Menu

Premium

Micha

Inleiding

Micha (Mikayahu ‘Wie is als JHWH?’, ca. 750 v. Chr.) uit Moreset-Gat, een Filistijnse stad in de Gaza-strook, geldt als de auteur van dit boek. Hij praat recht voor zijn raap, vooral in Micha 1-3, die vermoedelijk van Micha zelf stammen. Gewoonlijk onderscheidt men een Proto (Eerste)-Micha (hoofdstuk 1-5) en een Deutero (Tweede)-Micha (hoofdstukken 6-7). In Proto-Micha overheersen korte spreuken (aanklachten). In Deutero-Micha vinden we langere teksteenheden van literaire genres die in Micha 1-5 niet voorkomen, zoals het twistgesprek tussen God en zijn volk (6:1-8), het klaaglied (7:1-7), de hymne over toekomstig heil (7:8-20). Deutero-Micha is een ‘Fortschreibung’: een herinterpretatie van Proto-Micha’s gedachtegoed gecombineerd met nieuwe ideeën. Letterkundige aanwijzingen zoals woordherhalingen in de Hebreeuwse tekst vormen de basis voor de verdere indeling. Een belangrijke literaire indicatie is de vijf keer terugkerende imperatief ‘luistert’ (1:2; 3:1; 3:9; 6:1-2; 6:9). De achilleshiel van deze leeshypothese zit in 2:12-13: ‘Ik zal u samenbrengen, Jakob, voltallig samenbrengen Dit is wellicht een persiflage op de geruststellende prediking van valse profeten. Het is een sarcastische voortzetting van de aanklacht tegen de valse profeten die ‘wijn en bier’ (2:11) verkondigen. Ik lees hierin een onheilsprofetie.

De boodschap van het boek Micha

Het belangrijkste verschil tussen Micha en zijn tegenstanders ligt in de wijze waarop zij met de jHWH-tradities omgaan. Strikt genomen zijn Micha’s vijanden niet onorthodox. Het is hun praktijk die hen onderscheidt van Micha. Micha’s tegenstanders maken van Gods woord een verstarde, onpersoonlijke ideologie, een soort instant-religie, altijd gemakkelijk bij de hand. Micha’s opponenten beroepen zich op Psalm 46:8 zeggend: ‘Is JHWHniet in ons midden? Ons zal geen kwaad overkomen’ (3:11). Van Micha mogen de heersers over Jeruzalem niet proberen zo hun hachje te redden. Het spreken van God kent immers zijn eigen plaats en tijd in ieder mensenleven.

Synthese van de theologie van Micha

De sleutelwoorden van onze theologische synthese zijn: godsverschijning, maatschappijkritiek, de wet van vergelding, ware en valse profeten, Sion-traditie, messianisme, en theologisch profiel van Deutero-Micha. Deze rangschikking berust op de volgorde in het boek Micha.

Indeling van Micha

Deel I.

Proto-Micha, hoofdstukken 1-5:

God verschijnt (theofanie), straft en heelt.

A.

Boodschap van onheil voor de actuele situatie: hoofdstukken 1-3

1.

Hoofdstuk 1: theofanie, haar oorzaak en gevolgen

-opschrift: vers 1

-oproep aan de naties: vers 2

-JHWH daalt neer: vers 3

-schepping reageert: vers 4

-oorzaak van de theofanie: zonde van Samaria en Jeruzalem: vers 5

-gevolgen voor Samaria: verzen 6-7

-gevolgen voor Juda: verzen 8-16

2.

Hoofdstuk 2: beschuldiging met discussie

-beschuldiging tegen de landeigenaren: verzen 1-5

-beschuldiging tegen de valse profeten: verzen 6-13

3.

Hoofdstuk 3: beschuldiging met discussie

-beschuldiging tegen de leiders van het volk: verzen 1-4

-beschuldiging tegen de valse profeten: verzen 5-8

-beschuldiging tegen de leiders, priesters en profeten: verzen 9-11

B.

Boodschap van heil in de vorm van een utopie: hoofdstukken 4-5

1.

Hoofdstuk 4: koninkrijk van vrede in plaats van de actuele ellende

-visioen van vrede: verzen 1-5

-Jeruzalem nu in doffe ellende, maar bestemd voor verlossing: verzen 6-14

2.

Hoofdstuk 5: de messias en zijn koninkrijk

-niet vanuit Jeruzalem (zie 4, 8), maar vanuit Betlehem: verzen 1-3

-niet corrupt (zie hoofdstuk 3) maar drager van welzijn: verzen 4-8

-grondige reiniging van het volk is een vereiste: verzen 9-14

Deel II.

Deutero-Micha, hoofdstukken 6-7:

God voert een rechtszaak.

A.

Boodschap van onheil voor de huidige situatie: Micha 6:1-7:7

1.

Hoofdstuk 6: beschuldiging en veroordeling

-aanklacht: verzen 1-2

-beschuldiging van ondankbaarheid: verzen 3-5

-godsdienstoefeningen helpen niet, rechtvaardigheid wèl: verzen 6-8

-beschuldiging van fraude: verzen 9-12

-Gods oordeel: verzen 13-16

2.

Micha 7:1-7: onrechtvaardigheid en straf

-klacht: verzen 1-4a

-dag van JHWH ter ‘bezoeking’ (straf): vers 4b

-verlaat je niet op mensen: verzen 5-6

-wending van klacht naar godsvertrouwen: vers 7

B.

Boodschap van heil in de vorm van een utopie: Micha 7: 8-20

1.

Micha 7:8-13: een positieve kijk op de toekomst

-geloof in de toekomst: verzen 7-8

-belijdenis van zonden en oefening van hoop: vers 9

-vijand vernederd: vers 10

-lot van de vijand: verzen 11-13

2.

Micha 7:14-20: slotlied

-smeekgebed vol vertrouwen: verzen 14-17

-hymne op Gods vergiffenis en trouw: verzen 18-20

Godsverschijning

Micha is vertrouwd met de traditie van de godsverschijning, ook wel theofanie geheten (1:2-5). Zij bestaat uit drie elementen: Gods komen, kosmische reacties op die komst, Gods heilbrengende interventie. Maar Micha verandert dit model. Hij vervangt het derde element door de uitvoering van een goddelijk vonnis.

Maatschappijkritiek

De sociale kritiek (2:1-5.8-9) richt zich tegen het machtsmisbruik van de heersers die land en huizen onteigenen. ‘Gerechtigheid’ (misjpat) is hier het centrale begrip. Micha geeft geen vermaningen; hij beperkt zich tot beschuldiging en oordeel. Vernietiging van Jeruzalem is het gevolg van de zonden van leiders. De boeren van Juda (‘mijn volk’) zullen echter hun land terugkrijgen. Dat is Micha’s toekomstvisioen.

Vergelding

Volgens het vergeldingsrecht (2:1-5; 3:5-7) dragen goede en slechte daden hun eigen beloning of straf in zich. Boontje komt om zijn loontje. Wie goed doet, goed ontmoet. ‘Het onheil dat hij stichtte, keert weer op zijn hoofd, en zijn geweld komt neer op zijn schedel’ (Ps. 7:17). Micha deelt die traditionele opvatting. De vergelding is niet zoiets als een geldboete opgelegd voor uiteenlopende vergrijpen. Zij is de vrucht van de zonde zelf. De bedrieger wordt zelf bedrogen. Misdaad komt pas tot rust wanneer de vergelding de dader heeft ingehaald.

Ware en valse profeten

Micha opponeert tegen de profeten die aanpappen met de heersende klasse en de priesters (hoofdstuk 3). Hun prediking is gebaseerd op een misvatting van de Sion-traditie die de veiligheid van Jeruzalem als vanzelf zou garanderen. Juist de verkondiging van dit automatisme maakt hen tot valse profeten. Micha’s onheilsprofetie over Jeruzalem verwerpen zij als een goddeloze daad.

Sion-traditie

De naam Sion is een synoniem voor Jeruzalem als ‘de plaats die JHWHuw God uit al uw stammen uitkiest, om daar zijn naam te vestigen en daar te verblijven (Deut. 12:5). De naam van JHWHis een soort voorloper van de katholieke ‘werkelijke tegenwoordigheid’ in het sacrament van de eucharistie. Micha verwerpt iedere vorm van schuilen in Sion op grond van Gods tegenwoordigheid. Vertrouwen op het dogma van Sions onkwetsbaarheid zonder moreel goed gedrag is een zinloze ‘godsdienstige’ oefening. Het schokkende in Micha’s profetie is de aanstaande verwoesting van Jeruzalem (3:12).

Messianisme

Christenen denken vaak ten onrechte dat de messias (‘de gezalfde’; Hebreeuws: masjiach, Grieks:christos) in het Oude Testament centraal staat. Er zijn verschillende factoren die dit belang van ‘de messias’ relativeren. Ten eerste kent het Oude Testament niet ‘de messias’ zonder meer. De term ‘messias’ heeft steeds een bijstelling. Het bekendst is de combinatie ‘de gezalfde van JHWH‘, dat is ‘de koning’. Vóór de Babylonische ballingschap (586-538v. Chr.) betekent ‘messias’ een actueel regerende koning van het huis van David. De deuteronomistische geschiedenis (Jozua tot en met II Koningen) bezigt ‘messias’ voor èlke davidische koning, levend of dood. Ten tweede is een messias als persoon secundair in de heilsverwachting van Israël. De interesse van Israël gaat eerder uit naar een heilstijd dan naar een bepaald heilbrengend individu. Israël hoopt op een tijdperk van voorspoed waarin JHWHals koning heerst. Israël kijkt uit naar het koninkrijk Gods. Als Israël een messias verwacht, dan is dat een bijzondere variant van de algemene heilsverwachting. Ten derde werkt de verwachting van niet één maar twéé messiassen, een koninklijke en een priesterlijke, relativerend (Zach. 4:14). Ook de geschriften van kennen twee messiassen. De verwachting van een messiaans individu komt voort uit de reactie van profeten als Jesaja en Micha op de ontrouw aan JHWHvan de koningen van het huis van David. Enerzijds hielden de profeten vast aan het geloof in de goddelijke belofte aan David, verwoord door Nathan (II Sam. 7:16). Anderzijds waren zij overtuigd van de val van de dynastie van David. Micha verwacht het oordeel over de vorsten van Juda, maar tegelijkertijd gelooft hij dat JHWHzijn belofte gestand zal doen. Micha’s messiaanse verwachting is daarom niet zozeer het resultaat van zijn teleurstelling over het koningschap in Jeruzalem, als wel de vrucht van zijn rotsvast geloof in JHWH‘s trouw aan zijn belofte jegens het huis van David. Het tegenwoordige huis van David zal verdwijnen uit Jeruzalem, maar via Betlehem, de geboorteplaats van koning David, zal JHWHeen nieuw begin maken (5:1).

Over het algemeen mogen we ervan uitgaan dat de oudtestamentische teksten die het Nieuwe Testament presenteert als voorzeggingen van Jezus Messias, in feite christelijke herlezingen, re-lectures, zijn van het Oude Testament volgens een leeswijze die de pesjer methode heet. Zowel Joden als christenen praktiseren rond het begin van onze jaartelling deze manier van schriftuitleg. Ook de communiteit van (vanaf ca. 100 v. Chr.) gebruikt haar. Zij past teksten van het Oude Testament toe op haar actuele situatie, zoals arme boeren in Zuid-Amerika Exodus lezen als direct slaande op hun eigen ‘slavernij’ in dienst van het grootkapitaal. Deze leeswijze wijkt soms af van de oorspronkelijke betekenis van de tekst. Theologisch gesproken is er niets mis met een herlezing van het Oude Testament in het licht van het Nieuwe Testament door een geloofsgemeenschap die Jezus Christus beschouwt als het laatste woord van God (Hebr. 1:1). Maar het is onjuist die christelijke re-lecture voor te stellen als de énig correcte lezing van het Oude Testament. Zij geldt alleen voor hen die het Oude en Nieuwe Testament op grond van hun geloofsovertuiging als één boek beschouwen, en Jezus als ‘de eindredacteur’ zien. Naast deze christelijke uitleg behoudt het Oude Testament zijn oorspronkelijke betekenis. Vóórdat het Nieuwe Testament ontstond was het Oude Testament al lang Woord van God. Dit geloven en belijden alle christelijke kerken, al handelen zij niet altijd dienovereenkomstig.

Theologisch profiel van Deutero-Micha

Sommigen noemen Deutero-Micha een rapsodie, een potpourri, een ‘Fortschreibung’ van thema’s uit Proto-Micha. In de connecties tussen Deutero-Micha (hoofdstukken 6 en 7) met Proto-Micha (hoofdstukken 1-5) onderkennen we overeenkomst en verschil. De maatschappijkritiek van 2:1-5:8-9 en 3:1-5.10-12 heeft een evenknie in 6:10-12 en 7:2- Deutero-Micha missen we echter het liegen en de onrechtvaardigheid van specifieke groepen als priesters en profeten uit Proto-Micha. De strekking van Deutero-Micha’s verwijt is wijder: ‘Allen loeren zij op bloed; ieder tracht zijn broeder in het net te vangen’ (7:2). De wet van de vergelding van 2:1-5 en 3:5-7 komt ter sprake in 6:13-16. De duisternis van 3:6 is ook te vinden in 7:8 met de toevoeging: ‘JHWHzal mij tot licht zijn’. Ten slotte zal de liefde en barmhartigheid van God de ijzeren wet van de vergelding doorbreken: ‘Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee’ (7:18-19).

