Mooi begin
Bij Johannes 2,1-11 / Johannes 2:1-11
Verhaal
De oude Johannes zit met zijn vrienden en vriendinnen om de tafel. Ze hebben net brood gegeten en ze hebben allemaal een glas wijn voor zich staan.
‘Vertel nog eens, Johannes, hoe het precies ging met Jezus, toen je zijn vriend was,’ moedigt Sara hem aan.
‘Dat wil ik wel,’ zegt Johannes, ‘maar ik weet nooit goed waar ik moet beginnen. Het is gewoon te veel. Jezus heeft zo veel gezegd, dat kan ik allemaal niet eens meer opschrijven, al zou ik nog jaren leven. En de dingen die Hij heeft gedaan om te laten zien dat Gods kracht ook op de aarde soms zomaar te zien is, daarvan zijn er al zo veel, dat ik moet kiezen. Zeven verhalen wil ik in elk geval vertellen. En jullie moeten me helpen kiezen. Waarmee zal ik beginnen? Met dat Jezus zijn dode vriend Lazarus levend maakte?’
‘Nee,’ zegt Lea, ‘dat vind ik veel te heftig aan het begin! Misschien iets luchtigs, dat Jezus ’s nachts in de storm over het water liep naar jullie toe om jullie gerust te stellen, toen jullie zo bang in het bootje zaten.’
‘Dat is pas eng!’ vindt Rebecca. ‘Begin liever met dat Jezus iemand beter maakte. Bijvoorbeeld die doodzieke jongen van de deftige man in Kafarnaüm. Of die lamme man in Jeruzalem. Of die blinde.’
‘Nee hoor,’ roept Rachel, ‘niet met zulke zielige verhalen beginnen. Vertel liever eerst van toen die duizenden mensen zomaar te eten kregen van Jezus. Of wacht’ – haar oog valt op de glazen die voor hen op tafel staan – ‘begin maar met de wijn, Johannes. Dat die op was. En het was nog wel op een bruiloftsfeest. En toen was er opeens een overvloed van de lekkerste wijn.’ Rachel neemt met een zalige blik een grote slok uit haar glas.
‘Goed plan,’ zegt Johannes. ‘Laat ik dat maar doen! Dat wordt een vrolijk begin.’
Liedsuggestie
Jan D. van Laar: Bijbelliederen voor jonge kinderen, deel 1, nr. 53: De bruiloft te Kana.