Mensen van de Weg en hun huizen van hout en steen – door dr. Sake Stoppels
![Kerkopbouw [2;1, edit]](https://www.theologie.nl/wp-content/uploads/2021/10/Kerkopbouw-21-edit-1140x570.png)
Een van de kwesties die binnen de kerk vrijwel altijd emotie oproept is dat van de gebouwen. Kerksluitingen zijn aan de orde van de dag en vorig jaar verscheen zelfs een handboek om aan dat soort processen goed leiding te kunnen geven (Bisseling, de Roest, Valstar). Kerkgebouwen zijn meer dan enkel hout en steen. Mijlpalen worden er gevierd, er liggen herinneringen aan leven en dood, het is een thuis. ‘Waar nog de wolk gebeden hangt van wie zijn voorgegaan’, zo bezingt een kerklied het oude kerkgebouw. En niet alleen voor kerkleden, maar ook voor de omgeving doet het gebouw er wezenlijk toe, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Dorpen zijn trots op hun dorpskerk en deze mag ook niet verdwijnen. Emoties kunnen hoog oplaaien als kerkgebouwen in het geding zijn. Gelukkig wordt tegenwoordig vaak zorgvuldig gezocht naar een weg als een kerkgebouw toch moet worden gesloten.
‘Gebouwenchristendom’
De eerste christenen worden ‘mensen van de Weg’ genoemd. We komen die aanduiding een paar keer tegen in het boek Handelingen. Ik vind dat een intrigerende aanduiding die ons doet opstaan van onze zitplaats en ons mogelijk zelfs berooft van onze vaste stek. Mensen van de Weg zijn we, niet van de zitplaats. Fascinerend in dit verband vind ik ook het visioen in Openbaring 21 waarbij Johannes vertelt in het nieuwe Jeruzalem geen tempel te hebben kunnen ontdekken. Hij lijkt dat met enige verbazing vast te stellen. Hij zal hebben gerekend op een gloednieuwe tempel, maar die blijkt er dus niet te zijn. God zelf is de tempel, is Johannes’ ontdekking (vs 22). Ik vind dat een belangrijke les voor wat je ons ‘gebouwenchristendom’ zou kunnen noemen. Alle half voltooide kerktorens in Nederland (die van Zierikzee had bijvoorbeeld zo’n 130 meter hoog moeten worden!) vormen er getuigen van. Wat hebben we toch met gebouwen?
Geen tempel dus in het Jeruzalem van de toekomst. Het is ook niet begonnen met een gebouw. Het begint met een wandelende God die in de avondkoelte op zoek is naar zijn mensen: ‘Adam, waar ben je?’ Later is er die tent, dat mobiele heiligdom, bedoeld voor een volk dat onderweg is. Uiteindelijk komt die tempel er wel, maar onder protest van Godswege. Als David in een paleis van cederhout woont, meent hij dat God ook iets beters verdient dan een tent. De profeet Nathan zegt tegen David dat hij dan maar moet gaan bouwen. Maar ’s nachts is het God zelf die Nathan terugfluit: ‘Zeg tegen mijn dienaar, tegen David: “Dit zegt de HEER: Wil jij voor mij een huis bouwen om in te wonen? Ik heb toch nooit in een huis gewoond, vanaf de dag dat ik de Israëlieten uit Egypte heb geleid tot nu toe! Al die tijd trok ik rond in tent en tabernakel. Overal heb ik met de Israëlieten rondgetrokken, en heb ik ooit aan een van de herders van Israël, die ik had aangesteld om mijn volk te weiden, gevraagd om voor mij een huis van cederhout te bouwen?” (II Samuel 7: 5-7). De tempel komt er uiteindelijk wel, maar dit nachtelijke woord mag ons tot op de dag van vandaag blijven vergezellen. Met dank ook aan Jezus die eindeloos rondtrok als mens van de Weg. Zijn ontmoetingen in religieuze gebouwen – de tempel, synagogen – waren ook lang niet altijd de meest verheffende…
Ook een gebouw preekt!
Zie ik dan niet de schoonheid en de missionaire kracht van onze Nederlandse kerkgebouwen? En geloofsgemeenschappen zullen elkaar toch ergens moeten kunnen ontmoeten? Zeker, laat dat duidelijk zijn. Maar ik sta af en toe versteld over de kosten die gemeenschappen maken om hun gebouwen in stand te houden, ook als ze soms helemaal niet meer functioneel zijn. Monumenten kunnen ons ernstig parten spelen! “The whole church must … become a mobile missionary force, ready for wilderness life… It is time for us all to be thinking of campaign tents rather than of cathedrals”, zei John McKay al in 1947. Ik zou niet exclusief willen pleiten voor kale ‘preekschuurtjes’, aula’s of buurtcentra. We kunnen uit het Oude Testament leren dat de bouw van de tempel met zorg is gebeurd en dat het ook wat mocht kosten. Het gaat me hier niet om zuinigheid. Maar laten we wel primair vanuit de roeping van de gemeente van Christus kijken naar onze onderkomens: zijn ze dienstbaar aan het (missionaire) functioneren van de gemeente? Zijn onze gebouwen ondersteunend voor wat we beogen als gemeenschap van leerlingen van Jezus Christus? Structuren binnen kerkelijke gemeenten preken altijd, schreef Christian Schwarz ooit. Ze doen dat weliswaar zwijgend, maar een boodschap is er hoe dan ook. Dat geldt ook voor kerkgebouwen. Woordeloos zijn ze veelzeggend. De vraag is dan uiteraard wat ze vertellen.
‘New ideas need old buildings’ was de oneliner waarmee de nieuwe Via Nova geloofsgemeenschap in Amsterdam koos voor de voormalige Rooms-katholieke Vondelkerk, momenteel een van de trouwlocaties van de gemeente Amsterdam. Daar is bewust over nagedacht. Dat geldt vermoedelijk ook voor de Evangeliegemeente in het Groningse Ten Boer. Deze nam het dorpshuis over, inclusief alle huurders! Zo zit je natuurlijk wel echt midden in het dorp. Een lid van de schaakvereniging vertelde dat hij had genoten van het zingen in de zaal er naast. Kennelijk is niet elk geluid storend voor schakers. Toen de Anglicaanse gemeente St. Andrews in de buurt van Londen na negen maanden restauratie haar kerkgebouw weer in gebruik wilde nemen, was lang niet iedereen enthousiast. In de maanden van sluiting had de gemeente geproefd hoe goed het is niet in een monumentaal kerkgebouw, maar in kleinere missionaire gemeenschappen ‘op locatie’ bijeen te komen (Stibbe/Williams).
Een theologie van het gebouw
Het zou goed zijn als er iets als ‘een theologie van het gebouw’ in de steigers zou kunnen worden gezet. Dat element heb ik wat gemist in het handboek over kerksluiting. Ik zou de auteurs van het boek dan ook wel willen uitdagen schetsen voor zo’n theologie aan te dragen. Daar zouden we onder Weg nog wel eens veel plezier van kunnen hebben…
Sake Stoppels
Docent kerkopbouw Vrije Universiteit Amsterdam
Van Sake Stoppels verscheen bij Uitgeverij Boekencentrum het boek Voor de verandering. Werken aan vernieuwing in gemeente en parochie.
Harry Bisseling, Henk de Roest, Peet Valstar (red.), Meer dan hout en steen. Handboek voor sluiting en herbestemming van kerkgebouwen, Zoetermeer: Boekencentrum 2011
Mark Stibbe, Andrew Williams, Breakout, One Church’s Amazing Story of Growth Through Mission-Shaped Communities, Milton Keynes: Authentic Media 2008