Met of voor: een aanpak kiezen die past

De meeste veranderingen brengen niet waarop was gehoopt. Veranderen is kennelijk lastig. En hoewel verandering niet maakbaar is, blijft het gehoopte resultaat vaker dan nodig uit. Daar zijn minimaal vier redenen voor. Gemakkelijk wordt onderschat hoe ingewikkeld veranderen is; en overschat hoe bekwaam we zijn in verandering begeleiden. De spelaanpak past vaak niet bij de diepgang van de uitdaging. En als vierde kan de vorm van samenspel een positieve uitkomst verhinderen. Ook al is verandering niet maakbaar, ze is zeker beïnvloedbaar. Deze serie gaat in op facetten van het verandersamenspel. Elk facet vraagt om een keus die vruchtbare verandering minder of meer kansrijk maakt. Dit artikel gaat over een spelaanpak die past bij de betrokkenheid van gemeenteleden op de verandering.
Een aanpak die niet paste
In het nieuwe beleidsplan van de Ontmoetingskerk staat dat ze wil vergroenen door het energieverbruik te verlagen. Een taakgroep stelt voor airco’s te plaatsen die ‘s winters als warmtepomp werken. De oude gasgestookte cv hoeft dan minder aan. De investering zal in acht jaar zijn terugverdiend. Als bonus kunnen ’s zomers ruimten gekoeld en beter verhuurd worden. Op een gemeente-avond wordt dit voorstel gepresenteerd.
De avond verloopt anders dan gedacht. Er komen veel vragen en zorgen naar voren. Is wel nagedacht over de geluidsoverlast voor de buren? Wat doen de airco’s met de aanblik van een onder architectuur gebouwde kerk? Een zwager is ontevreden over een airco. Is uitgezocht hoeveel energie nodig was om die airco’s zelf te maken?
Geduldig geeft de taakgroep antwoord en weerwoord, maar de avond ontaardt in ‘kleiduif schieten’: elke keer als een bezwaar ‘onschadelijk’ is gemaakt, komt iemand met een nieuwe zorg. De voorzitter begrijpt er niets van. Hij vindt de gemeente onwaarachtig en niet geloofwaardig. In de maand die volgt leggen taakgroepleden hun functie neer en besluit de kerkenraad een geplande gemeenteavond over missionair kerk-zijn uit te stellen. Men vreest dat het slechte verloop het missionaire overleg zal besmetten.
De avond verloopt anders dan gedacht: er komen veel vragen en zorgen naar voren
Wat ging hier mis?
Drie veranderinzichten werden onvoldoende meegenomen.
1. De veranderkleurentheorie geeft antwoord op Hoe gaan we op reis naar verandering?
Als gemeenteleden belang hechten aan de gevolgen van de verandering, kun je die beter met hen bedenken en niet voor hen. Regenpijpen kun je voor de gemeente vervangen. Maar dat ligt anders bij structurele veranderingen in de eredienst, een besluit over gender en zegen, de verkoop van een kerkgebouw of zichtbare en omvangrijke aanpassingen om te vergroenen. Zulke keuzes vinden gemeenteleden belangrijk. Dan werkt het vaak averechts als ‘de gemeente gehoord wordt’ over een voorstel. De taakgroep kiest voor een verzorgde reis. Een reisdoel is gezocht en gevonden, de reisroute uitgestippeld en daarna wordt de gemeente gevraagd om mee op reis te gaan.
Het alternatief is de gezamenlijke trektocht (Jan Hendriks) of de gezamenlijke zwerftocht (Jaap Boonstra). Dan helpt de leiding de medereizigers om a) de huidige situatie goed onder ogen te zien, b) te bepalen waar ze naartoe willen en stelt c) de leiding de reizigers in staat om te arriveren. En wel zo, dat d) de reis de groep als geheel en de reizigers goed doet. Kort en goed: bij betrokkenheid op de uitkomst biedt samen op trektocht gaan de beste kansen – de oplossing met (niet voor) de gemeente bedenken en uitvoeren.
