staat trad hard op tegen alle kerken, maar vooral tegen de GrieksKatholieke Kerk, omdat deze banden heeft met het Vaticaan (‘buitenlandse inmenging’) en om de Orthodoxe Kerk te paaien.
De gehele Grieks-katholieke kerkleiding werd gevangengezet en bijna allen stierven in gevangenschap. De kerkleden werden gedwongen orthodox te worden. Ondergronds bleef de kerk echter bestaan. Na de val van het communisme kreeg de Grieks-Katholieke Kerk tot op heden slechts een heel klein deel van haar bezittingen terug.