Menu

None

‘Mensen moeten vanaf het begin denken: hier heb ik iets aan’

Vier vragen aan Paulien Vervoorn over preken

 

1 Een preek moet zijn als…

In trainingen vraag ik mensen vaak om een verhaal te vertellen over een voorwerp dat ze in huis hebben, waar ze heel enthousiast over zijn. Ze vertellen over hun leven voordat ze dat voorwerp hadden, welk probleem het oplost, ze leggen uit hoe handig het is, en geven aan hoe je het kunt krijgen als je het ook wilt hebben. Een geweldig reclamepraatje, lijkt het. Maar de overeenkomsten met een preek zijn veel groter dan iedereen denkt. Een preek is een getuigenis over iets waar je heel enthousiast over bent. Je sluit aan bij de behoeften en vragen van de mensen voor wie je preekt, je geeft uitleg en je wordt ook praktisch: je probeert de ander verder te helpen.

Natuurlijk doe je in een preek meer dan getuigenis afleggen van waar je enthousiast over bent: je legt uit wat de boodschap is van het Bijbelgedeelte. De boodschap voor toen. En voor nu.

 

2 Hoe begin je een preek?

Met iets wat interesse wekt en voor herkenning zorgt. Ik begin altijd met relatie leggen, niet met informatie. Daarom let ik op of ik mensen zie knikken tijdens mijn intro. Mensen moeten vanaf het begin denken: hier heb ik iets aan.

Soms begin ik met een voorbeeld uit mijn eigen leven, een andere keer is het een verhaal dat ik heb gehoord of gelezen, of een merkwaardig nieuwtje. Als de groep die luistert heel gemengd is, kan dat vragen om meer voorbeelden. Dan voelt zowel een 15-jarige als een 80-jarige zich aangesproken.

Zo’n voorbeeld of verhaal is altijd gekoppeld aan de kernboodschap van de preek.

 

3 Welke reactie op een preek is je altijd bijgebleven?

Kort geleden preekte ik in een gemeente waar ik een jaar eerder voor het laatst geweest was. Toen ik daar aankwam, schoot een meneer van een jaar of 70 me aan. ‘Die preek van u van vorig jaar, over Psalm 56, daar heb ik zoveel aan gehad. Die heb ik wel vier keer teruggeluisterd en heel vaak aan anderen doorgegeven.’ Zo’n reactie vind ik heel bemoedigend.

Ik krijg veel opmerkingen over de vorm van mijn preek. ‘Verfrissend’, zeggen mensen dan, of ‘leuk dat je met interactie werkt’. Tim Keller zegt dat je vier soorten complimenten kunt krijgen op preken: over jou als preker (‘wat doe je het goed’), over de gemeenschap (‘wat hebben we het goed met elkaar’), over de inhoud (‘wat hebben we een goede boodschap’) of over God (‘wat is God geweldig’). Ik hoor het liefst complimenten uit die laatste categorie. Want dat is toch het hogere doel: dat mensen opnieuw geraakt worden door wie God is.

 

4 Heb je een tip voor een (beginnende) collega?

Bespreek je preek altijd met iemand voor, of je nu veel ervaring hebt of net begint. En wissel af met wie je dat doet: met een jongere gelovige, een oudere, een collega. Het is zo goed om te horen hoe iemand op je preek reageert. Iemand stelt vragen, zegt ‘dit is te veel’ of ‘wat je net verteld hebt, dat moet je erin zetten’. Preken is zo’n solo-reis. En dat wil je eigenlijk niet.

 

Paulien Vervoorn is trainer, spreker en auteur. Zij geeft preek-, spreek- en feedbacktrainingen. Zie www.geloofwaardigspreken.nl.

Deze maand verscheen de herziene uitgave van haar boek ‘Geloofwaardig spreken: Hoe je een steengoede preek maakt’.

Kijk hier hoe je als abonnee van PreekWijzer dit boek met korting kunt kopen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken