Micha
Inleiding
Micha (Mikayahu ‘Wie is als
De boodschap van het boek Micha
Het belangrijkste verschil tussen Micha en zijn tegenstanders ligt in de wijze waarop zij met de
Synthese van de theologie van Micha
De sleutelwoorden van onze theologische synthese zijn: godsverschijning, maatschappijkritiek, de wet van vergelding, ware en valse profeten, Sion-traditie, messianisme, en theologisch profiel van Deutero-Micha. Deze rangschikking berust op de volgorde in het boek Micha.
Indeling van Micha
Deel I. |
Proto-Micha, hoofdstukken 1-5: |
|
God verschijnt (theofanie), straft en heelt. |
||
A. |
Boodschap van onheil voor de actuele situatie: hoofdstukken 1-3 |
|
1. |
Hoofdstuk 1: theofanie, haar oorzaak en gevolgen |
|
-opschrift: vers 1 |
||
-oproep aan de naties: vers 2 |
||
-JHWH daalt neer: vers 3 |
||
-schepping reageert: vers 4 |
||
-oorzaak van de theofanie: zonde van Samaria en Jeruzalem: vers 5 |
||
-gevolgen voor Samaria: verzen 6-7 |
||
-gevolgen voor Juda: verzen 8-16 |
||
2. |
Hoofdstuk 2: beschuldiging met discussie |
|
-beschuldiging tegen de landeigenaren: verzen 1-5 |
||
-beschuldiging tegen de valse profeten: verzen 6-13 |
||
3. |
Hoofdstuk 3: beschuldiging met discussie |
|
-beschuldiging tegen de leiders van het volk: verzen 1-4 |
||
-beschuldiging tegen de valse profeten: verzen 5-8 |
||
-beschuldiging tegen de leiders, priesters en profeten: verzen 9-11 |
||
B. |
Boodschap van heil in de vorm van een utopie: hoofdstukken 4-5 |
|
1. |
Hoofdstuk 4: koninkrijk van vrede in plaats van de actuele ellende |
|
-visioen van vrede: verzen 1-5 |
||
-Jeruzalem nu in doffe ellende, maar bestemd voor verlossing: verzen 6-14 |
||
2. |
Hoofdstuk 5: de messias en zijn koninkrijk |
|
-niet vanuit Jeruzalem (zie 4, 8), maar vanuit Betlehem: verzen 1-3 |
||
-niet corrupt (zie hoofdstuk 3) maar drager van welzijn: verzen 4-8 |
||
-grondige reiniging van het volk is een vereiste: verzen 9-14 |
||
Deel II. |
Deutero-Micha, hoofdstukken 6-7: |
|
God voert een rechtszaak. |
||
A. |
Boodschap van onheil voor de huidige situatie: Micha 6:1-7:7 |
|
1. |
Hoofdstuk 6: beschuldiging en veroordeling |
|
-aanklacht: verzen 1-2 |
||
-beschuldiging van ondankbaarheid: verzen 3-5 |
||
-godsdienstoefeningen helpen niet, rechtvaardigheid wèl: verzen 6-8 |
||
-beschuldiging van fraude: verzen 9-12 |
||
-Gods oordeel: verzen 13-16 |
||
2. |
Micha 7:1-7: onrechtvaardigheid en straf |
|
-klacht: verzen 1-4a |
||
-dag van JHWH ter ‘bezoeking’ (straf): vers 4b |
||
-verlaat je niet op mensen: verzen 5-6 |
||
-wending van klacht naar godsvertrouwen: vers 7 |
||
B. |
Boodschap van heil in de vorm van een utopie: Micha 7: 8-20 |
|
1. |
Micha 7:8-13: een positieve kijk op de toekomst |
|
-geloof in de toekomst: verzen 7-8 |
||
-belijdenis van zonden en oefening van hoop: vers 9 |
||
-vijand vernederd: vers 10 |
||
-lot van de vijand: verzen 11-13 |
||
2. |
Micha 7:14-20: slotlied |
|
-smeekgebed vol vertrouwen: verzen 14-17 |
||
-hymne op Gods vergiffenis en trouw: verzen 18-20 |
Godsverschijning
Micha is vertrouwd met de traditie van de godsverschijning, ook wel theofanie geheten (1:2-5). Zij bestaat uit drie elementen: Gods komen, kosmische reacties op die komst, Gods heilbrengende interventie. Maar Micha verandert dit model. Hij vervangt het derde element door de uitvoering van een goddelijk vonnis.
Maatschappijkritiek
De sociale kritiek (2:1-5.8-9) richt zich tegen het machtsmisbruik van de heersers die land en huizen onteigenen. ‘Gerechtigheid’ (misjpat) is hier het centrale begrip. Micha geeft geen vermaningen; hij beperkt zich tot beschuldiging en oordeel. Vernietiging van Jeruzalem is het gevolg van de zonden van leiders. De boeren van Juda (‘mijn volk’) zullen echter hun land terugkrijgen. Dat is Micha’s toekomstvisioen.
Vergelding
Volgens het vergeldingsrecht (2:1-5; 3:5-7) dragen goede en slechte daden hun eigen beloning of straf in zich. Boontje komt om zijn loontje. Wie goed doet, goed ontmoet. ‘Het onheil dat hij stichtte, keert weer op zijn hoofd, en zijn geweld komt neer op zijn schedel’ (Ps. 7:17). Micha deelt die traditionele opvatting. De vergelding is niet zoiets als een geldboete opgelegd voor uiteenlopende vergrijpen. Zij is de vrucht van de zonde zelf. De bedrieger wordt zelf bedrogen. Misdaad komt pas tot rust wanneer de vergelding de dader heeft ingehaald.
Ware en valse profeten
Micha opponeert tegen de profeten die aanpappen met de heersende klasse en de priesters (hoofdstuk 3). Hun prediking is gebaseerd op een misvatting van de Sion-traditie die de veiligheid van Jeruzalem als vanzelf zou garanderen. Juist de verkondiging van dit automatisme maakt hen tot valse profeten. Micha’s onheilsprofetie over Jeruzalem verwerpen zij als een goddeloze daad.
Sion-traditie
De naam Sion is een synoniem voor Jeruzalem als ‘de plaats die
Messianisme
Christenen denken vaak ten onrechte dat de messias (‘de gezalfde’; Hebreeuws: masjiach, Grieks:christos) in het Oude Testament centraal staat. Er zijn verschillende factoren die dit belang van ‘de messias’ relativeren. Ten eerste kent het Oude Testament niet ‘de messias’ zonder meer. De term ‘messias’ heeft steeds een bijstelling. Het bekendst is de combinatie ‘de gezalfde van
Over het algemeen mogen we ervan uitgaan dat de oudtestamentische teksten die het Nieuwe Testament presenteert als voorzeggingen van Jezus Messias, in feite christelijke herlezingen, re-lectures, zijn van het Oude Testament volgens een leeswijze die de pesjer methode heet. Zowel Joden als christenen praktiseren rond het begin van onze jaartelling deze manier van schriftuitleg. Ook de communiteit van (vanaf ca. 100 v. Chr.) gebruikt haar. Zij past teksten van het Oude Testament toe op haar actuele situatie, zoals arme boeren in Zuid-Amerika Exodus lezen als direct slaande op hun eigen ‘slavernij’ in dienst van het grootkapitaal. Deze leeswijze wijkt soms af van de oorspronkelijke betekenis van de tekst. Theologisch gesproken is er niets mis met een herlezing van het Oude Testament in het licht van het Nieuwe Testament door een geloofsgemeenschap die Jezus Christus beschouwt als het laatste woord van God (Hebr. 1:1). Maar het is onjuist die christelijke re-lecture voor te stellen als de énig correcte lezing van het Oude Testament. Zij geldt alleen voor hen die het Oude en Nieuwe Testament op grond van hun geloofsovertuiging als één boek beschouwen, en Jezus als ‘de eindredacteur’ zien. Naast deze christelijke uitleg behoudt het Oude Testament zijn oorspronkelijke betekenis. Vóórdat het Nieuwe Testament ontstond was het Oude Testament al lang Woord van God. Dit geloven en belijden alle christelijke kerken, al handelen zij niet altijd dienovereenkomstig.