2. Volgens de zelfdeterminatietheorie kiezen we eerder daadwerkelijk voor een verandering als rekening wordt gehouden met onze basisbehoeften aan autonomie, competentie en verbondenheid:
Na lezing zei een arts en kerkenraadslid: Artsen leggen een eed af. We beloven geen schade toe te brengen. Behandelingen, waarvan onderzoek een behoorlijke kans op schade aantoont, doen we alleen als niets doen nog erger is voor de patiënt. Ik dacht na lezing: misschien moeten we zo’n eed ook voor ons als kerkenraadsleden invoeren.
- Autonomie: ruimte om zelf keuzes te kunnen maken.
- Competentie: kennis of ervaring kunnen inbrengen: mee mogen denken, onderzoeken, afwegen en beïnvloeden.
- Verbondenheid: een band met anderen ervaren. Wie zich rondom veranderingen niet begrepen voelt, zal minder gemotiveerd zijn voor de beoogde verandering.
Op de gemeenteavond werden deze drie behoeften onvoldoende serieus genomen. ‘Ik mocht tekenen bij het kruisje,’ zegt een verongelijkt gemeentelid (autonomie). ‘Ik had graag verteld wat ik weet van warmtepompen,’ denkt een ander (competentie). Verder deed de avond afbreuk aan verbondenheid. Wie een voorstel presenteert, splijt de aanwezigen zomaar in voor-en tegenstanders. Een deel van hen zal op zoek gaan naar medestanders uit het midden. In plaats van verbinding wordt polarisatie bevorderd.
3. Ambivalentie. Een beleidsvoornemen aannemen en het niet uitvoeren vindt de voorzitter ongeloofwaardig. Dat ziet hij niet goed. Rondom veranderingen zijn we vaak dubbel: we willen het echt, maar aan de uitvoering hangt een prijskaartje. Deze voorzitter is vergeten dat men ooit besloot om vaker te willen bidden, maar daar nog niet in slaagt. Ambivalentie uit zich in voor-en tegenstemmen in het hoofd van gemeenteleden. Die stemmen zijn er nog niet uit. Dubbele gevoelens hebben voorspelbare gevolgen. Als een taakgroep pleit voor de verandering (zich met een voorstem in het interne gesprek voegt), zal dat argumenten tegen verandering oproepen. En uit onderzoek weten we dat wie argumenten tegen verandering formuleert, minder snel verandert. Door een voorstel te presenteren, heeft de taakgroep onbedoeld in haar eigen been geschoten.
Tip voor vergaderopening
Vooraf: Spreek af om het artikel voor de vergadering te lezen. Iedereen kiest één zin/gedachte die aan het denken zet.
Vergaderopening: Deel om beurten welke zin/ gedachte aan het denken zet. Luister elkaar tevoorschijn: ‘Wat in die zin treft je?’ En als dat duidelijk is: ‘Wat nog meer?’ (Geen discussie!) Doe dit, afhankelijk van de tijd, in drie-, vier of vijftallen. Of in de hele groep met een timer op bijv.1,5 minuut p.p.
Wie argumenten tegen verandering formuleert, verandert minder snel
Hoe kan het beter?
Laten we aannemen dat de taakgroep in een laat stadium dit artikel leest en haar aanpak heroverweegt. Ze kan niet opnieuw beginnen. In zeven stappen volgt hoe de avond eruit had kunnen zien.
- Kiezen voor een gezamenlijke trektocht en een probleem presenteren. (‘We willen vergroenen en zoeken naar een concrete vervolgstap.’)
- Bezinnen in groepen op verschillende opties (twee extra die niet hun voorkeur hadden, bijvoorbeeld warmtepompen of betere isolatie). Dit vergroot de keuzeruimte (autonomie).
- Gemeenteleden uitnodigen om zelf een vierde optie te bedenken (competentie).
- Groepen de voor-en nadelen van verschillende opties in kaart laten brengen.
- Groepen vragen hun voorlopige voorkeur te presenteren.
- Zoeken naar rode draden in de verschillende bijdragen.
- Samen de volgende stap bepalen.
Deze aanpak leidt tot minder debat en meer gesprek (verbinding). Kennis van de behoeften van mensen en groepen gebruiken, vergroot de kans op een positieve uitkomst, houdt taakgroepen in functie en berokkent mensen en de gemeente minder schade.
Bert Bakker is werkzaam als veranderbegeleider, trainer en coach vanuit Ekklesia Advies.