Deutero-Micha krijgt een eigen theologisch gezicht binnen het boek Micha door de toevoeging van nieuwe onderwerpen. De hoofdstukken 6-7 doen denken aan de deuteronomistische theologie uit het Noorden van Israël. Deze theologie, die het boek Micha met Hosea deelt, staat bekend om zijn belangstelling voor het verbond en voor de polemiek tegen afgoderij (6:16). Het verleden krijgt aandacht, vooral de uittocht en het in bezit nemen van het land (6:3-5; 7:15). De verwijzing naar de schuld van het volk en JHWH‘s liefde en barmhartigheid (hoofdstuk 7) is ook typisch voor Deuteronomium. Presidenten van de VS citeren graag uit deze context: ‘JHWHheeft u gezegd wat goed is, mens, en wat Hij van u verlangt: Hij wil niets anders dan dat u recht doet, dat u de trouw eerbiedigt, en dat u nederig wandelt met uw God’ (6:8). Het verbond met JHWH, vergezeld van tradities uit Deuteronomium, kenmerkt Deutero-Micha. De zuidelijke Sionstheologie van Juda, typerend voor het boek Jesaja, karakteriseert Proto-Micha (hoofdstukken 1-5). Deze tweevoudige spirituele oriëntatie van het boek Micha bevestigt de tweedeling in een Proto- en Deutero-Micha.

Intertekstuele relaties met andere bijbelboeken

Het boek Micha en Jesaja

Overeenkomsten

De band tussen het boek Jesaja en het boek Micha is vooral bekend door ‘de pelgrimsvaart van de volken’ (Jes. 2:2-4 // Mi. 4:1-3). Beiden bezigen de formule ‘op die dag’ als een redactioneel hulpmiddel (Mi. 4:6; 5:9; 7:12, vergelijk Jes. 7:18.20.21.23 en 22:8-25). Ook uitdrukkingen als: ‘van nu af tot in eeuwigheid’ (Mi. 4:7; Jes. 9:6; 59:21), ‘want de mond van JHWHheeft gesproken’ (Mi. 4:4; Jes. 1:20; 40:5; 58:14), ‘JHWHzal heersen op de berg Sion’ (Mi. 4:7; Jes. 23:23) hebben zij gemeen. Micha’s maatschappijkritiek (2:2) lijkt inhoudelijk op die van Jesaja (5:8). Men gaat er vanuit dat Jesaja een beetje ouder is dan Micha. Toch is er geen reden een leermeester-leerling verhouding aan te nemen. De overeenkomsten verwijzen eerder naar een gelijke ontstaanssituatie met verwante godsdienstige tradities. Sommigen veronderstellen zelfs één en dezelfde redacteur.

Verschillen

Er zijn ook verschillen. Bij Jesaja brengt een theofanie heil, bij Micha onheil. Jesaja voorziet de val van Sion vanwege de zonden van het volk. Micha wijt de vernietiging van Sion aan het corrupte leiderschap. Beiden gaan in de clinch met beroepsprofeten. Jesaja sluit de beroepsprofeten (nebi’im) in bij het volk en onderscheidt ‘profeten’ (nebi’im) en ‘zieners’ (chozim). Micha beschouwt die beroepsprofeten als een aparte categorie. De tegenstanders van Jesaja verwerpen niet zijn boodschap van onheil maar zijn aanbod van heil door godsvertrouwen. Micha’s verkondiging van het oordeel van God ondervindt oppositie. Micharoept niet op tot berouw zoals Jesaja doet. Ook verwoordt Micha zijn maatschappijkritiek in sterkere termen dan Jesaja. Tot slot, Micha’s kijk op de toekomst beperkt zich niet tot Jeruzalem, maar strekt zich uit over het gehele land. Toegegeven, Jesaja heeft een universalistisch heilsperspectief, maar dat hangt wel af van het lot van Sion, de uitverkoren stad van God.

Het boek Micha en Jeremia

Soms lijkt Jeremia Micha te volgen. Jeremia profeteert zoals Micha de vernietiging van Jeruzalem (Jer. 9:11). Jeremia verwijst zelfs letterlijk naar Micha (in Jer. 26:18). Beiden beschrijven de verkondiging van de valse profeten als het verkopen van leugenpraat (Jer. 6:14; 8:11; 14:13-16). Jeremia neemt zoals Micha de valse godsdienstige zekerheid op de korrel (Jer. 5:12-13; 8:19). De tegenstander van Jeremia, Hananiah, staat zoals de vijanden van Micha in een verkeerd begrepen Sion-traditie van Jesaja.

Het boek Micha en het Twaalfprofetenboek

We doelen hier speciaal op Amos en Hosea. Er zijn tekenen dat Micha samen met Hosea, Amos en Zefanja een eigen verzameling vormde voorafgaand aan het huidige Twaalfprofetenboek. Vooral het begin en eind van Micha vertonen sporen van betrekkingen met Amos en Hosea. De ‘fortgeschriebene’ tekst (Mi. 6-7) veronderstelt kennis van Hosea en Amos, met name inzake de verwerping van . De onheilsverkondiging van Amos en Hosea over het Noordrijk (in 722 gerealiseerd) past het boek Micha toe op Jeruzalem. Niettemin blijft het eigen profiel van Micha overeind.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken