Mozes uitgebeeld
Bij Exodus 3,1-6.14
De kinderen
Vertel het verhaal na, en laat de kinderen telkens de bijbehorende geluiden en gebaren maken. De fantasie van kinderen is groot, dus je hoeft geen attributen neer te zetten. Zorg voor jezelf dat je ‘de berg’ en ‘de doornstruik’ in gedachten ergens plaatst en daar dus niet zomaar doorheen loopt. Vraag de kinderen rustig rond te lopen. Loop zelf ook mee, terwijl je vertelt.
Verhaal
Mozes liep met zijn schapen door het land – hoe zou het daar geklonken hebben? Gemekker!
Hij kwam bij de Horeb, de berg van God – kijk daar. Wijs omhoog.
En daar zag Mozes een engel – hoe kijk je als je een engel ziet? Kijk zelf ook zoals jij zou kijken.
En hij zag een struikje dat in brand stond en niet opbrandde – hoe klinkt dat? Knisper met je vingers, blaas zachtjes of zeg ‘knap-knap’.
‘Hoe kan het dat die struik niet verbrandt?’ dacht Mozes. ‘Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken’. Sluip allemaal wat dichterbij.
‘Wacht!’ riep God, want die was het, in dat struikje. ‘Kom niet dichterbij en trek je schoenen uit, want de grond waarop je staat is heilig.’ Trek allemaal je schoenen uit.
Gesprek
We hebben onze schoenen uit. Hoe voelt dat? Waarom moest Mozes zijn schoenen uit doen? Laat de kinderen even praten; al hun antwoorden zijn goed.
Doe zelf je schoenen weer aan en doe alsof je door het struikje stampt: Zo, niks meer van over, weg is dat rare struikje. Alleen… nou ben ik ook God kwijt. Wat ging er mis?
Hoe moet het wel? Benader met elkaar op kousenvoeten het struikje.
Zou God er nog zijn? Jawel, en Hij zegt iets: ‘Ik ben de God van Abraham, Isaak en Jakob. Ik ga altijd met je mee, Ik zal altijd bij je zijn.’ Over die God gaat het vandaag.