Theologisch profiel van Deutero-Micha
Sommigen noemen Deutero-Micha een rapsodie, een potpourri, een ‘Fortschreibung’ van thema’s uit Proto-Micha. In de connecties tussen Deutero-Micha (hoofdstukken 6 en 7) met Proto-Micha (hoofdstukken 1-5) onderkennen we overeenkomst en verschil. De maatschappijkritiek van 2:1-5:8-9 en 3:1-5.10-12 heeft een evenknie in 6:10-12 en 7:2- Deutero-Micha missen we echter het liegen en de onrechtvaardigheid van specifieke groepen als priesters en profeten uit Proto-Micha. De strekking van Deutero-Micha’s verwijt is wijder: ‘Allen loeren zij op bloed; ieder tracht zijn broeder in het net te vangen’ (7:2). De wet van de vergelding van 2:1-5 en 3:5-7 komt ter sprake in 6:13-16. De duisternis van 3:6 is ook te vinden in 7:8 met de toevoeging: ‘
Deutero-Micha krijgt een eigen theologisch gezicht binnen het boek Micha door de toevoeging van nieuwe onderwerpen. De hoofdstukken 6-7 doen denken aan de deuteronomistische theologie uit het Noorden van Israël. Deze theologie, die het boek Micha met Hosea deelt, staat bekend om zijn belangstelling voor het verbond en voor de polemiek tegen afgoderij (6:16). Het verleden krijgt aandacht, vooral de uittocht en het in bezit nemen van het land (6:3-5; 7:15). De verwijzing naar de schuld van het volk en
Intertekstuele relaties met andere bijbelboeken
Het boek Micha en Jesaja
Overeenkomsten
De band tussen het boek Jesaja en het boek Micha is vooral bekend door ‘de pelgrimsvaart van de volken’ (Jes. 2:2-4 // Mi. 4:1-3). Beiden bezigen de formule ‘op die dag’ als een redactioneel hulpmiddel (Mi. 4:6; 5:9; 7:12, vergelijk Jes. 7:18.20.21.23 en 22:8-25). Ook uitdrukkingen als: ‘van nu af tot in eeuwigheid’ (Mi. 4:7; Jes. 9:6; 59:21), ‘want de mond van
Verschillen
Er zijn ook verschillen. Bij Jesaja brengt een theofanie heil, bij Micha onheil. Jesaja voorziet de val van Sion vanwege de zonden van het volk. Micha wijt de vernietiging van Sion aan het corrupte leiderschap. Beiden gaan in de clinch met beroepsprofeten. Jesaja sluit de beroepsprofeten (nebi’im) in bij het volk en onderscheidt ‘profeten’ (nebi’im) en ‘zieners’ (chozim). Micha beschouwt die beroepsprofeten als een aparte categorie. De tegenstanders van Jesaja verwerpen niet zijn boodschap van onheil maar zijn aanbod van heil door godsvertrouwen. Micha’s verkondiging van het oordeel van God ondervindt oppositie. Micharoept niet op tot berouw zoals Jesaja doet. Ook verwoordt Micha zijn maatschappijkritiek in sterkere termen dan Jesaja. Tot slot, Micha’s kijk op de toekomst beperkt zich niet tot Jeruzalem, maar strekt zich uit over het gehele land. Toegegeven, Jesaja heeft een universalistisch heilsperspectief, maar dat hangt wel af van het lot van Sion, de uitverkoren stad van God.
Het boek Micha en Jeremia
Soms lijkt Jeremia Micha te volgen. Jeremia profeteert zoals Micha de vernietiging van Jeruzalem (Jer. 9:11). Jeremia verwijst zelfs letterlijk naar Micha (in Jer. 26:18). Beiden beschrijven de verkondiging van de valse profeten als het verkopen van leugenpraat (Jer. 6:14; 8:11; 14:13-16). Jeremia neemt zoals Micha de valse godsdienstige zekerheid op de korrel (Jer. 5:12-13; 8:19). De tegenstander van Jeremia, Hananiah, staat zoals de vijanden van Micha in een verkeerd begrepen Sion-traditie van Jesaja.
Het boek Micha en het Twaalfpr ofetenboek
We doelen hier speciaal op Amos en Hosea. Er zijn tekenen dat Micha samen met Hosea, Amos en Zefanja een eigen verzameling vormde voorafgaand aan het huidige Twaalfprofetenboek. Vooral het begin en eind van Micha vertonen sporen van betrekkingen met Amos en Hosea. De ‘fortgeschriebene’ tekst (Mi. 6-7) veronderstelt kennis van Hosea en Amos, met name inzake de verwerping van . De onheilsverkondiging van Amos en Hosea over het Noordrijk (in 722 gerealiseerd) past het boek Micha toe op Jeruzalem. Niettemin blijft het eigen profiel van Micha overeind.